Palestijnse en Israëlische studenten over oorlog in Gaza

Benjamin Tollet
© Brussel Deze Week
16/01/2009
Nadat het geweld in de Gazastrook weer zwaar is opgelaaid, staan de kranten bol van de reportages en analyses over het conflict; de emoties lopen hoog op en standpunten raken gepolariseerd, zowel hier als ginder. BDW vroeg een reactie aan drie Erasmusstudenten, twee uit Gaza en één uit Israël. Dat leverde emotionele, maar boeiende gesprekken op.

De drie studenten zijn hier met een uitwisselingsproject van Erasmus. Ze volgen Communication and Languages as Strategic Skills aan de Erasmushogeschool Brussel, een programma op maat van buitenlanders die geen Nederlands spreken. Enkele weken geleden zaten Mohammed (24), Eziddeen (23) en Elisha (26) nog samen op café, maar nu de oorlog uitgebroken is, kan dat niet meer. "We mijden elkaar. Als we elkaar zien, zeggen we gewoon dag. We doen alsof we elkaar mogen, om geen problemen te krijgen op school," zegt de Palestijn Eziddeen Tayeh. De drie studenten staan ons graag te woord, maar niet samen. Dat ligt te gevoelig voor Tayeh.

Tayeh is van de drie duidelijk emotioneel het zwaarst geraakt door de ontwikkelingen. Hij komt dan ook uit Jabaliya, waar het gevecht het hardst woedt en waar de Israëlische troepen vorige week nog een VN-school bombardeerden. Hij is ongerust over zijn ouders, zijn familie. Op elk moment kunnen die omkomen. Dat het knaagt, zie je aan zijn gelaatsuitdrukking. Hij vertelt dat hij tot vorige week meermaals per dag telefonisch contact had met zijn moeder. Maar doordat de Israëli's steeds eerst strategische doelwitten als elektriciteitscabines en communicatietorens bombarderen, heeft hij al enkele dagen geen nieuws meer van zijn ouders. "Sinds 7 januari heb ik geen contact meer gehad. Ik weet dus niet of ze nog leven." Er volgt een pijnlijke stilte. Na een tijdje probeert Mohammed Al­shaikh de stilte te doorbreken. Alshaikh komt uit Gaza-Stad, zijn familie is alsnog veilig. Hij slaagt er ook beter in om wat afstand te nemen en te praten zonder emotioneel te worden. Hij wikt en weegt zijn woorden, maar slaagt er uiteindelijk nooit in een zin af te werken. Tayeh is zo enthousiast en emotioneel dat hij hem aldoor onderbreekt.

Militaire dienst
Elisha Jacobsen komt uit Jeruzalem. Hij kan de situatie goed evalueren, toont empathie voor het Palestijnse volk en wil zelfs even fantaseren over oplossingen op de langere termijn. Hij noemt zichzelf 'left-wing'. Niet het traditionele beeld dat velen hebben van een Israëlische soldaat die tweeënhalf jaar dienst gedaan heeft in de Gazastrook. Alle Israëlische mannen moeten op hun achttiende drie jaar in militaire dienst, voor vrouwen is dat twee jaar. Weigeren zit er voor Israë­lische jongeren niet echt in, refuseniks worden botweg verstoten.

Als Tayeh dit gesprek niet met Jacobsen wil doen, dan is dat "omdat hij soldaat is en dus Palestijnse burgers gedood heeft." Die woorden moeten met een korrel zout genomen worden, maar het tekent de haat die Palestijnen uit Gaza koesteren jegens Israëlische soldaten.

Tot hun veertigste moeten Israëli's één maand per jaar mandatory service vervullen, maar in crisissituaties zoals deze worden ze ook opgeroepen. "Ze bellen mijn ouders bijna dagelijks om te weten waar ik zit, maar ik ga niet. Ik ben hier in Brussel om te studeren en mijn ouders willen ook dat ik hier blijf," zegt Jacobsen. "Mijn land heeft het recht om zich te verdedigen, maar ik vind de huidige vlaag van geweld disproportioneel. Israël is op dit moment niet bedreigd in zijn bestaan. Het is niet dat we door alle omliggende landen aangevallen worden. Maar als ik nu in Israël was, dan zou ik daar temidden van het kruisvuur staan. Terwijl ik als burger niet achter deze oorlog sta."

Door in de Gazastrook te dienen, is Jacobsens beeld van de Palestijnen veranderd. "Ik kom uit een religieuze familie die nogal conservatief en rechts is. Mijn moeder is een Amerikaanse zioniste. Tijdens mijn dienst ben ik gaan inzien dat Palestijnen gewone mensen zijn zoals Israëli's en alle andere volkeren. Wij willen allemaal vrede. Niet alle Palestijnen zijn terroristen, niet alle Israëlische soldaten zijn moordenaars. De gemiddelde Palestijn wil op zijn veld gaan werken om zijn gezin te kunnen voeden."

"In Israël heerst een ongeschreven wet die zegt: hoe meer Palestijnen je vermoordt, hoe populairder je wordt en hoe meer zetels je verwerft in het parlement. Niet alleen nu, dat is altijd zo geweest," zegt Eziddeen Tayeh sereen. "De andere reden voor deze nieuwe oorlog is de blinde steun van de VS aan Israël. Israël misbruikt ook het machtsvacuüm doordat Barack Obama nog niet op post is. Maar de vraag is: zál Obama iets doen?"

"De Qassam-raketten die vanuit Gaza op Israël afgevuurd worden, waren een voorwendsel om de oorlog te beginnen. Wij Palestijnen hebben het recht om ons te verzetten tegen de bezetter. De reden voor deze oorlog is de bezetting en het sluiten van de grenzen, waardoor Gaza de grootste openluchtgevangenis ter wereld is. Alles wat de Gazastrook binnenkomt, wordt door Israël gecontroleerd. Zij zorgen ervoor dat het volk ondervoed geraakt. De ondergrondse gangen naar Egypte dienen heus niet alleen om wapens te smokkelen, zoals de Westerse media beweren. Die tunnels dienen om eten te smokkelen, opdat ons volk niet verhongert," zegt Tayeh. "De Israë­lische politiek bestaat erin het volk in Gaza een langzame dood te doen sterven. Met de bombardementen vallen er meer doden, maar een staakt-het-vuren willen we niet, want sterven zullen we toch door het gebrek aan water, eten en gezondheidszorg. Er is een Europese en Amerikaanse samenzwering tegen Hamas. Het volk heeft Hamas democratisch verkozen, daarover waren alle internationale waarnemers het eens. Maar verkiezingen tellen blijkbaar niet als het resultaat jullie niet aanstaat."

Studentenvisum
Tayeh en Alshaikh vertellen hoe moeilijk het was om Gaza te verlaten om hier te komen studeren. Voor Alshaikh is dit overigens al de tweede poging. Vorig jaar had hij een Europese beurs en was zijn visum in orde, maar de checkpoints bleven gesloten en hij kon het land niet tijdig verlaten. Zijn visum verstreek en daarmee ook zijn droom om in Frankrijk te studeren. Deze keer is het wel gelukt, maar ook nu weer zijn er Palestijnse studenten verweesd achtergebleven. "Kun je je voorstellen wat dat voor hen betekent? Die haat om de dagelijkse onderdrukking is al zo groot, en dan gaat je droom om in Europa te studeren, ook aan diggelen."

Elisha Jacobsen wil dat Israël de aanvallen onmiddellijk vermindert. Hij gelooft dat het leger even doeltreffend kan zijn door kleinere en preciezere aanvallen uit te voeren. "Geweld lokt nog meer geweld uit. Dat leidt tot een negatieve spiraal waarin beide partijen vastzitten. De emoties laaien op, iedereen handelt uit wraak en uit angst, er wordt niet meer bij nagedacht. De situatie loopt uit de hand. Want tegen wie zijn we oorlog aan het voeren? We trachten terroristen te liquideren, maar er vallen altijd onschuldige slachtoffers. Nochtans sta ik erop jullie te verzekeren dat Israël geen burgers viseert. Tijdens de tweeënhalf jaar in Gaza heb ik nooit geweten dat er naar burgers geschoten is. Maar als je Hamas viseert in een dichtbevolkt gebied als Gaza, dan is het niet uit te sluiten dat er ook burgerslachtoffers vallen. Als we naar een school vuren, dan is de kans heel groot dat Hamas daar verschanst zit."

Een kortetermijnoplossing ligt volgens Jacobsen niet voor de hand. Hij vergelijkt graag met Europa. "Hoe is er vrede in Europa gekomen? Door samen te werken. Na de wereldoorlogen is de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, opgericht. Beetje bij beetje zijn de Europese landen steeds meer gaan coöpereren. Dat heeft voor duurzame vrede gezorgd na eeuwen van oorlogen. Hetzelfde is nodig voor Palestina. Die staat moet erkend worden - iets waar de meerderheid van de Israëlische bevolking achter staat -, en dan moet er samengewerkt worden. Palestina moet heropgebouwd worden, er moeten scholen komen, ziekenhuizen, gezondheidszorg, infrastructuur. En daarin kan Europa een grote rol spelen. Universiteiten kunnen hun deuren ook openzetten voor Palestijnen, dat is een goede manier om een volk vooruit te helpen," zegt Jacobsen, verwijzend naar zijn twee Palestijnse medestudenten.

"Maar de Europese hulp moet niet naar Palestijnse leiders gaan, want politici, van welke partij ook, steken vooral het geld in hun eigen zak. Ngo's ter plaatse moeten de heropbouw coördineren, zodat we zeker zijn dat de vrijgemaakte middelen in dienst staan van het Palestijnse volk, en niet van de corrupte elite."

De Palestijnse studenten geloven niet meer in een Europese tussenkomst. "Er zijn (op 7 januari, BT) al zevenhonderd doden gevallen, onder wie tweehonderd kinderen en honderd vrouwen. En wat doet Europa? Niets!" Tayeh excuseert zich. Hij wil nog eens proberen te bellen. Maar de telefoon aan de andere kant van de lijn rinkelt nog altijd niet.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni