Vrouwelijke slachtoffers mensenhandel zoeken minder vaak hulp dan mannen

Vrouwen die slachtoffer zijn van mensenhandel vragen minder vaak om hulp dan mannen, waardoor de genderkloof in deze kwestie groter wordt. Dat stelt het Brussels centrum voor mensenhandel PAG-ASA vast. Erkende slachtoffers hebben recht hebben op een verblijfsvergunning, maar vrouwen ervaren aanzienlijke obstakels om de beschermingsprocedure te doorlopen.

Het is een ontwikkeling die de sector zorgen baart.

"Normaal maken we geen genderonderscheid," zegt Sarah De Hovre, directeur van vzw PAG-ASA. "Maar de laatste jaren zien we het verschil groter worden en dat kan niet de bedoeling zijn."

In de periode 2018-2022 koos 40 procent van de vrouwelijke slachtoffers die PAG-ASA ontmoet heeft, voor de beschermingsprocedure. Dat is een stuk minder dan in de periode van vijf jaar daarvoor - toen was het nog 55 procent. Vrouwen blijken bovendien veel minder vaak spontaan contact op te nemen met de hulpverlening dan mannen.

Erkende slachtoffers hebben recht hebben op een verblijfsvergunning, maar daarvoor moeten ze wel hun uitbuiter aanduiden. Dat blijkt voor mannen eenvoudiger te zijn dan voor vrouwen. Als verklaring wijst De Hovre naar de emotionele band die vrouwen vaak met hun uitbuiters hebben.

"Mannen werken op markten, bouwwerven of in restaurants. Bij hen gaat het om een 'gewone' arbeidsrelatie. Vrouwen werken soms voor een loverboy, waar ze verliefd op zijn, of ze zijn kinderoppas en voelen een band met de kinderen. Ze willen geen problemen veroorzaken bij hun ouders."

Sectoroverleg: 'Tijd en geduld is nodig'

Om de obstakels beter te begrijpen, organiseerde PAG-ASA in het Brussels Parlement afgelopen donderdag een samenkomst met veertig betrokken organisaties. "We waren het allemaal eens over één cruciaal element: om te durven praten, is een vertrouwensband nodig. En om die te creëren, is tijd en geduld nodig,” zegt De Hovre. “Daarom is het zo belangrijk om gespecialiseerde professionals te hebben, zowel in de sociale sector als bij de politie en inspectiediensten."

De komende tijd gaat PAG-ASA verder aan de slag met de bevindingen.