Vrijspraak voor Schaarbeekse Haard na dodelijke brand

De sociale huisvestingsmaatschappij Schaarbeekse Haard is vrijgesproken voor de dodelijke brand in januari 2017 waarbij een zwangere vrouw om het leven kwam en drie kinderen zwaargewond raakten. Volgens de rechtbank staat het niet vast dat het slachtoffer de brand had overleefd indien de rookmelders wél hadden gefunctioneerd. Het vonnis is een zware klap voor de familie van het slachtoffer.

Op 17 januari 2017 brak er brand uit in een appartementsgebouw van de Schaarbeekse Haard in de Fernand Séverinstraat. Een van de bewoners, een vrouw die negen maanden zwanger was, overleefde het drama niet. Haar echtgenoot en drie andere kinderen konden ontkomen, maar de kinderen raakten zwaar verbrand.

Het parket vervolgde de sociale huisvestingsmaatschappij voor onvrijwillige doodslag door gebrek aan voorzichtigheid en voorzorg en eiste een geldboete. Volgens het parket was de verantwoordelijkheid en schuld van de Schaarbeekse Haard overduidelijk en had de sociale huisvestingsmaatschappij een resem fouten gemaakt die hebben geleid tot de dood van het slachtoffer. Van de veertien rookmelders in het gebouw, werkten er slechts vier naar behoren. Ook moesten alle rookmelders ten laatste in 2015 vervangen worden, maar dat is nooit gebeurd.

Zware klap

De rechtbank ziet het echter anders en stelt dat het niet bewezen is dat de zwangere vrouw de brand had overleefd indien de rookmelders wel hadden gewerkt. “De brand was accidenteel”, zegt een van de advocaten van de Schaarbeekse Haard, Denis Bosquet. “Wij en de rechtbank zijn van mening dat er geen causaal verband is tussen de dodelijke afloop en de defecte rookmelders.”

De echtgenoot van het slachtoffer is zwaar teleurgesteld in het vonnis. “Hij heeft verklaard op het proces dat hij overleefde, niet leefde”, zegt zijn advocaat Bernard Burhin. “Dit is een zware klap die hij te boven moet komen. Ik moet uitleggen dat de Schaarbeekse Haard, ondanks de fouten die ze gemaakt heeft, een gaatje heeft gevonden en de vrijspraak heeft gekregen. We zullen het vonnis bestuderen vooraleer we beslissen om eventueel in beroep te gaan. Mogelijk starten we een burgerlijke procedure om een schadevergoeding te bekomen, maar dat bekijken we later.”