Verloren verleden: Prostitutie in de Middeleeuwen
In de Stoofstraat tierde de prostitutie welig. Nu trekken duizenden toeristen naar de Stoofstraat voor een foto van Manneken Pis. Maar in de Middeleeuwen was 'een stoof' een publiek badhuis, een sauna die door een kachel werd verwarmd.
In die tijd beschikte de bevolking nog niet over een eigen badkamer. Daarom trokken veel Brusselaars een keer per week naar een publiek badhuis, dat tot een echte ontmoetingsplaats uitgroeide. Men kon er lekker eten en naar muziek luisteren.
De uitbaters van de stoven zorgden ervoor dat het aan hun gasten niets ontbrak. Ze recruteerden frivole vrouwen om de klanten gezelschap te houden. Brusselaars noemden zulke vrouwen stoofvrouwen of hoeren. Het woord hoer komt van het Latijnse cara, wat 'liefje' betekent.
Men kan zich afvragen of het toevallig is dat Manneken Pis in de Stoofstraat staat. Misschien is Manneke Pis een soort cupido die verwijst naar wat er in de straat gebeurde.
Naast de stoven waren er ook regelrechte bordelen. Het waren herbergen waar de waard wijn of bier serveerde terwijl zijn vrouw of dochter andere behoeften bevredigde.
In 1646 telde Brussel niet minder dan 75 bordelen. In de buurt van het Sint-Katelijneplein waren er minstens twintig. Ook de Nieuwstraat stond in de achttiende eeuw bekend om het 'schandalig gedrag' van tippelaarsters.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.