Op zoek naar de Poolse gemeenschap in Brussel

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
06/11/2009
Ver van huis vonden de Polen een nieuwe heimat, waarin ze niets van thuis hoeven te missen: overal Delikatesy's, eigen bier, uitgaanstenten en de heilige kerk; er verschijnt zelfs een Brusselse krant in het Pools.

Niets makkelijker en moeilijker tegelijk dan Polen lokaliseren in Brussel. Voor hulp en verbouwwerk in huis weet je ze snel, via via , te vinden. Maar waar wonen, bidden en winkelen de Wojtkowski's en de Adamowiczs?

Anders dan veel andere uitheemse gemeenschappen hebben de Polen zich niet in één deel van het gewest verschanst. Tientallen Polen bevestigen ons dat ze willen inburgeren tussen de lokale bevolking, of het nu in Laken, Jette en Schaarbeek is, of in Sint-Pieters-Woluwe, Etterbeek en Sint-Gillis. "Ergens gaan wonen heeft alles te maken met het appartement of huis dat leuk is, en niet met de wijk," klinkt het. Een Poolse pastoor kadert het ruim: "Nergens in een Europese stad, of het nu Parijs of Brussel is, gaan Polen een getto vormen; ze wonen verspreid. Ze vinden elkaar toch."

Dé ontmoetingsplaats is voor bijna alle ingeburgerde en recent toegestroomde Polen de kerk. Daar begint en eindigt de levenscyclus. Maar ook de dyskoteka is mooi meegenomen. De discotheken vol Polen komen en gaan met de generaties, zoals de Ekran in Sint-Joost, Amnesia aan de Hallepoort en feestzaal Olga. Blonde deernen en hardwerkende ondernemers en hun seizoensarbeiders laten zich er opzwepen door disco polo , de Poolse fusion -variant van elektropop en folk, met een stevige popbeat eronder. Heimwee vindt troost in bier en liefde.

Voorhuwelijks
Vóór alles komt echter de geloofsbelijdenis, ver van huis. De Polska Misja Katolicka w Brukseli (Katholieke Poolse Missie in Brussel) in de Jourdanstraat is als de steenrots van Petrus. Volgens de landelijke traditie krijgen oude Poolse vrouwen hier dagelijks hun avondmis in de kapel. Hier worden kinderen voorbereid op het doopsel, de eerste communie, de biecht. Hier horen lamentaties, rosariums, devoties van het Heilig Hart en Onze-Lieve-Vrouw (elke dertiende van de maand) tot de dagelijkse praktijk. Hier vinden (jong)volwassenen een katholieke bibliotheek, en worden lezingen, verloofdenbegeleiding en huwelijkslessen ingericht.

Voor een groep van zestien Poolse koppeltjes die elkaar in Brussel liefhebben, zit de cyclus van acht huwelijkslessen er net op. "Wij hebben ook de reeks voorhuwelijkslessen gevolgd, maar een trouwfeest kan om financiële redenen pas over een of twee jaar, in Polen," bekent Marta Debowska ons. Samen met haar vriend Woytek Jaronko mist ze de Poolse zondagsmis in de Kapellekerk niet. De kerk stroomt vol voor vijf erediensten na elkaar, waarvan de hoogmis van half­twaalf opvallend kindgericht is. Oud en (veel) jong volk brandt volop kaarsjes bij het Mariabeeld. Velen knielen ingetogen op de arduinen vloer. En kinderen hangen aan de lippen van de voorganger, die hun gretig laat antwoorden in de microfoon als hij rondgaand vragen stelt over de Blijde Boodschap. De zang mag dan wel niet altijd de juiste toon halen, het is duidelijk gemeend. Het gemeenschapsgevoel is nergens zo sterk als hier.

EU-ambtenaren
Ver van huis is de Poolse gemeenschap ook verdeeld. In de Kapellekerk schoolt vooral de arbeidersklasse samen, van bouwvakkers tot poetsvrouwen. Aan hun zondagse kleren te zien hebben ze het niet echt slecht, zeker de bazen niet. Op weekavonden, vanaf vijf uur, is eenzelfde schare terug te vinden rond bestelwagentjes, minibusjes en 4x4's bij de parkeerzones van de Waterloo­laan (Kleine Ring). De mannen becommentariëren er hun werkdag, vooraleer huiswaarts te pendelen.

Heel anders is het gesteld in de Sint-Elisabethkerk in de Schaarbeekse Portaelsstraat en in de Europese Katholieke Foyer in de Hoornstraat in Etterbeek. In Schaarbeek mogen Polen een mis in de eigen taal houden; het zijn de 'gevestigde' EU-ambtenaren, doorgaans boven de veertig, met veel (grote) kinderen, chic volk.

"Traditie is heilig," onderstreept de dominicaan Marian Wojciechowski, door de vzw Europejskie Centrum Katolickie (Europese Katholieke Foyer) in 2000 uit een klooster in Krakau naar Etterbeek gehaald. Hij moet hier de vorming en ontmoeting van Poolse christenen in het Europese eenwordingsproces begeleiden. "Vooral hoogopgeleide, jonge koppels zonder kinderen, aan het werk als stagiair of ambtenaar bij de Europese Commissie, vinden elkaar terug in deze kerkdiensten," zegt de broeder. "Ze leren elkaar hier kennen, en hebben eenzelfde visie op het leven. Door de week hebben ze het te druk met het werk. Wonen doen ze verspreid van Etterbeek tot de twee Woluwes, en onze kerk brengt hen samen."

Nog een andere wereld kom je tegen rond de Parvis van Sint-Gillis, waar een Poolse vrijwilliger een Brusselse straathoekwerker bijstaat in het aanspreken van dronken Polen die hun roes op straat uitslapen. In de winkels, bijna allemaal Delikatesy's (kruidenierszaken), van de Waterloosesteenweg tot de Overwinningsstraat en Alsembergsesteenweg, lachen ze het weg. "Pivo, bier, daarvoor komt iedereen naar een Delikatesy, al heeft Delhaize aan de Vorstlaan sinds kort ook een rayon Poolse producten."

Gelukkig smaakt de hier gebakken cynamonka (ronde suisse met kaneel), de paczek (bolus met jam) en de bulka makiem (koek met papaverzaad) net zo goed als thuis. In de maandelijkse Gazetka (van Brussel) adverteren de Poolse winkels om ter gretigst. "Wij Polen hebben het goed in Brussel, omdat we alles vinden wat we thuis hebben, van de Poolse dokter en tandarts tot de allerbeste kapper," zegt Marta Debowska nog. Voor de ene is dat Edith aan de Beaulieulaan, voor de andere Marzena aan de Alsembergsesteenweg.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni