Vardan Hovanissian, dudukspeler: ‘De duduk, en diepe droefenis’

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
05/11/2011
“Elke keer als ik na optredens in het buitenland weer in Brussel kom, voelt het als thuiskomen. Brussel is mijn multiculturele thuis, waar ik veel nieuwe vrienden heb mogen maken. Vooral collega-muzikanten: Marokkanen, Tunesiërs, Belgen, Grieken... Vrienden zonder grenzen: een wereld vol muzikanten zou een wereld zonder oorlog zijn, zonder racisme.” Vardan Hovanissian kwam vijftien jaar geleden van Armenië naar België om te ontsnappen aan de economische miserie na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

M et open armen ontvangen ze me: Vardan Hovanissian, zijn vrouw Sona en hun zoon Spartak (14). Op de salontafel staan koffie, chocoladetaart van het huis, een korf vol zoetigheden. In de buffetkast staat een mooie verzameling klarinetten. Toch is en blijft Hovanissians favoriet de duduk . Dat dubbelrietblaasinstrument is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van zijn vaderland Armenië. Het is ook een van de oudste instrumenten in zijn genre, dat sinds twee jaar op de lijst van immaterieel cultureel werelderfgoed van de Unesco staat. De klank, dat is de ziel van Armenië. Mijn gastheer lacht: "Symbolisch gesproken mag de duduk naast onze nationale vlag staan."

Twaalf jaar was Hovanissian toen hij muziek begon te spelen. "Mijn vader was molenaar, mijn moeder werkte in een stomerij. Een familie van artiesten waren we niet, maar toch heb ik van kleins af mogen ervaren hoe mooi het is om je gevoelens te uiten door klank. In gedachten hoor ik nog steeds de liederen die van mijn vader zong, zowat de hele dag door. Hij had onmiskenbaar talent, maar zijn beroep ervan maken was helaas een utopie: hij was een kind van de Tweede Wereldoorlog, opgegroeid in moeilijke tijden; er moest brood op de plank komen, en dat kon alleen door te werken. Hard te werken. Maar zijn zegen om mijn weg in de muziek te zoeken, die had ik. Eerst heb ik kort de accordeon verkend, maar al gauw ben ik gaan focussen op blaasinstrumenten, te beginnen met de shvi die ik van vader had gekregen. De volgende logische stap was de duduk."

"Na het behalen van mijn diploma aan de hogeschool ben ik al snel kunnen gaan optreden. Weliswaar altijd binnen de grenzen van de toenmalige Sovjet-Unie: moeilijk om er binnen te geraken, nog moeilijker om er buiten te geraken. En toen, eind jaren 1980, werd het IJzeren Gordijn neergehaald. We konden met onze muziek naar het Westen: Canada, Engeland, Frankrijk... Kennismaken met de westerse wereld vond ik een verademing. Beschaafde mensen, gecultiveerde mensen, een groot gevoel van vrijheid."

Het eerste voorproefje van België kwam er in 1993: op tournee met de groep Ararat. Hovanissian verbleef toen twee weken in Saint-Ghislain. "En in '94 stond ik hier weer. Op vraag van vrienden, om met hen samen te werken. We hebben toen vooral opgetreden in de Russische, Armeense en Georgische gemeenschap. Huwelijksfeesten en dergelijke: andere optredens vastkrijgen was moeilijk. Na een jaar ben ik dan ook met hangende pootjes naar Armenië teruggekeerd. Maar daar kreeg ik nog hardere noten te kraken. De economie lag op apegapen, veel mensen hadden thuis zelfs geen elektriciteit of gas meer. Cultuur stond helemaal onder op de lijst van de behoeften; voor muzikanten was er amper werk. Het waren groeipijnen voor een regio die omzeggens van de ene dag op de andere overvallen was door het kapitalisme. Het was geen leven die naam waardig, en ik besloot me definitief in het Westen te vestigen. Samen met Sona, toen nog mijn verloofde, nu mijn vrouw. Met zijn tweetjes naar België, naar Brussel. Want hier woonden bevriende muzikanten, die voor onderdak konden zorgen."

Integreren
Twee werden er al gauw drie toen Spartak ter wereld kwam. Drie gelukkige Brusselaars. Volmondig, in het Frans: "Het enige waar we niet van houden, is het weer. Dikwijls koud, te veel regen."

Vardan: "En het verkeer, al de files. Straten versmallen, zoals te pas en te onpas gebeurt, is niet de oplossing. Het maakt de verkeersindigestie en de schade aan het milieu er alleen maar groter op, omdat iedereen constant met draaiende motor stilstaat. Maar voor de rest zul je me niet horen klagen. Het culturele leven is hier onvoorstelbaar verscheiden en rijk. En als er dan toch zorgen zijn: een beetje voetballen in het Boudewijnpark, en het is allemaal zó weer vergeten. Ik vind het trouwens tof dat er zoveel parken zijn in Brussel, waar je kunt flaneren en herademen midden het groen. Dat ontbreekt in mijn geboortestad Jerevan, en dat valt me op telkens als ik terugkeer."

Sona: "Toch was het moeilijk in het begin. De mensen waren gastvrij en vriendelijk, maar helemaal opnieuw beginnen, je leven heruitvinden, dat is en blijft een zware uitdaging. Ik was ver van mijn familie, waaraan ik zo gehecht ben, zoals elke Armeniër."

Vardan: "Aanvankelijk voelde het als een ballingschap. Geregeld terugkeren naar Armenië, naar onze familie, kon ook al niet, omdat we niet over de nodige papieren beschikten. Nu is dat probleem gelukkig van de baan. De familie is echt wel een hoeksteen van de Armeense maatschappij. Daarom ook heb ik mijn ouders laten overkomen zodra ik de Belgische nationaliteit had verworven."

Ondertussen is het gezin Hovanissian perfect geïntegreerd. "De eerste Armeense diaspora naar het Westen is er gekomen na de genocide door de Turken in 1915. Die uitwijkelingen hebben zich heel snel aangepast aan hun nieuwe omgeving: ze hebben hun weg gezocht en gevonden in de diamantindustrie, in vrije beroepen als advocaat en geneesheer. De tweede emigratiegolf kwam er door het instorten van de economie, de plotse overstap naar het kapitalisme na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. En alweer bleek toen dat Armeniërs goed kunnen integreren in een nieuwe omgeving. En zo hoort het ook. Respect voor de wetten en regels van een gastland, open staan voor wie je gastvrijheid verleent, is niet meer dan normaal in mijn ogen."

Melancholie
Privé gaat het Vardan Hovanissian voor de wind, en ook professioneel heeft hij niet te klagen. Hij staat op podia in de vier windstreken, is begeleider van de beeldmooie Ladino-vertolkster Yasmin Levy, speelt in de multiculturele Brusselse groep Blindnote, heeft twee cd's op zijn naam staan met de groep Arax, geeft les bij Muziekpublique. Met de duduk als onafscheidelijke kompaan. "De duduk was lang een goedbewaard geheim voor het Westen, tot Peter Gabriel ermee uitpakte op de soundtrack van Martin Scorseses The last temptation of Christ ."

De schoonheid van het instrument mag ik ontdekken bij een kleine demonstratie. Het klinkt een beetje als de menselijke stem, warm, een beetje nasaal. Eén octaaf en een kleine terts maar, en toch zo rijk. Het gevoel is pure melancholie. "De geschiedenis van Armenië is dan ook beladen met droefenis, met als triest dieptepunt de genocide door de Ottomaanse troepen. Die melancholie wordt nog eens gevoed door het feit dat veel Armeniërs buiten hun geboorteland leven."

"Door de duduk zijn er mensen die Armenië ontdekken, een land waar ze niets van afwisten. Ik heb zelfs een Belgische leerling gehad die er een huisje heeft gekocht en er nu woont."
"Op het eerste gezicht lijkt de duduk een simpel instrument, inderdaad. Maar schijn bedriegt. Het leeft, het heeft geheimen. De grote kunst is om het specifieke geluid - de ziel - te ontdekken; de techniek bijschaven komt achteraf wel. Het is ook een heel veelzijdig instrument: het past bij jazz, in klassieke muziek, voor feestmuziek, maar het kan ook op zich staan."

"Ook in Georgië, Azerbeidzjan en Turkije wordt op de duduk gespeeld. Elk van die landen heeft een eigen geluid, dat ik met de ogen dicht kan identificeren. Het Armeense is het warmste van allemaal, en dat komt omdat wij abrikozenhout gebruiken."

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette, Samenleving, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni