Weens vervoersnet schittert op wereldcongres UITP

Matthias Vanheerentals
© Brussel Deze Week
26/06/2009
De Oostenrijkse hoofdstad was zopas gaststad voor het 58ste wereldcongres van de International Organisation for Public Transport (UITP). De stad schitterde als voorbeeld van hoe openbaar vervoer georganiseerd kan worden. Brussel kan er een puntje aan zuigen.

Vijf metro-, 28 tram- en 84 buslijnen van de Wiener Linien loodsen u dagelijks tot in alle uithoeken van de Oostenrijkse hoofdstad. Ruim 22 buslijnen bedienen Wenen ook 's nachts. Driekwart van de trams rijdt in eigen bedding door het stadscentrum. Zo worden ze niet gestoord door het verkeer, wat de commerciële snelheid, stiptheid en regelmaat ten goede komt. "Momenteel rijdt 73 procent van de trams in eigen bedding. Dat is vrij veel," zegt Karlheinz Klausner van Wiener Linien. "Voor de buslijnen is dat maar 7,6 procent. Een hoge frequentie van trams en bussen in eigen bedding is nochtans een cruciale factor voor ons succes. De aanleg daarvan heeft veel parkeerplaatsen gekost en heeft de rijrichting van straten omgegooid, wat emotionele reacties bij automobilisten veroorzaakt heeft. Maar het is belangrijk geweest voor de uitbouw van het vervoersnet én voor de levenskwaliteit van de stad. Zonder de steun van de bevoegde politici, en meer bepaald onze burgemeester, was dit onmogelijk geweest."

Enkele cijfers bewijzen dat de investeringen en inspanningen van de Wiener Linien lonen. In tien jaar tijd steeg het reizigersaantal van 704 naar 805 miljoen passagiers. Het fiets- en motorgebruik boekte enkele procenten winst. Daartegenover staat een daling van het autogebruik met zeven procent in vijftien jaar tijd. De komende jaren zullen de Wiener Linien enkele bestaande metrolijnen verder uitbreiden.

Respect
De vlotte doorstroming van het openbaar vervoer komt ook dankzij het respect van de gebruikers en andere weggebruikers voor de Wiener Linien. "De Oostenrijkers tonen meer respect voor het openbaar vervoer dan de Brusselaars," merkt Kris Lauwers, adjunct-directeur-generaal van de MIVB op. "Als het geluidssignaal klinkt, duiken er geen mensen meer nog snel-snel in de metro of tram. De mensen zijn hier heel gedisciplineerd, waardoor de metro meteen kan vertrekken. In de metrogangen lopen de mensen ook veel rustiger en minder gespannen rond. Dat levert allemaal tijdwinst op."

De Weense automobilisten respecteren de eigen beddingen ook beter dan de Brusselse, stelt Lauwers vast. "Automobilisten zullen hier, anders dan in Brussel, niet snel over een tram- of busbedding rijden. Je mag nog zoveel eigen beddingen aanleggen, als ze niet gerespecteerd worden, dan hebben ze weinig zin. Daarom mag de Brusselse politie van mij gerust meer controleren. Onze beddingen worden te pas en te onpas gebruikt door ongeduldige automobilisten."

De Weense tram- en metrostellen zijn ook vlot toegankelijk dankzij de lage vloeren, merkt Albert Neyens, ingenieur bij het Brussels Gewest, op. "Sommige trams hebben extreem lage vloeren - amper twaalf centimeter hoog -, wat het instappen vergemakkelijkt. Sommige metrostellen hebben zelfs een plaat die automatisch uitschuift tot ver over het perron, zodat je onmogelijk met je voet tussen de perronrand en het metro­stel kunt belanden."

De metrostations in Wenen zijn bovendien ook schoon. Er is veel licht, wat het veiligheidsgevoel verhoogt, zegt inge­nieur Neyens. "Her en der zitten er lichtkoepels in de betonnen structuur van het plafond, waardoor er daglicht binnenstroomt. De stations zijn ook vrij proper, al vind ik wel dat ze er wat monotoon uitzien. In Brussel zijn ze veel kleurrijker en gezelliger met de vele kunstwerkjes. In de aankleding van de stations zijn wij duidelijk origineler dan de inwoners van Wenen."

Automatische metro
Het Weense vervoersnet mag dan wel innovatief zijn, toch zijn er - anders dan in Brussel - voorlopig nog geen plannen voor metro's zonder bestuurder. In Brussel zullen de eerste automatische metro's tegen 2015 op de lijnen 1 en 5 sporen. "Op ons net rijden de metro's op de drukste lijnen al op halfautomatische piloot, maar altijd met chauffeur in de stuurcabine," zegt Karlheinz Klausner. "De bestuurder hoeft maar een knop in te drukken en het metrostel vertrekt automatisch. Op de drukste momenten kunnen we nu al om de twee minuten een metro laten rijden, wat ons ruim voldoende lijkt. De kans dat we volledig automatisch gaan, is klein. We zouden dan te veel stewards op de perrons moeten inzetten om het project te laten slagen. Die mensen moeten dan continu de pendelaars in de metro's proppen. Dat zou te veel stress en drukte veroorzaken voor de reizigers en ons personeel. En dat zien we niet zitten."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni