Leo Timmers 2

Tekenaar en auteur Leo Timmers: na de Smurfen, de Timmerdieren

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
21/10/2015

Negen maanden tekent Leo Timmers aan een kinderprentenboek, één hoog in Jette. ‘Garage Gust’ is net af. “Het is de schildertijd die de kleurplaten hebben gekost, die maakt dat de kwaliteit opvalt,” zo verdedigt hij kordaat zijn werkritme. Ondertussen stelt hij op het Cartoon Forum in Toulouse wel zijn tv-series voor met animatiefilmhuis Grid van Brusselaar Mark Mertens. In 3D gaan Timmers’ dieren de wereld veroveren, beginnend met ‘Ziggy en de Zootram’, te zien rond Pasen 2016, op Ketnet.

O p de speelse kat na, is het stil ten huize Timmers om de hoek met de Charles Woestelaan. Mister Billy Blue kruipt met een bolletje onder het tapijt als we willen spelen. De contrabas en de compactpiano van de tienerdochters staan in de hoek tussen zit- en eetsalon. Het tuinlicht valt ruim binnen. Eenzelfde grote oppervlakte met daglicht op de eerste etage dient als tekenkamer, annex kraaknettte kinderboekenbibliotheek en lounge chair voor de kunstenaar zelf. “Hier, het eerste stripboek dat ik tekende,” glundert Leo Timmers (°1970), en hij laat een netjes geconserveerd Jommekesachtig stripverhaal zien (zie kaderstuk) – te mooi om uniek te zijn. Vandaag herken je Timmers’ stijl uit de duizend. Het dierenspel Muis Klodder van speeldozengigant Haba, grappige bedflanktekeningen voor de Deense beddenfabrikant Lifetime, krokodillenpoten aan tuingerief (Igadu) of kinderhorloges (Baby Watch): de naam Timmers dirkt het merk op als Madonna, Versace en Wang met hun H&M-collectie.

Laagjes
Timmers, in Ben Sherman-polo: “Voor mijn nieuwste prentenboek Garage Gust ging het niet anders dan voor andere boeken: het duurt altijd acht tot negen maanden. Eerst moet het idee rijpen. Dan volgen vier maanden aan schetsenwerk en verhaalpuzzelen. En dan nog vier tot vijf maanden verfschilderen, van ’s ochtends tot ’s avonds. Elk boek stelt zijn eigen wetten en leesniveaus. Garage Gust stelt het creatieve, oplossingvindende centraal. Er zitten zoals steeds, door het lang denkproces, ook ‘laagjes’ in, zoals een ecologische boodschap. Ik vind het meer dan ooit interessant om met textuur te werken en te tonen dat ik het medium schilderen gebruik. Vandaar die kleurevoluties in het boek (de dag verglijdt in kleur tot nacht, red.).”

Timmers heeft die schilder- en tekenhandigheid van jongs af opgebouwd. “Als jongste met twee oudere zussen, zat ik altijd braaf binnen te tekenen in het atelier van mijn vader die landschapsschilder en beeldhouwer was (Staf Timmers, red.). Continu gaf hij me feedback. Als hij het gras afreed, liep ik naar hem: ‘Die arm moet anders,’ kreeg ik dan zoal mee. Op school kon ik enkel met tekenen uitblinken, ik had dyslexie. Ik tekende alles in spiegelbeeld. Alle cijfers draaide ik om. Na twee jaar lyceum stuurde vader me naar de kunsthumaniora, dat ging al beter. Later opteerde ik voor Grafische Vormgeving en Publiciteit in Sint-Lucas (Hasselt), maar het zou mijn ding niet zijn. Toen ik ging werken in Brussel, bij het reclameagentschap Columbia in de buurt van het Hiltonhotel, hield ik het snel voor bekeken. Ik ontwierp er affiches met een marker, maar de klanten hadden alsmaar andere ideeën. Ik logeerde samen met een vriend in het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht, waar mijn nonkel-broeder leefde. Ik was 22, en was voordien amper de provincie Limburg uit geweest. Reizen zat er thuis niet in – we hadden in Houthalen alles zei mijn vader, een grote tuin en een zwembad. Maar toen, in 1992, in het Brusselse nachtleven na kantoortijd, ging de wereld voor me open. Ik had van kinds af geïnvesteerd in tekenen, en ik wou dat ook los van een bureauleven doen. Zo kwamen de opdrachten voor Humo, Knack en andere opdrachtgevers.” Wel honderd boekillustraties heeft Timmers gemaakt en tientallen prentenboeken. De grote doorbraak kwam in 2000 met de Boekenpluim voor Blij met mij (Clavis), snel gevolgd door de Eerste prijs Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen jaren na elkaar vanaf 2005.

Of zijn dochters de inspiratiebron zijn of waren voor de kleuterverhalen, willen we weten. Timmers: “Kinderen hebben doet er in deze niet toe. De grootste kinderboekenauteurs hebben vaak geen kinderen. Sommige van die schrijvers kunnen zelfs niet goed overweg met kinderen. Als bron voor mijn verbeelding grijp ik altijd terug naar mijn eigen kindertijd. Wel vind ik het belangrijk dat ik dingen maak die kinderen van een bepaalde leeftijd begrijpen. Veel kinderboeken zijn te complex voor kinderen, en die valstrik mijd ik net. Ik voel zelf wel aan wat te moeilijk of ingewikkeld is voor een kind. Daarvoor moet ik vertrekken van eenvoudige, herkenbare dingen zoals voorwerpen. Een bad dient gewoon als bad, zo simpel ‘leest’ dat voorwerp. Een gulden regel daarbij is zoeken naar eenvoud in wat je vertelt, en dat geldt zowel voor kinderen als voor volwassenen. In het geval van illustraties moet je gewoon bij de eerste blik alles begrijpen. Toen ik voor Humo werkte was die eenvoud in het beeld er ook al.”

Visueel vertellen

Garage gust mockup
“Vandaar dat mijn kinderboeken wellicht ook in zoveel talen vertaald worden. Al is het toppunt van die helderheid natuurlijk het boek Boe, waar maar één woord in komt. Al krijg ik de reactie wel eens dat ouders meer tekst willen. Anders moeten ze bij de beeldlectuur meer zelf gaan verzinnen, en dat vinden ze soms moeilijk of soms tijdrovend. Gewoon een tekstje voorlezen gaat sneller, is makkelijker. Maar ik wil dat kinderen alles al meteen begrijpen bij het zien van één beeld. Jarenlang ben ik vertrokken vanuit de tekst, van iemand anders. Ik werd dat kotsbeu omdat die tekst op zich staat en de tekenaar er ‘iets’ aanvullend moet bij maken. Ik ben dan zelf beginnen te schrijven (nu al een tiental boeken, red.). Met het eerste boek Wie rijdt, opgebouwd rond een eenvoudig idee, zat het meteen raak. Het werkte en gaf een sterk vertrouwen.”

Waar de kracht in Timmers boekjes ligt, is van een universele orde. Timmers: “Het prachtigste verhaal is niet altijd het beste om visueel te vertellen, dat merk je aan romans die zich niet tot verfilming lenen. De echte functie van een kinderprentenboek is visueel vertellen, met tekeningen dus. Vandaar dat het kindervertelboek het medium van de illustrator is. Dat ben ik pas gaan beseffen toen ik zelf boeken ben gaan schrijven, na jarenlang in opdracht meer dan honderd publicaties geïllustreerd te hebben voor uitgevers als Zwijsen, Averbode, Clavis,… “

Toch even terug naar een oud interview over het meest succesvolle kinderboek Diepzeedokter Diederik, inmiddels vertaald in een twintigtal talen van het Russisch en Koreaans en Fins tot in het Japans. Timmers: “Toen BDW als eerste in 2009 bekendmaakte dat een Canadese filmproducent met dit verhaal in zee wou gaan voor een animatiefilmreeks, krijg ik veel kritiek op het hoofd van mijn uitgever. Ik stond op het punt om het contract te tekenen voor een 26-delige tv-serie. Maar ik heb me toen bedacht, bang van wat dit engagement met mij en mijn tekeningen zou gaan doen. Uiteindelijk ben ik hiervoor ook bij uitgeverij Clavis weggegaan, en pas sinds 2014 heb ik mijn rechten terug gekregen. Kort nadat ik BDW dat filmplan had verteld, kwam een Belgische filmproducent, Mark Mertens, naar me. Ook hij was geïnteresseerd in dat verhaal. Ik moest hem wandelen sturen omdat de rechten niet vrij waren, en dat vond hij jammer. ‘Heb je niets anders liggen’ vroeg hij nog. En toen ben ik gaan zoeken in mijn ideeëndoos. Daar lag een oud idee getekend: Zoo Station. Het ging om een ‘turbotram’ die van de jungle tot Antarctica dieren gaat oppikken om uiteindelijk in een dierentuin te belanden. Daar spelen de dieren ‘dier voor een dag’. Dat verhaal brengt Brusselaar Mark Mertens met zijn filmhuis Grid Animation (Grid Brussels/Grid-VFX) in productie. En vermits ik ondertussen de rechten van Diederik ook terugheb, kon Grid ook daar een serie over starten.”

Mega-tv-series
“Twee weken terug hebben we op het Cartoon Forum in Toulouse (jaarlijkse beurs voor tv-animatiefilms) de tv-reeks Deep Sea Doctor Derek voorgesteld. Daarvoor heb ik heel de onderwaterwereld uitgebreid met andere dieren dan in het boek. Bedoeling is dat buitenlandse zenders dit gaan tonen, ook Ketnet doet mee. Drie jaar terug hebben we op hetzelfde Cartoon Forum Ziggy en de Zootram (werktitel was Zoo Station, red.) voorgesteld. Die reeks gaat Ketnet wellicht al in maart-april 2016 op tv brengen. Het wordt een 52-delige reeks van elf minuten per stuk. De eerste 26 scenario’s hebben we al geschreven, we zijn ze aan het animeren. In China wordt alles verder uitgewerkt. De dieren maken een heel parcours met de tram, dus dat vraagt een gigantisch proces van decorsontwerpen.”

Plots komen die twee animatiereeksen op kruissnelheid. Timmers: “Ik moet het overzicht kunnen vrijwaren dat decors en personages met elkaar stroken. Het zou kunnen dat ik voor Diederik misschien zelf ga regisseren, dus nog meer betrokken word, wat ik heel boeiend zou vinden.”

“Uiteraard leeft een kind vandaag in en met het digitale als medium. Maar als je samen wilt lezen met je kind, dan heeft een vast beeld zoals een tekening, die dus niet beweegt, veel meer impact. De verbeelding stimuleren door een prent heeft alles te maken met het begrip tijd. Voor een boek kan je tijd nemen en kiezen, een film bepaalt zelf de minuten die je krijgt om te volgen. Als de fantasie moet gestimuleerd worden, maakt dat precies het verschil voor een kind. En een boek gunt net alle tijd om er zin in te krijgen, om er in op te gaan.”

-------------------

Eerste strip Leo Timmers Anneke en Flipke
Eerste stripverhaal

Eerste stripverhaal ‘Mijn eerste stripverhaal. Even voorstellen. Ik ben Leo Timmers, geboren 12 februari 1970, en woon aan de Herebaan-Oost 113, Houthalen. Van kleins af, maar ik ben nu nog klein, was potlood, papier en kleefband mijn geliefde speelgoed. Ik knutselde allerhande: vogels, boten, huisjes en noem maar op. Maar stilaan naarmate mijn hand iets vaster werd kwamen figuurtjes op papier, en sinds enkele jaren zelfs een klein tekenverhaal, van een of twee bladzijden. Een kleine salontafel in de woonkamer deed tot voor kort dienst als tekentafel. Vandaag, Paasdag 3 april 1983, toon ik u mijn eerste echt stripverhaal: De avonturen van Anneke en Flipke.’ (Eigenhandig geschreven op het eerste schutblad van Timmers eerste strip, red.).

Leo Timmers stelt zijn nieuw boek Garage Gust (uitgeverij Querido) voor op zaterdag 24 oktober om 15 uur bij Muntpunt, Muntplein 6, Brussel. Timmers leest voor en maakt live tekeningen. Jeugdauteur Edward van de Vendel gaat in gesprek met Timmers. Gratis toegang na inschrijving via www.muntpunt.be

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette, Samenleving, Cultuurnieuws, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni