Wanneer werken in Molenbeek moeilijk wordt

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
31/03/2011
Sinds 1999 zit de Belgische zetel van het communicatiebedrijf BBDO in de Scheldestraat. En sinds het begin houdt de directie statistieken bij over het aantal criminele incidenten tegen het gebouw of tegen werknemers. Honderdvijftig zijn het er. “We denken aan verhuizen.”

S cheldestraat, een groot gebouw vlak tegen de grens met Laken. Een statig gebouw. Een oud gebouw. In 1908 begon hier de wijnhandel Besse et Fils. Later vestigde de honingfabrikant Meli zich er. En sinds 1999 huurt BBDO de gebouwen.

Toen werd er gerenoveerd, het oude wijnmagazijn werd in ere hersteld - de oorspronkelijke vloeren inbegrepen - en er verscheen een nieuwbouw achter het grote pand. Sindsdien maken strakke jeans, kleurrijke sneakers en frisse medewerkers er de dienst uit.

Toch loopt het niet naar wens. Waar de directie van het communicatiebedrijf in het begin nog een wijkfeest organiseerde, is het bedrijf nu een versterkte burcht gewor­den in de Scheldestraat. "Een eiland, we weten het. Maar we hebben geen andere keuze," zegt L., office manager.

Verdedigen
Een aantal medewerkers wil gerust zijn verhaal kwijt. Op voorwaarde dat het anoniem kan. "Want je weet maar nooit."

L: "De eerste twee jaar van het Molenbeekse bestaan was er nog niet veel aan de hand. Zeker, het was een moeilijke buurt, dat wisten we. Maar we rekenden op, ja, op de gemeente, dat alles er wel bovenop zou komen. Toen begonnen de incidentjes. Eerst auto-inbraken, dan scheldpartijen. Dan sacjackings. En dan geweld." De laatste maanden waren er acht incidenten, zegt de vrouw.

"Ik stapte vorige lente in mijn wagen," getuigt C. "Tegelijkertijd zag ik de deur opengaan, en voor ik het wist, zat er iemand naast mij. Een fractie van een seconde later kreeg ik klappen met de kolf van een revolver. Ik had nooit gedacht dat ik me in zulke situaties zou verweren, maar op dat moment denk je niet na. Je wilt je verdedigen."

Het slachtoffer kon uit zijn wagen raken, maar zijn belager liet hem niet gaan. "Die gast, ergens in de twintig, wilde mijn laptop. En hij liet me niet los. Uiteindelijk kon ik ontkomen en werd ik geholpen door enkele buurtbewoners. Die waren wel vriendelijk, maar toen ik hun vroeg om te getuigen voor de politie, werd het stil. De politie erbij halen, dat was een ander verhaal. Uiteindelijk was ik een week werkonbekwaam door al die slagen."

C. woont in Lokeren. "Daar was het vroeger ook erg: geweld, onwelvoeglijk gedrag, vuilnis. Maar er is toen een beleid van nultolerantie ingevoerd. De strakke lijn, voor iedereen. Dat zou hier ook eens moeten gebeuren," meent hij.

C. is naar eigen zeggen alerter geworden. Kijkt nu wie er allemaal in de straat is als hij het bedrijf verlaat. "Ik ben niet bang, maar toch ga je je anders gedragen."

Vroom
Het incident met C. was een van de ergste. Daarnaast waren er ook 'gewone' diefstallen, zoals I. overkwam. Gastjes van een jaar of zeventien stalen haar handtas toen ze een straat verderop liep, richting thuis. Zij woont in Molenbeek.

"Ik kwam met mijn achterhoofd op de grond terecht. Gewond was ik niet echt, maar ik heb wel een tijd spierpijn gehad. Spierpijn die veroorzaakt werd door de schok en de stress nadien."

Een handtasdiefstal, haar eerste in Brussel, daar kan I. nog mee leven. Maar waar ze het moeilijker mee heeft, is dat er getuigen van het incident waren. "Een jong koppel stond even verderop boodschappen uit hun auto te laden. Die mensen reageerden niet. Niet toen ik werd bestolen. Niet toen ik op grond lag. En niet nadien. Die vrouw was gesluierd, en ik weet nog dat ik dacht, vol woede, dat je daarvoor zo vroom moet zijn, om helemaal niets te doen."

Maar het ergste voorval, dat was een vrouw die met haar hoofd tegen een autoportier geslagen werd om haar handtas te bemachtigen. Zij wil sindsdien niet meer in Molenbeek werken. Einde verhaal.

Shuttle
Sinds het bedrijf in de Scheldestraat zit, worden er statistieken bijgehouden van elk delict, klein en groot. Anno 2011 staat de teller op honderdvijftig, in iets meer dan tien jaar tijd.

Het parkeerterrein van het bedrijf is nu omheind, met prikkeldraad en een zware poort. Want er zijn al heel wat inbraken geweest. "Gekkenwerk als je het bedenkt. Rondom dit gebouw zijn er hoge muren, en inbrekers kunnen vaak niet anders dan halsbrekende toeren uithalen om hier binnen te komen," voegt L. eraan toe. Er is nu ook een bewakingsfirma actief met twee medewerkers. Er is camerabewaking. En, als kers op de taart: een shuttledienst van en naar de twee dichtstbijzijnde metrostations.

"Ik weiger er gebruik van te maken," zegt C. "Zo naar je werk moeten gaan, dat kan niet de bedoeling zijn in onze maatschappij."

Een paar jaar geleden had het gemeentebestuur wel oren naar de problemen. Er werden vergaderingen belegd met de politie, met de burgemeester. "Maar nu haalt dat niet veel meer uit. Niet dat de politie ons vroeger niet heeft geholpen, maar soms hadden ze geen tijd en raadden ze ons aan om kleine delicten zoals auto-inbraken en vandalisme elders aan te geven. Laken is vlakbij, en dat is een andere politiezone. We hebben nu wel een schepen in het gemeentebestuur die zich ons lot aantrekt. Daar blijft het voorlopig bij."

Binnen het statige pand is de onveiligheid een veelbesproken onderwerp, vertrouwen medewerkers ons toe. Geruchten van incidenten, collega's die bestolen zijn. De perceptie is dat de buurt niet meer veilig is.

"Eerlijk, we denken aan verhuizen. Misschien niet noodzakelijk buiten Brussel, maar alleszins weg uit Molenbeek," zegt de manager. "Het gebouw deugt, maar de buurt niet. We beginnen zelfs sollicitanten mis te lopen omdat mensen niet in Molenbeek willen werken. Dan weet je hoe laat het is."

Qui-vive
"Het erge is," zegt L., "dat de gemeente er in feite onlangs nog zelf een schep bovenop heeft gedaan. Er is een parkeerplan gekomen, en dus moeten we ook nog eens betalen om buiten te parkeren. Wij hebben onze garage, maar onze werknemers moeten vaak naar overal in België om klanten te ontmoeten. Dan is het makkelijker om met de wagen naar het werk te komen en - om snel weg te zijn - buiten te parkeren."

"Het argument dat we te horen kregen, is dat er meer werknemers met het openbaar vervoer moeten komen. Dat moet je nu net zeggen tegen mensen die al op hun qui-vive zijn om naar Molenbeek te reizen!"

Over het gros van de daders zijn alle geïnterviewde werknemers het eens. "Ik wou dat ik het niet zo zou hoeven zeggen, maar het is zo," klinkt het. C: "Dat heeft niets met racisme te maken." I: "Ik begrijp dat sommige mensen racistische reflexen krijgen."

Volgens Johan Berckmans, de woordvoerder van de politiezone West, waarin Molenbeek ligt, zijn er problemen in de Scheldestraat. "Die maakt deel uit van de Maritiemwijk." De woordvoerder meent dat er in 2010 vijftig criminele feiten werden vastgesteld, waaronder vijftien diefstallen, waaronder drie met geweld. "Wel is het zo dat, wanneer delicten elders worden aangegeven, die gegevens met een jaar vertraging komen." Berckmans noemt meermaals ook problemen met hangjongeren in de Maritiemwijk.

"Een sociaal werker uit de buurt," zegt L., "heeft me eens uitgelegd dat voor de jeugd hier de drie-derderegel geldt. Met een derde van de jongeren heb je geen last. Het volgende derde is de risicogroep, diegenen die meegesleurd worden door de groep en daar nauwelijks, of heel nipt, aan kunnen ontsnappen. Voor het resterende derde komt alle hulp te laat, werd me toen verteld."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni