Schimmel bedreigt voortbestaan vuursalamander

SDS
© brusselnieuws.be
02/06/2014

De vuursalamander dreigt in de komende jaren van het Brusselse grondgebied te verdwijnen. Hij komt nog maar op één plek in het Zoniënwoud voor, en wordt nu bedreigd door een schimmel.

De vuursalamander – of gevlekte landsalamander – valt op door zijn zwarte lijf met in het oog springende gele vlekken. Een kwaadaardige schimmel die de huid van de salamander aantast, heeft de populatie in Nederland al gedecimeerd. De vrees bestaat dat die ziekte naar België overwaait. Binnen een paar jaar kan de vuursalamander volledig van de kaart geveegd zijn, waarschuwen natuurorganisaties.

“In Wallonië zijn er al twee keer grote hoeveelheden dode dieren gevonden”, zegt Iwan Lewylle, projectmedewerker amfibieën en vogels bij Natuurpunt. “In Vlaanderen en Brussel nog niet, dus we weten nog totaal niet of de ziekte hier voorkomt of niet.”

Makkelijk is het ook niet om de stand van zaken in de gaten te houden. Lewylle: “Vuursalamanders zitten vaak onder de grond. Ze komen alleen ’s nachts boven als het geregend heeft. Dan kun je in bossen soms honderden geel-zwarte salamanders van zo’n 20 centimeter lang tegelijk zien.”

Drukke wegen in het woud
​De vuursalamander komt nog maar op één plaats in het Brussels Gewest voor: in het Zoniënwoud in Watermaal-Bosvoorde, zegt Olivier Beck, bioloog bij Leefmilieu Brussel. “Alle dieren hebben momenteel te maken met versnippering van hun habitat door vervuiling en verstedelijking. Door de drukke wegen in het Zoniënwoud zit deze groep geïsoleerd, de dieren kunnen niet op eigen kracht nieuwe stukken woud bereiken.”

Als de schimmel de Bosvoordse vuursalamanders bereikt, zou dat wellicht de doodsteek betekenen voor de vuursalamander in Brussel, zegt Lewylle van Natuurpunt. “In een populatie net over de Nederlandse grens overleefde maar 4 procent. Inteelt is dan het gevolg, waarna de groep aan andere ziekten ten onder gaat.”

In de tussentijd neemt Leefmilieu Brussel maatregelen. “We laten bewust dood hout liggen in kleine beekvalleitjes", zegt Olivier Beck. "Achter die ministuwdammetjes ontstaan dan kleine plasjes water waarin de larven tot ontwikkeling kunnen komen. De waakzaamheid is ook opgedreven. We hebben de boswachters gevraagd dat ze, mochten ze dode exemplaren vinden, die binnenbrengen voor onderzoek. Gelukkig is dat tot nu toe nog niet gebeurd.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni