Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Wonen in Brussel: Ariane Loze (23), actrice

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
22/06/2008
"Lach om de imperfecties, zoek schoonheid in wat op het eerste gezicht onbelangrijk lijkt, en je vindt in Brussel een ideale inspiratiebron voor mooie kleine verhalen. Als je dat met een glimlach leert te bekijken, dan ga je veel meer van de stad genieten dan als je droomt van glamour en romantiek." Ariane Loze (23), een geboren en getogen Brusseles, heeft vorig jaar haar studie Dramaregie aan het Rits voltooid en timmert nu aan de weg als actrice en regisseur. Met levensdorst en verwondering in de grote blauwe kijkers.

A riane Loze betrekt een appartement pal naast café Walvis, iets waarvoor veel Brusselaars een arm en een been zouden geven. Toch is het geen grote stoef; het appartement is veeleer een appartementje en Loze deelt het ook nog eens met Elisa, een Française die dans studeert bij Parts. Toch is ze maar wat blij dat ze midden in het centrum kan wonen. "Er hangt hier in de buurt een soort van dorpsgevoel, wat heel mooi is. De Daringman bij Martine, bijvoorbeeld, is voor mij net als een stamcafé onder de kerktoren. Alles is hier ook bij de hand: Beursschouwburg, KVS, Kaaitheater, winkels, leuke restaurantjes... Maar me opsluiten binnen de buurt - iets wat de Dansaertmens weleens wordt verweten - is er niet bij. Ik kom op heel verschillende plekken in Brussel, gewoon omdat er zoveel te doen is."

"Een absolute favoriet is het Filmmuseum. Zowat alle belangrijke films die ik heb gezien, heb ik daar gezien. Werk van Antonioni, Go­dard, Herzog, Wenders, Woody Allen... Ik vond het Filmmuseum ook perfect zoals het was, ik snap niet waarom ze het per se wilden veranderen. Een likje verf had in mijn ogen volstaan. Ruimschoots."

Armoe

"Ik ga evengoed en even makkelijk naar Gent of Antwerpen. Aanvankelijk zag ik ertegenop om de trein te nemen om daar naar een voorstelling te gaan, nu gaat dat vanzelf. Het is fantastisch dat er zoveel aandacht wordt besteed aan cultuur in ons land. Cultuur op een zakdoek: in een mum van tijd ben je van de ene kant van het land aan de andere."

Heel anders was Lozes jeugd, die zich volledig afspeelde in de schaduw van de Miniemenkerk. "Mijn ouders werkten vlak bij huis, in de Wolstraat; ik ging naar school om de hoek. Heel handig, ik kon tussen de middag thuis gaan eten. Een auto hadden we niet, en dat was een principiële kwestie; alles speelde zich voor ons af in de buurt. De wijk was ook arm. Maar als kind let je daar niet op, je beseft dat niet. Mijn jeugd was dan ook onbezorgd."
"Nu pas begin ik te beseffen dat het leven voor de meeste buurtbewoners niet simpel was. Mijn vader heeft nog meegewerkt aan een boek over de Marollen. Hij heeft daarvoor de wijkagent gesproken en die vertelde hem dat sommigen moesten zien te overleven met de restanten die ze na vlooienmarkt op straat vonden en verkochten."

"Nu rukt de Zavel gestaag op en krijgt de buurt langzamerhand een ander aangezicht. Waar vroeger de oude Dial was, een sjofele supermarkt, zit nu een trendy antiekzaak. Een goede evolutie vind ik dat niet; die Zavel bruist niet bepaald. Waar het nog wel bruist van het leven, dat is op het Vossenplein. Ik ben er een enorme fan van, al heb ik slechte herinneringen aan de zwemlessen met school in het zwembad van het centrum. Die ijzeren kleedhokjes, vreselijk. Soms kreeg ik de deur niet meer open en moest ik me op mijn buik eronder door wringen om weer buiten te geraken. Het water was koud in mijn herinnering. Maar nu kom ik er graag, ik vind het ook mooi. Het zwembad vervult ook nog altijd een sociale functie: mensen die thuis geen badkamer hebben - en zo zijn er nog veel in de Marollen -, kunnen er nog steeds voor een appel en een ei een bad of douche komen nemen."

"Het Justitiepaleis heeft me altijd gefascineerd. Ik herinner me nog goed dat ik als kleuter van vier helemaal overdonderd was door de enorme afmetingen van het gebouw. Dat gigantische Justitiepaleis mag dan min of meer een uiting zijn van megalomanie, een rariteit en niet de prettigste plek van Brussel, steeds zal het een plaats in mijn hart hebben. Iedereen die voor het eerst naar Brussel komt, raad ik aan: 'Ga er eens binnen, je weet niet wat je ziet.'"

Brussel-Berlijn
Op haar achttiende verliet Loze de buurt. Verliet ze België. Het werd een jaar Berlijn. "Om Duits te leren, maar ook om uit te zoeken wat ik wilde. Ik was er allang zeker van dat ik iets wilde doen op een podium, maar ik was niet zeker van de manier waarop. Tijdens mijn middelbare studie was ik met thea­ter bezig geweest, avondlessen in de Franstalige academie. Maar het Franse theater kon me niet overtuigen. Te klassiek, gevangen in de traditie, het acteren te gekunsteld - lang heb ik gedacht dat je dingen op een podium uitsluitend met woorden kon uitdrukken. Eigenlijk wist ik niet goed welke kant uit: theater of dans."

Het werd een jaar om nooit te vergeten, Berlijn heeft een onuitwisbare indruk nagelaten. "Berlijn is niet alleen veel groter dan Brussel, de stad is ook oneindig beter georganiseerd. Neem alleen al het metronetwerk, dat zijn tentakels uitstrekt over de hele stad en dat perfect werkt. Hier in Brussel is het allemaal ingewikkelder. Nu weer eens onder de grond, dan weer erboven, wachttijden die onberekenbaar zijn. Berlijn is ook veel moderner in zijn stedenbouw, beter doordacht. Veel boulevards, geen wirwar van straatjes. In zoverre doordacht zelfs dat bij de explosieve groei, in het begin van de negentiende eeuw, niet hoger mocht worden gebouwd dan de breedte van een boulevard. Dat geeft een heel evenwichtig stadsbeeld. Je hebt er ook gigantisch grote pleinen, zonder verkeer; de enige plek in Brussel die me soms hetzelfde gevoel geeft en waar ik al eens naartoe ga, is de esplanade van het Rijksadministratief Centrum, het RAC. Bovendien lijkt Berlijn veel groener dan Brussel."

"Ja, terugkeren was toch een hele aanpassing. Wat ik voorheen indrukwekkend vond, was in mijn ogen plots nietig."
"Als ik het heb over de gelijkenissen, dan denk ik aan de internationale dimensie, het rijke culturele leven, de ontspannen sfeer. Dat laatste nog meer in Berlijn dan in Brussel. Daar heb je in de zomer gewoon het gevoel dat iedereen met vakantie is, zo easy going is het met de overvolle terrasjes. Maar wat het theaterleven betreft, scoort Brussel hoger. In Berlijn wordt meestal klassieker gewerkt, binnen een strikte organisatie en
hiërarchie. Collectieven, vermenging van disciplines vind je er amper. Als je bedenkt hoe het Kaaitheater multidisciplinair experimenteert - ja, dat gaat toch veel verder. Ik heb er dit seizoen stage gelopen bij de dramaturge Marianne Van Kerkhoven. Heel dankbaar ben ik voor alles wat ik geleerd heb door haar werk te mogen observeren."

Dubbel

Nog een les die Ariane Loze heeft overgehouden aan haar Duitse periode: Brussel is net als Berlijn een dubbele stad. "In Berlijn komt dat door de jarenlange splitsing in Oost en West. Voor elke bibliotheek in West-Berlijn had je ook een bibliotheek in Oost-Berlijn. Je hebt bijvoorbeeld maar liefst vier opera's. Het is een stad waar na de val van de Muur in feite twee verschillende culturen zijn samengebracht. In Brussel heb je dat ook, met de Franse en de Nederlandse cultuur: dat heb ik na mijn terugkeer pas ten volle beseft. En ik heb daar ook dankbaar gebruik van gemaakt. De Franstalige theaterschool vond ik maar niks, ik dacht: misschien moet ik mijn licht eens gaan opsteken bij de Nederlandstaligen. Het openingsgesprek op het Rits maakte me duidelijk dat de manier van onderwijzen veel minder klassiek is. Meer vrijheid, meer vermenging van disciplines. De docenten zijn er om je te begeleiden en hun ervaringen door te geven, maar je moet zelf je weg zoeken. Dus: wat wil ik doen en hoe ga ik het doen?"

"Voor mij was ook de onderdompeling in het Nederlands fantastisch. Een taal leren is een totaalervaring. Elke taal die je bijleert, is een beetje iemand anders worden. Het maakt ook je omgang met de wereld om je heen intenser. Ik begon zelfs woorden te bedenken, samenstellingen te maken, iets wat ik niet gedurfd had in mijn moedertaal, en ik werd daarin aangemoedigd door Johan Boonen, een docent die mij leerde de details en nuances van een nieuwe taal te zien en te gebruiken om de beelden die ik wou oproepen, te versterken. Terwijl hij mij niet dwong 'correct' te schrijven."

"De twee landstalen spreken maakt Brussel dubbel spannend, dubbel interessant, dubbel rijk. Dat mensen bewust die kans laten liggen, vind ik onbegrijpelijk. Het geeft mijn Belg-zijn bovendien een bijkomende dimensie, ik ben daar nu best trots op. Niet dat een taal leren makkelijk is, maar wat je ervoor terugkrijgt, is enorm: een hele cultuur! En het opent ook nog eens waaier aan mogelijkheden, sociaal en professioneel."

Loze vertelt het allemaal in een charmant Nederlands, met een accent. Maar geen Fráns accent. Soms hoor ik Hollandse klanken, dan weer Duitse. "De meeste mensen kunnen niet echt thuisbrengen waar ik vandaan kom. Ze gokken op Duitsland, of Nederland. Dat ik van oorsprong Franstalig ben, komt niet bij hen op."

Vrouwonvriendelijk
Brussel, met zijn absurde trekjes en zijn verscheidenheid, noemt Ariane Loze een grote inspiratiebron. "Op het toelatingsexamen van het Rits werd gevraagd: maak een solo met als thema 'Brussel'. Ik heb toen verhaaltjes verteld, ingedeeld volgens de uren van de dag. Herinneringen aan dingen die ik hier gezien heb. Bijvoorbeeld een excentrieke dame, die in de Sint-Hubertusgalerij uit volle borst een Frans chanson over vervlogen liefdes begon te zingen. Ja, Brussel is gewoon een onuitputtelijke muze."

Liefde voor de stad dus, zij het met reserves. "Dat niet alles op rolletjes loopt, is toch wel een lichte bron van ergernis. Niets is volgens de regels, niets is echt perfect. Brussel is geen moderne stad, wel een menselijke: overal vind je wel een foutje. Je moet ook geduld opbrengen in je omgang met de stad; het gebrek aan een degelijke organisatie maakt dat alles traag loopt. Brussel staat een beetje haaks op de tijdgeest; deze stad leert een mens de dingen te relativeren. En wie dat niet kan, zoekt maar beter andere horizonten op. Alles is ook een beetje absurd, een beetje surrealistisch; je moet echt wel je weg kennen wil je van Brussel kunnen genieten. Dikwijls denk ik: ocharme de mensen die voor het eerst in het Zuidstation aankomen en iets zoeken."
"Brussel zou zeker ook wel vrouwvriendelijker mogen zijn. Een vrouw kan zich hier niet altijd even vrij voelen. Door een blik, iets wat je wordt nageroepen. Weinig tegen te beginnen; het beste is nog je oren ervoor te sluiten. Maar toen ik terugkwam van Berlijn, was dat echt opnieuw aanpassen. Gelukkig is het in mijn geval steeds bij blikken en woorden gebleven. Maar je moet waakzaam blijven. Ik stap in Brussel om twee uur 's nachts altijd een beetje anders over straat, anders dan in Berlijn. Vastberaden stap, assertief."

"Toch ben ik bereid mijn stad te allen tijde te verdedigen. Weliswaar moet ik dikwijls de kritiek beamen, maar die anomalieën maken tegelijkertijd de charme van Brussel uit. Het is en blijft een rare stad, hé. Nu ik veel in het buitenland vertoef - ik speel bij het Frans-Oostenrijkse collectief Superamas -, ben ik elke keer weer blij terug in Brussel te zijn. 'Oef, weer thuis.' Mijn relatie met de stad is een beetje zoals mijn relatie met thuis. Zit je er constant met je neus op, dan wordt het routine, met altijd dezelfde problemen. Maar neem afstand door weg te gaan, en je bekijkt het weer anders, met een frisse blik."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving