Striptekenares Séraphine: 'Thuis in een mannenclubje'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
18/04/2010
"De jongste jaren steken vrouwen links en rechts de kop op, maar toch blijft de stripwereld een mannenclubje. Strips vertellen traditioneel jongensverhalen: cowboys en indianen, avonturen... Toch heb ik me altijd aanvaard gevoeld, zelfs al was ik de enige vrouw in het gezelschap." Met albums als France de Riga heeft Séraphine haar plaats in de Franse en de Belgische stripwereld veroverd.

Tekenen zat er bij Séraphine al van kleins af aan in. "Maar aan striptekenaar worden dacht ik hoegenaamd niet. Ik had thuis zelfs geen albums liggen, met stripverhalen kwam ik alleen in contact door de krant. 'Echte' cultuur daarentegen kreeg ik thuis met de paplepel mee: naar het theater, de opera, museums bezoeken... Ik droomde ervan styliste te worden: ik tekende almaar kledingstukken, naaide ook veel. Maar ik wist niets over opleidingen, én bovendien zagen mijn ouders mij liever een andere richting uit gaan. Dat ik uiteindelijk koos voor een opleiding aan Saint-Luc, en dan nog wel in striptekenen, viel dan ook niet echt in goede aarde. Maar ik heb doorgezet."

Vrijheid, blijheid
Ondertussen was Séraphine samen met haar ouders en vier zussen van Dinant naar Brussel verhuisd. "Mijn vader was textielingenieur, moeder zorgde voor het huishouden. Toen vaders fabriek haar deuren moest sluiten door de textielcrisis, besloten mijn ouders terug te keren naar hun Brusselse roots . Ik was achttien; voor mij was het een zegen. Gedaan met het pensionaat, plots was er de vrijheid, de blijheid, het begin van de onafhankelijkheid. Een opwindende tijd van ontdekken en plezier maken, en dan nog in Brussel, de stad waar het allemaal gebeurde."

"Op Saint-Luc vormden we een hechte vriendenkring; onze professor, Claude Renard, was een schitterende mentor. We hebben samen ons eerste album uitgebracht, Le neuvième rêve , en er op het ondertussen befaamde stripfestival van Angoulême een prijs mee behaald. Al de tekenaars die in dat album hun eerste verhaal op papier hebben gezet, zijn nu bekend, en we zijn nog steeds vrienden."

Met de jaren is Séraphine zich een echte Brusseles gaan voelen. "Het is hier aangenaam om te leven én het is het centrum van Europa, wat verplaatsingen naar het buitenland heel praktisch maakt. Cultuur à la carte, ook. Maar veel buitenkomen is er voor mij niet bij: er is mijn werk, de zorg voor mijn drie kinderen. Mijn sociale leven beperkt zich grotendeels tot thuis en de vriendenkring van onze straat. Waar ik enorm kan van genieten, is hier in de buurt kuieren; nog altijd maak ik elke avond een ommetje. In de stad zelf - de hoogstad, het centrum - kom ik weinig. Of het moest voor een speciale gelegenheid zijn, een tentoonstelling, een spektakel, een theateropvoering. Hier in de wijk heb ik alles wat ik nodig heb."

"Ik voel me goed in Brussel, maar toch zijn er een aantal dingen die me tegen de borst stuiten. Er is met de jaren toch zoveel vernield, ze zouden beter hun best moeten doen om de pareltjes van architectuur, die Brussel ondanks alles nog rijk is, beter te beschermen, en ze zouden meer aandacht moeten besteden aan het groen, de kleine tuintjes inbegrepen. Het is natuurlijk zo dat elke zichzelf respecterende grote stad zich constant opnieuw moet uitvinden. Maar dat moet weloverwogen en passend gebeuren, niet in het wilde weg."

"Spijtig is ook dat de traditie van hoogstaande sociale woningbouw, die in de eerste helft van vorige eeuw pareltjes - mooi, leefbaar - heeft opgeleverd, verdwenen is. Nu is het toch allemaal zo grijs, zo fantasieloos. Kazernestijl. Geef de mensen een mooie omgeving om te wonen, met een aangename behuizing, en ze zullen die omgeving en die behuizing respecteren."

Rose d'Elisabethville
De buurt waarover Séraphine het heeft, is die van Berkendaelstraat. Een oase van rust, opzij van de drukke Charleroisesteenweg. Samen met haar man André Moons en hun kinderen - 23, 19 en 13 - heeft Séraphine er haar nestje, inclusief tekenstudio en reclamebureau.

"Na mijn studie heb ik als decortekenaar een tijdje meegewerkt aan de animatiefilm Les maîtres du temps van wijlen René Laloux en Moebius; daarna heb ik met André - die ook tekenaar is - ons agentschap opgericht: van striptekenen leven was een utopie. Tegelijkertijd ben ik begonnen aan mijn eerste reeks, Hybrides . Daarin wordt de mens na een bacteriologische oorlog geconfronteerd met het feit dat hij zich niet meer kan voortplanten."

Daarna volgden Ascension en het tweedelige France de Riga , een mijlpaal. Voor dat verhaal van wraak dat zich afspeelt in 1800 met een sterke vrouw als spilfiguur, koos Séraphine, in dit computertijdperk, voor rechtstreekse inkleuring op papier. Nu werkt ze tegen de klok aan Rose d'Elisabethville , met Brussel als decor, dit keer in samenwerking met een scenariste, Thilde Barboni.

"Alles moet binnen zijn tegen 15 mei - ik moet nog een tiental pagina's afwerken -, want het album verschijnt in augustus bij Dupuis. Het is meteen ook mijn eerste album dat zowel in het Frans als in het Nederlands verkrijgbaar zal zijn. Het verhaal draait rond de belevenissen van een jong Belgisch koppel, Eric en Rose, in de perio­de van de onafhankelijkheidsverklaring van Congo. Hij covert als journalist - met een uitgesproken sympathie voor Lumumba - de gebeurtenissen in Congo, zij is verpleegster en verzorgt gerepa­trieerde Belgen. Rose heeft ook als klein meisje in Congo gewoond, en op een gegeven ogenblik krijgt ze een pakje uit Congo, met een Afrikaans masker en een armband. Het masker vindt Rose zo afschuwelijk, het boezemt haar zelfs angst in, dat ze het besluit te schenken aan het museum van Tervuren. Daar ontmoet Rose een jonge Congolese poetsvrouw, met wie ze een voorgeschiedenis blijkt te hebben: ze heeft het meisje nog verdedigd toen bezoekers apennootjes naar haar gooiden tijdens Expo 58. Het zet een hele reeks van gebeurtenissen in gang, tegen de achtergrond van de onafhankelijkheid."

"Dat de publicatie van het album samenvalt met de vieringen van vijftig jaar onafhankelijk Congo, is louter toeval; het begin van de jaren 1960 is gewoonweg een scharniermoment van optimisme en goede smaak dat me heel erg boeit."

Twee voorbeelden van die goede smaak zie ik staan op een tekentafel in de maagdelijk witte studio. Een replica van een Fiat 500, en een van een Triumph. Zin voor detail en authenticiteit zijn voor Séraphine heel belangrijk. "Ik heb hier beneden en boven een grote bibliotheek, vooral met naslagwerken. Over schilderkunst, etsen, Brussel, architectuur... Maar mijn opzoekwerk beperkt zich niet tot mijn bibliotheek. Voor France de Riga heb ik veel tijd met mijn schetsboekje in musea doorgebracht om details uit schilderijen na te tekenen, en een vriendin uit Hamburg, die historica is, heeft me erg geholpen door me historische prenten te bezorgen. Verder heb ik nogal wat processen-verbaal van de politie van rond 1800 gelezen, en reisverhalen van adellijke vrouwen, opgetekend door de geestelijke die hen traditioneel vergezelde. Ingewikkeld is het niet echt, maar wel erg tijdrovend. Al bij al heb ik er vijftien jaar over gedaan om het tweedelige verhaal helemaal uit te werken."

"Ik ben aldoor bezig, al heb ik mijn activiteiten voor het reclameagentschap afgebouwd. Echt niets doen: ik weet niet wat dat is. Ik hoop dat ik het er dit jaar in de vakantieperiode toch een beetje van kan nemen. Maar ja, ben je creatief bezig, dan is rust nooit je deel."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni