Waar de mens vlucht voor het lawaai

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
12/05/2010
De stadsvlucht wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door geluidsoverlast, zegt Brussels minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo). Daarom belastte zij haar administratie Leefmilieu Brussel met een studie over geluidsoverlast in het gewest. Dat resulteerde in de eerste Brusselse atlas Geluidshinder door het verkeer. Weglawaai en Zoniënstilte: een introductie.

Vooreerst: de eerste Brusselse geluidsatlas voor hinder door het verkeer is geen bindend document; hij is bedoeld om de verschillende Brusselse overheden en belanghebbenden een leidraad te bieden. "Zo zal het mogelijk zijn om rekening te houden met geluid in het ruimtelijk ordeningsbeleid, bij het ontwerpen van nieuwe gebouwen, bij de heraanleg van wegen en bij het wegwerken van zwarte punten in de hoofdstad," zegt Huytebroeck.

Ontegensprekelijk hangt de leefkwaliteit in een stad af van hoe lawaaierig de stadsomgeving is en in welke mate daar paal en perk aan wordt gesteld. Voor Brussel ziet het er niet rooskleurig uit: lawaai zou de belangrijkste reden zijn waarom mensen verhuizen, en lawaai is ook de tweede grootste vorm van milieuhinder, zeggen peilingen. En zegt de minister.

Te veel geluid, dat kan leiden tot hartklachten, slapeloosheid en stress. Tijd om de atlas ter hand te nemen en te kijken waar de pijnpunten zich bevinden.

Wegen
En de winnaar is... het wegverkeer, of wat had u gedacht? Op een wegennet van bijna tweeduizend kilometer is het de grootste bron van geluidshinder in Brussel. Enerzijds zijn er de vele dagelijkse pendelaars (vierhonderdduizend, tegenover een Brusselse bevolking van een miljoen), maar de Brusselaar is volgens verschillende studies ook niet vies van zijn of haar automobiel, zelfs voor korte verplaatsingen. Het resultaat laat zich dan ook duidelijk zien op de kaart waarin het gemiddelde aantal decibels gedurende 24 uur wordt weergegeven: alle grote invals- en verbindingswegen (bijvoorbeeld de Lambermontlaan, de Kleine Ring en het Meiserplein) in het gewest halen een geluidsniveau dat vrijwel altijd boven de 70 decibel ligt. Waar de Ring drie keer door het hoofdstedelijk gewest snijdt, worden de geluidswaarden altijd overschreden: meer dan 75 decibel. Voor de volledigheid: volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ligt de drempel voor geluidsoverlast overdag op 65 decibel en 's nachts op 55 decibel. Het Brussels Gewest heeft die drempelwaarden erkend. Het komt overeen met het geluid ergens tussen een kalme straat in een woonwijk en een stadscentrum waar het lekker wandelen is, een verdwaalde claxon of lokale file niet te na gesproken.

Als nuance kan wel tellen dat de Grote Ring op twee van de drie plaatsen door bos loopt.

Straatjes
De grote verkeersassen bereiken dus te hoge waarden, maar ook kleinere straten blijven niet gespaard. De Wijnheuvelenstraat in Sint-Joost-ten-Node bijvoorbeeld haalt gemiddeld gedurende 24 uur de drempelwaarde (65 decibel), de Boondaalsesteenweg in Elsene gaat erover (75 decibel), en de Vleurgatsesteenweg en Lesbroussartstraat - redelijk kleine straten die het Flageyplein ontlasten - halen méér dan 75 decibel. Dit zijn hoofdzakelijk woongebieden. Op zich hoeft het dan ook niet te verwonderen dat maar liefst 42 procent van de Brusselse bevolking blootgesteld wordt aan geluidsniveau's boven de drempel.

Parken
De stilste gebieden in Brussel zijn fascinerend genoeg niet de parken, als u dat had gedacht. Haast alle parken in Brussel bereiken ongeveer 50 decibel. Dat is op zich niet veel, maar het maakt van een park niet echt een stiltegebied. In de atlas lezen we duidelijk dat bomen nauwelijks een isolerende factor hebben, maar dat de achterkant van woonblokken veel meer geluid afschermen. In Brussel zijn dus heel wat binnentuinen, binnenblokken en achtergevels ware oases van rust (minder dan 45 decibel). De geluidskaarten onderschrijven dit.

Wilt u toch de stilste wijken en straten opzoeken, dan doet u een goede zaak als u rond begint te neuzen in het grensgebied tussen Ukkel en Vorst, een groot deel van Watermaal-Bosvoorde buiten de grote lanen aldaar, en, meer in de stad, het westelijke deel van de Vijfhoek (Bloemenhofplein en dergelijke).

Luchtverkeer ergert slechts twaalf procent van de Brusselaars. Op de representatieve geluidskaart zien we dat het noordoosten van het gewest het meeste last heeft van vliegmachines. Het verlengde van de luchthaven is dat, Evere en Haren, en in mindere mate ook de Woluwes.

Treinverkeer ergert de Brusselaar nauwelijks, vermeldt de atlas nog. Maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat er niet overal in het gewest sporen (in tegenstelling tot wegen) liggen. Waar dat wel het geval is, worden toch ook hoge geluidswaarden opgetekend: rond de zeventig decibel.

Tramverkeer zorgt voor 60 tot 65 decibel, en blijkt mensen niet echt te storen. Busverkeer wordt bij het wegverkeer gerekend.

Maar een atlas met kleurenkaartjes blijft toch maar een boek dat de werkelijkheid eenzijdig weergeeft. Uit een paar tests die we zelf uitvoerden, blijkt de perceptie van geluid nogal wisselend te zijn zonder geluidsmeter.

Het Meiserplein, waar mevrouw Huytebroeck haar persconferentie gaf, is inderdaad een lawaaimaker eersteklas, maar binnen in de gebouwen hoor je weinig van het verkeer. Het is zoals een bewoonster vertelde: "On s'adapte. Met dubbel glas weer je het grootste deel van het geluid."

De voornaamste bron van ergernis zijn de autoclaxons, die veelvuldig en te pas en te onpas worden gebruikt. Maar dat is een kwestie van beschaafd rijgedrag, waaraan het Brussel vaak ontbreekt. Voorts kent Meiser wel een hoge geluidsfrequentie, maar blijft dat geluid constant en beïnvloedt het de conversaties niet zozeer. De geluidsproblemen zijn ook structureel, in die zin dat ze samenhangen met de weginrichting: optrekkende auto's, getoeter - het is symptomatisch voor de moeilijkheid van de combinatie rotonde-kruispunt.

Anders is het in de eerder genoemde Wijnheuvelenstraat tussen Schaarbeek en Sint-Joost. Hoewel de straat in de atlas aangestipt staat met een hoge geluidsfrequentie, valt het er nogal mee. Buiten de spitsuren dan. Even verderop, in de Ti­berghienstraat en de Grensstraat, is het druk, toch voor zulke smalle straatjes. Het maakt conversaties een stuk moeilijker, want het geluid is hier afhankelijk van het type auto en de rijstijl, anders dan in een constante geluidsstroom zoals aan Meiser. In het Warandepark daarentegen is het vrij kalm, maar is er op de achtergrond steeds een duidelijke stadsruis van auto's aanwezig.

De allerstilste plek van het gewest vindt u in het Zoniënwoud: het gebied tussen de Lorrainedreef, de Terhulpsesteenweg en de zuidelijke Ring. Maar u moet diep genoeg het woud in trekken wilt u echt niets van de stad horen. Al moet dat onmogelijk zijn, want zelfs daar meenden wij in de verte sirenes te horen. De blauwe, niet die die schepen doen vergaan.

In de marge van de geluidsatlas pleitte minister Huytebroeck voor een rondetafelconferentie met alle Brusselse belanghebbenden. Dat zijn de gemeenten, maar ook politie en brandweer, stedenbouwkundigen en actieve stadsbewoners en -gebruikers. Huytebroeck benadrukt ook dat het Brusselse plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder in een stedelijke omgeving (2009) het geluid tegen 2013 met de helft moet verminderen. Dat is ambitieus. De geluidsatlas zelf reikt oplossingen aan die het geluid kunnen laten afnemen, maar die zijn nogal voluntaristisch (het Gewestelijk Expresnet dat in de studie nog wordt verondersteld tegen 2015 klaar te zijn, een hiërarchie van hoofd- en bijwegen, een parkeerbeleid dat wordt nageleefd) of ronduit controversieel (al het vorige, plus een stadstol voor pendelaars en rekeningrijden voor Brusselaars).

In een autostad als Brussel zou het ongezien zijn. Maar ongehoord?

:: U kunt Geluidshinder door het verkeer downloaden op ww.leefmilieubrussel.be of telefonisch bestellen op 02-775.75.75

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni