Mikael Falke c Saskia Vanderstichele

Mikaël Van Eeckhoudt, directeur Fietsersbond: 'Ik hou van strak modernisme'

Eric Vancoppenolle
© Brussel Deze Week
03/06/2015

Als er ooit een verkiezing komt van de Ultieme Pendelaar, dan is Mikaël Van Eeckhoudt zeker de winnaar. Hij pendelt tussen zijn maatschappelijk engagement, als directeur van de Fietsersbond, en zijn passie: fotografie. In zijn foto's focust hij vooral op abstracte geometrische vormen. Het resultaat kan men momenteel bekijken in het metrostation Kruidtuin.

D e kosmos bestaat uit yin en yang, en ieder mens is doordrongen van deze complementaire waarden. Dat is wat de Chinese traditie ons leert. Bij Mikaël Van Eeckhoudt (36) komt zijn yin-zijde tot uiting in de fotografie, de yang in zijn strijd voor een fietsvriendelijkere samenleving. En ook in zijn naamkeuze: als fotograaf gaat hij door het leven als Mikaël Falke.

Strakke lijnen
Wat hem typeert is dat hij steeds bedachtzaam te werk gaat. Veel emotie moet je niet zoeken in zijn foto’s. Laat staan mensen. “Ik durf de mensen niet aan te spreken”, zegt Van Eeckhoudt. “Ik wil niet binnendringen in het leven van een onbekende.” Toch is zijn keuze voor onder meer muren en blinde hoeken van metrostations niet ingegeven door die beperking. “Het is een esthetische keuze. Door de jaren heen heb ik mijn blik getraind om in de visuele chaos die ons omringt te zoeken naar uitgepuurde vormen.” Less is more als het ware. Alweer een oosters principe, en een van de uitgangspunten van het boeddhisme.

Dat principe past hij ook thuis toe in zijn appartement in de Sint-Bernardusstraat in Sint-Gillis, waar hij samen met zijn vrouw, hun dochter Lisa (7) en zoon Anton (6) woont. Geen boek of attribuut te veel in huis. “Al wat ik heb, wil ik ook gebruiken en kennen. Wat ik niet gebruik geef ik weg, want dat is een teken dat ik het niet nodig heb”.

Religieus of zweverig is Van Eeckhoudt allerminst. Van opleiding is hij jurist. Maar al op de universiteitsbanken verliet hij de saaie lessen om met het Oost-Duitse Praktica-fototoestel, dat hij gekregen had van zijn Nederlandse moeder, erop uit te trekken om gebouwen te fotograferen. “Architectuur heeft me altijd geboeid. Ik ben een fan van de strakke lijnen. Vroeger heb ik bij voorbeeld veel foto’s genomen van het Rijksadministratief centrum. Dat strak modernisme, daar hou ik van. Nu ga ik een stap verder, en kies ik voor meer uitgepuurde vormen, voor geometrische structuren die vele mensen niet zien. Wie goed rondkijkt ontwaart het schone te midden van de soms grauwe lelijkheid.”

Mollenwerk
Twee jaar lang trok Van Eeckhoudt met zijn 50 mm-lens, met statief maar zonder flits, van metrostation naar metrostation, op zoek naar die vormen en lijnen die hem visueel boeien. Het resultaat van dit mollenwerk is tot 21 juli te bekijken op 18 foto’s in het station Kruidtuin. In de lange ondergrondse gang naar de Financietoren hangen die foto’s op grote borden van 1,80 meter bij 1,20 meter.

Daar waant men zich bijna op een tentoonstelling met schilderijen van de Nederlandse modernist Piet Mondriaan. Zozeer overheerst de abstracte geometrie en de strakke vormelijkheid. “Is dit nu echt de Brusselse metro”, is een vraag die bij velen opkomt. En die vraag alleen al is een bewijs van Van Eeckhoudts stelling dat alleen een geoefend oog dergelijke details opmerkt. En dat schoonheid opduikt in de meest onverwachte hoekjes.

Mondriaan is dan ook zijn favoriete schilder, net als Nederlandse coryfeeën uit de Gouden Eeuw Pieter de Hooch, Pieter Jansz Saenredam en Johannes Vermeer. Allemaal schilders bij wie architectuur enerzijds en lichtinval anderzijds cruciaal zijn.

“Bij de aanleg van de metro moet de staat denk ik grote hoeveelheden oranje mozaïeken in ruitvorm hebben gekocht. Ik fotografeerde ze onder meer in de stations Delta en Anneessens, maar ook hier in deze gang in Kruidtuin tref je ze aan. De muurbekkleding en de foto’s vloeien natuurlijk in mekaar over, zodat je soms het onderscheid niet meer ziet.”

De jaren des onderscheids heeft Van Eechoudt nochtans allang bereikt. “Als stagiair bij een Brussels architectenbureau heb ik gemerkt hoe stagiairs worden uitgebuit. Het gebrek aan persoonlijk contact stoorde me het meest.“
Daarna ging hij aan de slag als jurist bij Bozar. “Dat was veel leuker en concreter. Hoe het kunstenhuis gerund wordt, daar neemt men best geen voorbeeld aan. Maar de resultaten zijn er wel.”
Als adjunct-directeur van het BIP, het Brussels Info Place, deed hij managementervaring op. Dat komt hem nu van pas.

‘Autodruk moet omlaag’
Naast zijn zoektocht naar esthetiek en creatieve drang, schuilt bij hem immers ook de drang om de maatschappij concreet vorm te geven. “Ik ben een mobiliteitsfan”, zegt Van Eeckhoudt. “Ik hou diverse vervoersmodi, vooral dan fiets en trein.” Sinds 15 december 2014 is hij de nieuwe directeur van de Fietsersbond.

“Ik ben voor de fiets en niet tegen de auto”, pareert hij meteen kritiek op sektarisch denken. “Toch is het duidelijk dat de autodruk in Brussel moet verminderen. Dat moeten we de mensen bijbrengen via een positieve boodschap. De idee van ‘mijn auto, mijn vrijheid’ ombuigen naar ‘mijn ideale mobiliteit, mijn vrijheid’. Ik geef toe, het gaat niet makkelijk zijn, maar dat is de betrachting.”

“Om te beginnen stel ik voor om de toegelaten maximumsnelheid te laten afhangen van de plaats die beschikbaar is voor de fietser. Is er plaats voor een gescheiden fietspad, dan kan men een maximumsnelheid van 90 kilometer per uur hanteren. Is er enkel plaats voor een fietsstrook, dan moet 50 kilometer per uur het maximum zijn. Kunnen geen van beide, dan dringt een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur zich op.”

“Tussen de huidige verkeerschaos in Brussel en een meer gestructureerde situatie zal een overgangsperiode zitten. Hoe lang die zal duren weet ik niet. Je moet de fietsomgeving voor de mensen ook aangenamer maken, door overal in fietsgooddies te voorzien. Bij verkeerslichten kan je bijvoorbeeld een landingsramp voor armen en benen plaatsen, waar fietsers tegen kunnen leunen. Plaats verkeerslichten op ooghoogte van de fietsers. We moeten de mensen duidelijk maken dat minder auto’s ook goed is voor hun gezondheid, wegens minder schadelijke uitlaatgassen, minder lawaai en meer contact tussen de mensen.”

Ik pleit ook voor de invoering van fast lanes voor fietsers. De huidige fietsroutes in Brussel vind ik onleesbaar. Enkel specialisten raken eraan uit. Een fast lane is een route waarop de fietser overal voorrang heeft. Boetes voor foutparkeerders op zo’n fast lane zouden dan drie tot vijf keer hoger moeten liggen dan een gewone boete. Ik ga die voorstellen binnenkort voorleggen aan Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet.”

Alcoholcontroles
“Als de weginfrastructuur niet wordt aangepast en als het aantal fietsers – wat ik hoop en verwacht – blijft toenemen, dan zullen ook de spanningen tussen de verschillende soorten weggebruikers toenemen.”

Op de vraag wat hij ervan vindt dat steeds meer fietsers door het rood licht rijden, antwoordt Van Eeckhoudt: “Ook mij stoort dat. Maar men focust te veel daarop.” (Heftig)

“Waarom praat men zo weinig over fout- en dubbelparkeerders die fietsers en openbaar vervoer blokkeren? We zitten hier in een restaurant, waar de meeste mensen bier drinken. Waarom zijn er niet meer alcohol- en drugcontroles? Waarom ziet men nooit snelheidscontroles in kleinere straten, en enkel op de grote invalswegen?”

Het is duidelijk: Van Eeckhoudt is op dreef, als fotograaf én als directeur van de Fietsersbond.

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni