Vijftig jaar GAL: ‘Tekenen moet je leren’

Christophe Degreef, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
09/12/2010
Tekenaar Gerard Alsteens is zeventig, en dat wordt gevierd met een overzichtsexpo in het Vlaams parlement. Wij gingen hem opzoeken in Alsemberg. Een gesprek over het station van Schaarbeek, de N-VA en de veelzijdige kunstenaar.

De jaren zestig, de jaren zeventig, tachtig, negentig én tweeduizend. Gerard Alsteens maakte ze allemaal mee. Op de eerste rij. Zowel de binnen- als de buitenlandse politiek volgt hij al vijftig jaar lang op zijn eigen scherpzinnige manier. Als editorialist, maar dan één met potlood en tekenpapier. Hij maakt geen cartoons, maar kunstwerkjes met een krachtige boodschap in een plejade aan technieken. Het maakt de tekeningen van GAL uniek in het Belgische
medialandschap.

Alsteens is ook al veertig jaar een Vlaamse Brusselaar, en daar wilden we het eerst over hebben.
"Ik woonde aanvankelijk in een huis aan het meer van Genval in Overijse, gebouwd door Renaat Braem, maar toen het uit was met mijn lief, ben ik naar Brussel verhuisd, de vrijheid tegemoet. Ik ben eerst naast Sint-Lukas gaan wonen, waar ik lesgaf. In een huis niet ver van het station van Schaarbeek hebben we wat later
de redactie van het tijdschrift De Nieuwe ondergebracht. In dat huis woon ik nog altijd."

"Het was vroeger een buurt waar veel mensen van de VRT passeerden. Schaarbeek was hét station om op de Reyerslaan te geraken. Maar toen heeft toenmalig minister van Verkeer Herman De Croo het uit het Intercity-aanbod geschrapt. Dat heeft het station doodgemaakt."

U hebt Schaarbeek meegemaakt onder burgemeester Nols. "Ik voelde me een witte neger," schrijft u over die periode.
Gerard Alsteens: "Van de binnenkant van het gemeentehuis heb ik als eerste de plek gezien waar de gevangenen worden opgesloten. We waren buiten aan het manifesteren naar aanleiding van de Lokettenkwestie, samen met mijn schoonzus Brigitte Raskin. (Roger Nols had een apart loket voor de Vlamingen ingericht. Dat deed aan de Zuid-Afrikaanse Apartheid denken, red.) Er werd gechargeerd met paarden en we werden opgepakt. Als gewillige schapen gingen we mee. Een kapitein herkende mij. Hij vroeg: 'Wat doet gij hier? Gij zijt GAL! Gij hebt toch een journalistenkaart.' En toen liet hij me vrij (lacht)."

Voelde u de communautaire spanningen ook op straat?
Alsteens: "Eigenlijk niet. Het was vooral een politieke zaak. Toch maakte ik me er in het begin druk om bij De Nieuwe. Dat had te maken met een incident. Mijn moeder ging in de Bon Marché winkelen en sprak Nederlands, maar ze werd uitgescholden: 'Keer terug naar uw dorp.' Dat was een schok. De ironie is dat de Franstaligen vandaag in die Vlaamse dorpen zijn komen wonen. Aan hen zou ik nu zeggen: 'Keer terug naar de stad.'"

Maar een nationalist bent u nooit geworden?
Alsteens: "Een nationalisme dat tegen onrecht strijdt, daar kan ik nog in komen. Ik heb er in mijn beginperiode ook tekeningen over gemaakt. Maar een rijke regio als Vlaanderen die nog rijker wil worden? Dat gaat mijn petje te boven. De RTBf vergeleek onlangs de N-VA met de Lega Nord in Italië. Aan Vlaamse kant zorgde dat voor verontwaardiging. Ten onrechte, de vergelijking is legitiem. Zelfs een sociaal voelend politica als Nelly Maes, of ook Bert Anciaux, zijn nog gaan supporteren voor de Lega Nord. Wij van het noorden zijn een rijke regio en die zuiderlingen willen ons geld. De vergelijking is misschien wat naïef, maar ze klopt wél. Als Bart De Wever het heeft over de Walen, dan lijkt hij het over Untermenschen te hebben."

Ziet u het nog goed komen met België?
Alsteens:
"Ik weet het niet. Wat mij verwondert, is de berichtgeving in De Standaard, toch de meest geloofwaardige krant van vandaag. Na de overstromingen liet de krant alleen de kaart van Vlaanderen zien, hoewel het water toch van boven naar beneden stroomt. Diezelfde krant toont vandaag de verstedelijking in ons land, de bebouwing - maar alleen in Vlaanderen. Het zou prachtig zijn om de confrontatie te zien met het groen van Wallonië. Maar neen. De krant laat de driehoek België niet meer zien. Wel een worstvormig Vlaanderen. (Ziet al een tekening opdoemen, red.) Het lijkt wel de worst waar Bart De Wever zijn tanden in wil zetten."

Voelt u zich nog Belg?
Alsteens:Ik loop achter geen enkele vlag. En toch. Ik voel me meer in mijn schik in een land waar verschillende talen worden gesproken. Vraag is ook wat een rechts Vlaanderen van plan is met het cultuurbeleid. Zal het Nederlandse voorbeeld gevolgd worden? Er zijn Vlamingen die cultuurminnend zijn, én voor de N-VA gestemd hebben. Vanuit een revanchisme ten aanzien van de Franstaligen. Ze hebben misschien niet goed door welke weg cultureel Vlaanderen zal moeten inslaan."

Mogen we u links noemen?
Alsteens:
"Dat mag zeker. Progressief in ieder geval."

We vragen dat omdat links in Europa vandaag benarde tijden meemaakt.
Alsteens
: "Links heeft kansen laten liggen. De sociaaldemocratie is een deel van de arbeidersklasse kwijtgespeeld aan extreem rechts, aan het populisme. En wie zich heeft opgewerkt en is gaan studeren, hangt ook aan de lippen van de charismatische leiders. Een beetje zoals in het interbellum."
"Ik ben een beetje pessimistisch. Laten we hopen dat het om een slingerbeweging gaat. Mensen zullen hopelijk inzien dat van figuren als De Wever niet alle heil te verwachten is. Hij staat voor een neoliberaal model. Op een bepaald moment zal dat wie werkt, zuur opbreken."

Hebt u er ooit aan gedacht Brussel te verlaten?
Alsteens
: "Neen. Het is de enige stad waar ik wil wonen. Brussel is een soort laboratorium. Migratie zal blijven bestaan. De stad waar ik woon, is in die zin een toetssteen voor de realiteit van de toekomst. Dat is ook wat ik mijn kinderen heb willen meegeven. Zij wonen ook alle drie in Brussel."

Uw collega Erik Meynen van Het Laatste Nieuws zei een tijdje geleden dat hij elke dag naar de redactie belde om zicht te krijgen op de allerlaatste politieke actualiteit. Dat kunnen we ons van u moeilijk voorstellen.
Alsteens
: "Er zijn verschillen. Mijn tekeningen zijn erg visueel. Ik heb altijd geprobeerd om er zo weinig mogelijk woorden in te stoppen. En dan is het moeilijk om de hulp van anderen in te roepen. Ik hoef ook niet dagelijks een cartoon te verzinnen."
"Maar waar mijn inspiratie vandaan komt? Op zaterdag als ik wat kranten gelezen heb en sta te koken, komen de ideeën. Ik werk ze dan zondag uit. Ik moet op zoek naar een onderwerp met een bepaalde spankracht, dat op woensdag, wanneer het in Knack verschijnt, nog even actueel is. Aan de waan van de dag heb ik
niets."

Met tekeningen zonder tekst had u makkelijk internationaal kunnen doorbreken. Maar misschien zijn uw tekeningen te Belgisch...?
Alsteens
: "Ik heb wel getekend voor Vrij Nederland en Le Nouvel Observateur. Vergeet niet dat er in het begin van mijn carrière en een stuk daarna nog geen internet was. Een tekenaar die internationaal wilde gaan, moest ook daar gaan wónen. Ik heb ervoor gekozen om mijn kinderen te zien opgroeien. En daar heb
ik geen spijt van."

Techniek is van groot belang in uw tekeningen. Andere tekenaars doen het met enkele losse pennentrekken...
Alsteens
: "Zaza (huiscartoonist van De Standaard,red.) zegt: tekenen moet je niet leren, je kunt dat zo. Dat vind ik kort door de bocht. Neem nu Picasso. Die man had kunstacademie gevolgd, kon erg goed schilderen en kon heel veel technieken aan. Men heeft me weleens verweten dat ik geen herkenbare stijl heb. Benoît
van Innis bijvoorbeeld vond dat ik te veel stijlen aankon. Herkenbaarheid is noodzakelijk om bekend te zijn, is de redenering. Ook Jan De Cock, een oud-leerling van mij, is die mening toegedaan. Mij stoort het niet. Ik beleef juist heel veel plezier aan het gebruik van die verschillende stijlen en technieken."

Wilt u mensen aan het lachen brengen?
Alsteens
: "Er moet toch iemand serieus blijven, niet? Als het beeldend gevat kan zijn, een dessin d'esprit, waar je misschien even over moet nadenken, dan is dat op een andere manier geestig. Mijn tekeningen zijn geen dijenkletsers. Het zijn ook tekeningen waar verontwaardiging in zit. Omdat er iets aan de hand is met
de maatschappij, omdat die door politici in een verkeerde richting wordt gestuurd. Dan wil ik mijn mening ventileren via mijn tekeningen. Ik ben dan eerder een columnist met beelden."

Tot slot: komt er een Gerard Alsteensstraat in Schaarbeek? Dat gerucht doet hardnekkig de ronde.
Alsteens
: "Ik heb al een Galzaal, geen balzaal, in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ik ben ook ereburger in Schaarbeek. Maar een straat? Neen, daar heb ik niets van gehoord. En als het klopt: een steegje misschien...?"

GAL: een halve eeuw op het scherp van de snee, nog tot en met 21 december in de Lokettenzaal van het Vlaams Parlement.

Brussel na Vandenboeynants volgens GAL.

50 jaar GAL, 70 jaar Alsteens
Gerard Alsteens werd in 1940 in Oudergem geboren en groeide op in Overijse, waar zijn ouders serrist waren. Hij zag er hoe de taalgrens in 1963 de gemeente in twee sneed.
Hij volgde schilderkunst en grafiek aan het Sint-Lukasinstituut in Schaarbeek.
Eind jaren 1960 publiceerde hij tekeningen in De Nieuwe en later in De Zwijger onder de pseudoniem GAL.
Sinds 1983 tekent hij wekelijks voor Knack een prent die naar de actualiteit verwijst.
In 1994 kreeg hij de Arkprijs van het Vrije Woord.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni