verena hanf

Verena Hanf, romanschrijfster: De valse angst voor het onbekende

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
01/10/2014

Hoe zeemzoet ontspannend haar tweetal 'stationsromans' ook zijn – met herkenbare typetjes als Simon, een gedumpte echtgenoot die de sleur van zijn relatie inziet, of Enrique, een illegale Boliviaan die de vrouwelijkheid van een oude bes opwarmt schrijfster Verena Hanf kan haar gedrevenheid niet verloochenen: 'mensenrechten boven alles'. Uit welke achtergrond een auteur zich na veertig jaar ontpopt, krijgen we te horen bij een kopje met krokante chocoladesticks.

"Waar ik me nog aan stoor? Aan die theehuizen die Brussel kent en waar je als vrouw niet binnenkan of durft. Of aan zo een vrouw die zwart als een raaf, zo triest ingepakt van kop tot teen, de zomerwarmte trotseert. Ik zou hen willen toeroepen ‘Sesam, open u!’. In oorsprong zijn we toch allen gelijk, of niet soms? Waarom gaan mensen dan zo niet om met elkaar? Ik denk dat opvoeding, het leven en het milieu waarin je vertoeft al genoeg zorgen voor het ontstaan van schotten. Je beslist toch zelf om die ballast te dumpen. Trouwens, een gemengd sociaal milieu, zoals dat in Brussel door de verscheiden populatie aanwezig is, biedt meer troeven dan elders om sterk te staan in de wereld. Ik herinner me dat ik als kind in Freiburg nooit wou dat mijn moeder Frans met me sprak op straat, omdat sommige mensen ons dan nakeken omdat we een andere taal spraken. Daar waar mijn kinderen vandaag in Schaarbeek zonder schroom switchen van Frans naar Duits en omgekeerd. (Hanf spreekt thuis Duits met haar zonen van acht en elf, haar Waterloose man spreekt Frans met hen, red.). Mijn zoon speelt voetbal bij FC Kosova Schaerbeek omdat het vlakbij is. Wat heeft het voor belang welke oorsprong de spelertjes hebben? Hij voelt zich er als een vis in het water. Ik hoor hem iemand benoemen als ‘die kleine met zijn rare T-shirt’, terwijl ikzelf voorbijgestreefd zou zeggen ‘ce petit Mouss’. Ze staan in die voetbalploeg niet meer stil bij nationaliteiten. Positief, toch?”

Blauwe lippen
Verena Hanf ratelt als een ICE-trein in twee talen over haar biotoop van vandaag en gisteren. Haar moeder van Libanees-Egyptische afkomst heeft als jonge vrouw het Egypte van Nasser verlaten zoals zovelen uit een welstellend milieu, uit angst voor de maatregelen van de socialistische regering, onder meer inzake onderwijskansen. “Mijn moeder kwam uit een melkitisch Grieks-katholiek gezin. In Freiburg studeerde ze kinesitherapie, en leerde er mijn vader, een katholiek uit Düsseldorf kennen. Samen met mijn oudere broer, die in het Europacollege in Brugge les geeft, maar nu in Alicante woont, heb ik mijn jeugd in Freiburg doorgebracht. Doordat mijn nonkel in België woonde kwam ik Politieke en sociale wetenschappen studeren in Louvain-la-Neuve, zodat ik mijn Frans kon verbeteren. Nadien volgde ik nog Internationale betrekkingen en Europese politiek in Luik, en twee jaar Journalistiek in Mainz. Met een werkbeurs voor journalisten van het Institut für Auslandsbeziehung koos ik ‘heel exotisch’ om voor de Roemeense televisie in Boekarest te werken. Uiteindelijk werkte ik er maar zes maanden, voor een tv-programma voor de lokale Duitse minderheid. Ik kreeg antwoord op een sollicitatie als redacteur bij Blickpunkt – Latin Amerika, het trimestriële fondsenwervingsblad van een ngo. Eenmaal per jaar mocht ik naar Zuid-Amerika, waar mijn ogen opengingen. In Bolivië bijvoorbeeld maakte ik verkleumd op 4.000 meter hoogte mee, dat mensen zonder iets en kinderen met blauwe lippen van de koude me hun aardappelen en schamele dekens deelden. De extreme gastvrijheid en hulpvaardigheid, ondanks de armoede, stond beschamend haaks op hoe we hier met vreemden omgaan.”

Paranoia
Plots herkennen we Hanfs pen. Een jonge Boliviaan vinden we in haar roman Tango tranquille (2013) terug als illegaal die in Ukkel tracht te overleven om zijn familie geld te sturen. Hij denkt: ‘wat staar je me zo aan, ik ben niet gevaarlijk, vanwaar die argwaan?’. Een gescheiden vrouw van zestig ontfermt zich stuntelig-terughoudend over hem. In Simon, Anna, les lunes et les soleils (2014) worden andere vooroordelen de kop ingedrukt. “Met mijn ecologiebewust Duits kantje stoor ik me nog wel eens aan stereotiepen, als scholieren die papiertjes strooien op de stoep. Maar dit staat ver van de angsten voor en stigmatisering van de andere. Zelfs in kranten lees ik verschrikkelijke uitspraken over migratie. Dan denk ik, wat zint die mensen. Hebben ze zuivere dynamiet gegeten of wat? Ik wil daar tegenin gaan, zoals mijn personages subtiel doen. Het literatuurhuis Passa Porta had eens een avond georganiseerd met Nederlandstalige en Franstalige schrijvers, die een kortverhaal over Brussel brachten. Ik schreef ‘De spiegel’, een eerder amusante anekdote, die ik op een moment van extreme zenuwachtigheid beleefde (zie samenvatting in het kaderstuk). Het portretteert de confrontatie die iedereen wel eens meemaakt wanneer plotsklaps alle vooroordelen de kop worden ingedrukt. Eerst die paranoia, dan dat ongelooflijke goed gevoel. Uiteindelijk is iedereen ‘adorable’”.

Melig
Hoe ze enkele jaren terug na haar veertigste vrijetijdsschrijfster werd, weten we na de derde koffie en het vijfde chocoladestokje nog niet. Het stilleven in huis, uitkijkend op de bomen van het Josaphatpark, zal het niet verraden. “Ik woon al sinds 2001 met mijn man in Brussel, eerst beroepshalve pendelend tussen Koekelberg en Essen, sinds 2006 definitief in Schaarbeek. Ik zeulde mijn oudste zoon jaren voor een halve week mee naar de Duitse crèche over de grens. Uiteindelijk werd dit dubbelleven verspreid over twee appartementen te hectisch. Nu ben ik enkel maandag en dinsdag in Duitsland en werk ik vanaf woensdag thuis in Schaarbeek voor het Duitse ngo-blad. Om uit de routine van het werk te geraken dacht ik iets sympathieks te doen. Graag had ik Sculptuuratelier gevolgd, maar de avond paste me niet. Mijn moeder raadde me dan maar de Schrijfcursus aan, en wat bleek? Het is inderdaad wat anders dan die ernstig-realistische teksten die ik beroepshalve produceer. Eigenlijk amuseerde ik me er rot: mensen en situaties out of the blue uitvinden, het gaf me veel plezier. Ik schrijf sindsdien als ontspanning ’s avonds, want we hebben toch geen tv. En mijn verzinsels ontspannen me ook tijdens de vakantieweken in de Elzas, in het buitenverblijf van mijn jeugd (De Munstervallei komt ook terug in haar jongste roman, red.). Al heb ik het nog moeilijk om me te definiëren als auteur. Mijn debuutroman van vorig jaar gaf me veel zelfvertrouwen als schrijver. Ondanks de luttele persaandacht werd ik verkozen voor zes lezersprijzen, en won er twee. Dat het de lezers zijn die me ‘beminden’ is het summum voor mij. Uiteraard zijn er onbewust karakters in mijn boeken die ergens mijn pad hebben doorkruist. Een Violette die als ik van lekker eten hou. Een Simon, die wat ‘melig’ is, want hij laat zijn comfortabel leventje kabbelen. Het is het type dat zich in gemakzucht nestelt in een relatie, die allesbehalve pittig blijft. Iedereen herkent die koppels wel rond zich. Ze worden maar terug pittig als ze gescheiden zijn.”

Meer evenwicht
Hongerig naar meer tijd samen om Hanfs fantasie te doorgronden, heb ik nog een vraag. Wie wilt u bevallen met uw vrouwenromans, vraag ik botweg, te beschaamd om nog een chocoladestokje te bedelen. “Ik amuseer me gewoon met die filmische verhalen. Ik beken dat het geen hoogstaande literatuur, politieroman of historisch werk is. So what? Een boek moet niet altijd moeilijk zijn, en mag gewoon wat ontspannende uren aanbieden. Voor mij is lezen gewoon un bon petit moment hebben, een leuke tijd, en dat wil ik delen. Mijn man wou ook liever dat er meer slaande autodeuren, achtervolgingen en seks in voorkwam. Het zij zo. Het volgende manuscript ligt klaar, al moet ik het einde nog herbedenken - ditmaal lukt het niet zo snel. Ik denk dat ik door verzinsels te gaan uitschrijven in een roman, na 42 jaar van gehaastheid wat rustiger aan het worden ben. Ik (ver)oordeel minder vlug. De leeftijd heeft mildheid en geduld in mijn leven gebracht. Mijn politiek en ecologisch engagement deed me altijd het vingertje opsteken. Er is nu meer evenwicht, ook dankzij dat settlen in deze stad. Ik zie Brussel nu door een wijzere bril. Ik heb hier gemerkt dat apart Franstalig en Nederlandstalig onderwijs achterhaald is, als je de samenleving observeert. Er zouden meer gezamenlijke excursies, taallessen en uitwisselingen tussen beide netten moeten zijn, er liggen kansen te over in deze stad. Je moet integratie als een verrijking zien en niet als een gevaar. Het is net daarom dat ik van Brussel houd; niemand is hier vreemdeling voor elkaar.”


Beide boeken verschenen bij Le Castor Astral - Escales des Lettres, www.francisdannemark.be

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni