© Marc Gysens
Wafae Abakkach: ‘Niets mooiers dan anderen helpen’
M et bijles geven is Wafae Abakkach ondertussen al een tijdje gestopt. "Heel spijtig, maar ik kon het niet meer combineren met mijn studie en mijn andere activiteiten. Zo moest ik bij De Toverfluit, het atheneum waar ik Economie-Moderne Talen volgde, om de twee weken stage lopen in een instelling van sociaal nut. In mijn laatste jaar heb ik gekozen voor de Heemschool in Neder-Over-Heembeek. Dat is een medisch-pedagogisch instituut voor mentaal en fysiek gehandicapte kinderen en jongeren. Ik hield me er bezig met de drie- tot twaalfjarigen."
"Sociaal engagement zit me echt in het bloed. Ik doe het graag, maar confronterend is het evengoed. Zo heb ik in het vijfde jaar kennisgemaakt met Nasci in Schaarbeek. Dat is een vzw waar zwangere vrouwen en moeders in een sociaal moeilijke situatie een helpende hand krijgen. De meeste vrouwen die bij Nasci werken, zijn vrijwilligers. Ik vind dat mooi, mensen die zich belangeloos inzetten. Maar de realiteit is hard, en na mijn eerste stagedag heb ik thuis de hele avond geweend. Zo erg vond ik het dat vrouwen zo diep in de miserie kunnen zitten. Het wordt werkelijk hoog tijd dat we onze oogkleppen afleggen, dat we afstappen van het idee dat iedereen in dit landje gelijke kansen krijgt."
"Super vind ik het hoe mijn oude school sociaal bewustzijn en engagement aanmoedigt; het stageproject van De Toverfluit is bij mijn weten uniek binnen het onderwijs in de hoofdstad. Het is ook een heel warme school, een hechte gemeenschap. Ik was er dan ook het hart van in toen mijn middelbareschooltijd erop zat. Maar de band is gebleven: ik ga er nog geregeld naartoe, en sommige leerkrachten zijn zelfs vrienden geworden. Onder meer mijn lerares Frans, Marleen, die me de liefde voor literatuur heeft bijgebracht. Voor Flaubert, mijn absolute favoriet; Madame Bovary was een ware openbaring. Flauberts proza, zijn maatschappijbeeld, zijn moed om onomwonden de zaken te vertellen zoals hij ze ziet. Schitterend."
Vooroordelen
Wonen in Molenbeek, naar school gaan in Molenbeek: Abakkach heeft het altijd als positief ervaren. "Het doet me dan ook pijn dat de media maar wat graag Molenbeek in een negatief daglicht stellen. Zo mogelijk nog meer stoort me de gemakzucht waarmee de mensen gedwee dat negatieve beeld voor waar nemen. Klakkeloos geloven ze wat televisie en kranten hen voorschotelen. Ook op de VUB, bij mijn medestudenten uit de provincie, leeft dat. 'Molenbeek! Oei, oei, hoe overleef je daar?' Wat is dat nu voor een vraag? Ik vind het gewoon niet kunnen, zo'n eenzijdige beeldvorming van een gemeente door buitenstaanders. Natuurlijk gebeurt er af en toe iets wat niet door de beugel kan. Maar dat kun je over andere gemeenten en steden ook zeggen. Overal zijn er goede en slechte mensen."
"Ik vind het zelfs een voorrecht dat ik in Brussel ben mogen opgroeien. Hier heb je de kans om mensen van alle mogelijke nationaliteiten te ontmoeten. Dat werkt verrijkend: dankzij Brussel heb ik meer inzicht gekregen in andere culturen dan de mijne. Dat is misschien wel het meest positieve punt. Dat, en het feit dat een samenleving als de Brusselse een ideale vijver is voor sociale activiteiten. Maar ondanks alles denk ik niet dat ik hier zal blijven wonen, omdat ik het moeilijk heb met de verkeersdrukte. Maar het contact met Brussel, dat zo dikwijls het mikpunt is, zal blijven."
Abakkach' ogen schieten vuur onder haar wilde krullenbol. "Vooroordelen, ik zou er iets van krijgen! Ook van de vooroordelen tegenover mijn gemeenschap. De manier bijvoorbeeld waarop het debat over de hoofddoek wordt gevoerd. Mijn ouders zijn traditionele moslims, mijn moeder draagt een hoofddoek. Ik niet, al ben ik net zo goed overtuigd moslim. Een hoofddoek dragen of niet is een persoonlijke keuze, geen verplichting. Misschien is het inderdaad wel zo dat er moslimmeisjes zijn die het doen om zichzelf te beschermen. Ikzelf heb er nooit behoefte aan gehad, ik word ook niet lastig gevallen omdat ik er geen draag. De mensen die daarover hun zeg willen hebben, zouden best eerst eens de Koran openslaan en goed lezen voor ze een opinie van de daken schreeuwen. Ik heb al zoveel onzin over de islam gehoord, ongelooflijk. Natuurlijk zijn er extremisten, maar die vind je in elke godsdienst. Moslimfundamentalisten hebben niets te maken met de ziel van onze geloofsovertuiging."
Doorzetten
Nog een misvatting volgens Abakkach: meisjes van allochtone afkomst hebben meer ambitie om 'het te maken' dan de jongens uit hun gemeenschap. "Als ik zo rondkijk in de aula van de VUB, dan zie ik zeker zoveel jongens van allochtone afkomst als meisjes, misschien zelfs meer. Het verkeerde beeld dat de mensen daarover hebben, komt volgens mij door het feit dat doorgaans vooral het negatieve gedrag van allochtone jongens, die doelloos op straat rondhangen zonder veel perspectief, in de verf wordt gezet."
"Ik heb ondertussen echt wel mijn plaats gevonden daar aan de VUB. Iedereen had me gezegd dat de aanpassing moeilijk zou zijn, dat het contact met de docenten veel afstandelijker zou zijn dan ik gewend was. Maar dat valt allemaal best mee, ze stellen zich wel degelijk bereikbaar op. Ik ben ook vastbesloten om door te zetten, ik wil niet afhaken in tegenstelling tot nogal wat medestudenten. De eerste dag van het academiejaar waren we met zowat tweehonderd, ik schat dat er daarvan nu nog ongeveer honderd overblijven. Maar makkelijk is het allerminst: voor iets anders dan studeren en mijn sociale activiteiten heb ik amper nog tijd, uitgaan is er zo goed als niet meer bij. Dat is een groot verschil met vorig jaar."
Young Ambassador
Onopgemerkt is Abakkach' engagement zeker niet gebleven. Zo heeft ze in de lente van dit jaar de Young Women in Public Affairs Award van Zonta Club Brussel Zavel gekregen. Zonta is een serviceclub die deze prijs uitreikt aan een scholier of student die het statuut van de vrouw, op welk gebied dan ook, belicht of probeert te verbeteren.
"Het is helaas nog altijd zo dat vrouwen wereldwijd minder kansen op de arbeidsmarkt krijgen dan mannen. Prostitutie en gedwongen huwelijken blijven prangende problemen. Het is echt wel belangrijk om daarover maatschappelijke debatten op gang te brengen."
Nu is Abakkach net terug van vijf dagen Bologna, waar ze als winnares van de nationale Young Ambassador Award 2010 van de Lions Club mocht meedingen naar de Young Ambassador of the 21st Century European Award 2009-2010.
"We moesten ons project in het Engels voorstellen en we waren met vier kandidaten. Een Italiaans meisje, een Duits, ik en een Ierse jongen. De jongen heeft gewonnen - met een soort van tijdschrift over zelfmoord -, ik heb de tweede prijs behaald met Move with the Seniors, een project voor bejaarden, workshops in Brusselse bejaardentehuizen. De bedoeling is nu om met studiegenoten en vrienden - allemaal vrijwilligers - dit project verder uit te werken met de steun van de Lions Club. Daarnaast wil ik ook nog een bestaand initiatief steunen, Debra Belgium, de Belgische tak van een in Engeland opgerichte organisatie die werkt rond epidermolysis bullosa. Dat is een ongeneeslijke erfelijke huidaandoening, die gekenmerkt wordt door blaarvorming bij de lichtste aanraking. Het is niet alleen een heel pijnlijke ziekte - de blaren zijn in feite tweedegraads brandwonden -, maar het is ook een aandoening die mensen sociaal buitensluit."
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.