Onderwijs: Time-out uitgebreid met spijbelpreventie

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
27/05/2011
Het aantal spijbelaars en probleemleerlingen in het Nederlandstalig onderwijs neemt toe. Om te voorkomen dat ze vroegtijdig de school verlaten, wordt het time-outproject, dat al een tijdje loopt, nu uitgebreid met spijbelcoaches.

V orig schooljaar kon 4,4 procent, dus bijna een op de twintig leerlingen van het Nederlandstalige middelbaar onderwijs, tot de problematische spijbelaars gerekend worden. Dat betekent dat ze minstens dertig halve dagen zonder geldige reden afwezig waren van school. De zware gevallen worden overgemaakt aan het parket. In het schooljaar 2008-2009 ging het om ruim vijfhonderd dossiers. In Vlaanderen stijgt het aantal spijbelaars ook, maar veel minder snel.

Om te voorkomen dat zware spijbelaars en probleemleerlingen de school vroegtijdig verlaten, trok de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in 2007 geld uit voor een time-outproject zoals het ook in Vlaanderen bestaat. Het bedrag was beperkt, en daarom werd ervoor gekozen alleen lange time-outtrajecten te organiseren. Bij zo'n lange time-out wordt een jongere die het - door frequent te spijbelen of door zijn gedrag - te bont gemaakt heeft, een week of vijf, zes uit de school gehaald. Het project fungeert dus als een ventiel: zowel de leerling als de leerkrachten kunnen stoom afblazen. De jongere volgt in die weken een extern groepsprogramma, midden in de stad, in een rijhuis aan de Leopold II-laan. Opdat de jongere de voeling met de school niet zou verliezen, is er een gestructureerd weekschema en is er elke dag tijd voor studie. Voor het overige wordt er samen gekookt, gesport, film gekeken en zijn er teambuildings- en andere groepssessies.

Al snel werd aangevoeld dat er meer nodig was dan alleen lange trajecten voor leerlingen met aanslepende gedragsmoeilijkheden. "Daarom zijn we begonnen met korte trajecten voor jongeren die nog niet helemaal in de negatieve spiraal zitten, maar die toch al een risico vormen, jongeren met emotionele of motivatieproblemen bijvoorbeeld," vertelt Melissa Provoost, die Time-out Brussel coördineert. In een kort traject wordt de leerling drie dagen individueel begeleid. "De eerste dag is het vooral kennismaken, aftasten en vertrouwen winnen," legt Maarten, een van de begeleiders, uit. "De tweede dag gaan we op stap. De jongere kiest de bestemming - niks duurs, geen pretpark of zo. We gaan bijvoorbeeld naar zee. Tijdens die uitstap komen de tongen meestal los. De derde dag worden er doelen gesteld en afspraken gemaakt. Daarna blijf ik de leerling opvolgen."

Wie zijn de jongeren die in een time-out terechtkomen? Het profiel is enigszins verschillend bij een lange en een korte time-out. Provoost: "De doorsnee jongere in een lange time-out is een vijftienjarige jongen uit het BSO. Er is maar vijftien procent meisjes. In de korte trajecten zitten wat meer meisjes, een kwart. Daar komt ook de helft uit het ASO of KSO."

Time-out Brussel heeft er inmiddels 250 korte en lange begeleidingen op zitten. Negen op de tien verliepen succesvol, in die zin dat de leerlingen hun schooljaar konden afmaken in dezelfde school. Ook bij Marie (16), een van de leerlingen die Maarten begeleidde, lijkt de korte time-out vruchten af te werpen. "Ik was de eerste maanden van het schooljaar compleet gedemotiveerd," vertelt ze. "De school stelde een korte time-out voor, wat ik eerst niet zag zitten. Ik heb het toch gedaan en het was leuk. Ik heb nog altijd een goede band met mijn begeleider. En mijn resultaten zijn beter. Eerst had ik acht buizen, nu nog twee. Ik ben fier op mezelf."

Preventief
De VGC heeft de subsidies voor het project in de loop van de vier schooljaren flink opgetrokken: van 97.504 euro in het begin tot 274.000 euro dit schooljaar. Het Brussels Gewest doet er nog eens 30.000 euro bij. Dit bedrag maakt het mogelijk om veel meer preventief te werken. Dit jaar vindt in drie TSO/BSO-scholen in het centrum van Brussel een experiment plaats met een spijbelcoach. Zij loopt rond in de drie scholen en probeert meteen in gesprek te gaan met spijbelaars en leerlingen die de les verstoren.

De bedoeling is dat er meer spijbelcoaches komen. De CLB's en de Brusselse scholen hebben daarom bij het Gewest een project ingediend zodat tien BSO/TSO-scholen een eigen spijbelcoach kunnen hebben. "Naast de klassieke time-out willen we dus veel meer preventief gaan werken," zegt Jean-Luc Vanraes (Open VLD), die binnen de VGC verantwoordelijk is voor Onderwijs. Hij wil het spijbelprobleem ook zo ruim mogelijk aanpakken. "Samen met sociale organisaties, met het parket, en met de Franse Gemeenschap. Dat laatste is overigens een probleem. Nog steeds hebben zij geen cijfers over spijbelen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni