Wonen in Brussel: Luk Lambrecht, kunstcriticus

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
20/09/2007
"Visie, durf, ambitie. Brussel mist ze alle drie. Architectuur: noem me eens één visionair bouwwerk. Kunst: Brussel is al lang geen must meer voor de internationale art tourist. Daarom blijf ik pleiten voor een Biënnale, goed georganiseerd, en met genoeg geld. Niet dat we geen topmensen hebben in de artistieke wereld. Anne Teresa De Keersmaeker is het nec plus ultra van de moderne dans. Maar wat doen wij? Wij kegelen haar buiten uit de Munt." Luk Lambrecht (48) heeft naam gemaakt als kunstcriticus in Knack Weekend, De Morgen en Knack. Daarnaast is hij tentoonstellingscurator in CC Strombeek. "Je kunt geen gefundeerde kritieken schrijven zonder praktijkkennis."

Wie zo hoog oploopt met vooruitstrevende architectuur als Luk Lambrecht, is het min of meer aan zichzelf verplicht om buiten het gewone onder dak te zijn. En ja, het huis is getekend door Martine De Maeseneer. Niet meteen wat een mens mag verwachten in de rustige, conformistische Basilieklaan.

"We moesten uit ons appartement in Sint-Agatha-Berchem, waar we jarenlang hadden gewoond. Bouwen was financieel interessanter dan een groot appartement kopen. Ook omdat we voor de interieurafwerking konden rekenen op de vader van mijn vrouw, een schrijnwerker."

"De voorgevel, die in tegenstelling tot de andere huizen in de buurt wordt bepaald door horizontale lijnen, is de achtergevel gespiegeld. Recto verso. Nog steeds, na al die jaren, merk ik nieuwe lichtinvallen, vanuit nieuwe gezichtshoeken. Mede door de hoge plafonds is het ook een ongelooflijk huis om in rond te dwalen. Ideaal zou zijn dat het zo leeg mogelijk staat. Maar begin daar maar eens aan met twee kinderen."

Is de woning een lust voor het oog, de uitgekiende tuin is dat eveneens. De twee niveaus spiegelen met de niveaus van de gelijkvloerse verdieping. Achterin een pracht van een boom, die doet denken aan een gewei. "Het is een creatie van Denis Dujardin, die als tuinarchitect dicht aanleunt bij kunst. Zo heeft hij deelgenomen aan Beeld en park, een expo die ik in 2000 heb georganiseerd in het Felix Happark in Etterbeek, met werk van onder meer Jan De Cock."

De naaste buren zijn heel wat minder opgezet met huize Lambrecht. Voor hen is het een onding: de bunker. "Met de buren links en rechts zijn we al lang niet meer on speaking terms. Steeds weer vonden ze een reden om te klagen. Ze hebben er werkelijk alles aan gedaan om ons het leven zuur te maken. Er zijn zelfs advocaten bij komen kijken, maar ondertussen is het gelukkig gewapende vrede."

Kubistische collage
De tongval van de man die soms sneller praat dan zijn schaduw, verraadt het: Lambrechts roots liggen in West-Vlaanderen. "Ik ben in Ronse geboren, maar opgegroeid in Avelgem. Vlak bij de taalgrens. Met de nabijheid van het Franstalige landsgedeelte heb ik het nooit moeilijk gehad. Integendeel. Die grens overschrijden was altijd een beetje naar het buitenland gaan. Andere dingen zien. En daarbij: de pinten waren goedkoper dan bij ons."

"In Brussel ben ik terechtgekomen door mijn ongewapende legerdienst in het Militair Hospitaal in Neder-Over-Heembeek. Ik zat op de psychia­trie, en het regime was daar zo vrij dat ik tien maanden lang uitgebreid de stad hebben kunnen verkennen. Achteraf zijn we gewoon gebleven. Omdat het mij hier beviel en mijn vriendin hier studeerde."

"Brussel ontdekken als je uit een West-Vlaams dorp komt, ja, dat is gewoon de wereld die voor je opengaat. Ik voelde me op vakantie en zo voel ik me nog steeds. Voor mij is Brussel een biotoop die permanent tot verwondering aanzet. Wat me ook heel erg bevalt, is het feit dat er niet echt een artistieke scene is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Antwerpen. Dat is misschien ook het liberale aspect van Brussel. In de echte zin van het woord, niet de politieke: er zijn heel veel mensen bezig met van alles, maar zonder kliekvorming, zonder dat wordt samengehokt in enkele cafés. Bovendien passeren hier alle internationaal interessante mensen. Maar dat is te weinig bekend en er wordt dikwijls amper iets mee gedaan. Alweer dat gebrek aan ambitie."

Is het gebrek aan ambitie Lambrecht een doorn in het oog, toch voelt hij zich Brusselaar. Op en top. "Een Vlaamse Brusselaar. Helaas vinden ze ons in Vlaanderen meer en meer een te verwaarlozen minderheid. Ik denk dat ze ons nog het liefst van al in een reservaat bijeen zouden drijven, ergens aan de rand van Brussel. Ze slaan de bal compleet mis. Want zonder zijn zo verketterde hoofdstad is Vlaanderen alles kwijt. Contour, de videobiënnale die nu in Mechelen loopt: daar zitten vijf Belgen in, alle vijf Brusselaars. Deze stad is een schier onuitputtelijke kweekvijver voor experiment, een vat barstensvol energie. Dat komt ook door de chaos; Brussel oogt als een kubistische collage. Een troep, je houdt het niet voor mogelijk. Maar die troep genereert energie. Dissonant, inderdaad, maar nooit saai. Zoals de creaties van Needcompany van Jan Lauwers en die van Meg Stuart. Confronterend, nazinderend. Brussels ook."

Belang
De aanstormende generatie Lambrecht - Kwinten van achttien en Ruben van vijftien - is net als vader: echt des stads. "Ze zijn hier perfect op hun gemak. Maar ze worden ook geconfronteerd met de nadelen van een stad, waar het multiculturele een rijkdom en een probleem is tegelijk. Op school in het Nederlandstalig onderwijs: zeven leerlingen op de tien Franstalig. De Vlamingen worden bovendien dikwijls gestigmatiseerd als Vlaams Belangers. Ruben is dikwijls wenend thuis gekomen: 'Ik bén geen Vlaams Belanger!'

Ook door het beroep van mijn madam staan we dicht bij de problematiek van de talen op school. Ingrid werkt voor Voorrangsbeleid Brussel, waar ze strategieën en methodes ontwikkelt om de taalachterstand van allochtonen weg te werken. Een heel grote uitdaging. We moeten niet te pas en te onpas schieten op die kindjes: ze moeten thuis Frans spreken, naar de koranschool in het Arabisch en dan nog eens les volgen in het Nederlands."

Postmuseum
Is Lambrecht als kunstmens uitgegroeid tot een autoriteit, begonnen is het allemaal bij de Posterijen. "Ik ben zelfs nog postmeester ad interim geweest in het hoofdkantoor langs de Pachecolaan. Toen heb ik het geluk gehad in het Postmuseum zaliger te geraken. Ideaal gelegen, aan de Zavel. Ik heb daar een achttal jaar tentoonstellingen mogen organiseren, onder het welwillende oog van Frank Daniëls, een verlicht postier."

"Postzegels mag je gerust beschouwen als kunstwerken voor de gewone man. Een filatelist is even gedreven als de kunstliefhebber die met de glimlach miljoenen aan een doek uitgeeft. Tussen die expo's zat van alles, tot werken van Panamarenko. Uiterst interessant was dat je er kon zien hoe de maatschappij door de eeuwen is veranderd. Leerrijk voor de twintigduizend schoolkinderen die jaarlijks over de vloer kwamen. In een tweetal uur tijd kregen die een overzicht van de voorlopers van de communicatie, omdat er aansluitend nog een afdeling telefonie was. Je mag ook niet vergeten dat Brussel - onder impuls van Keizer Karel - met de familie Tasso de grondleggers van het Europese postvervoer in huis had. De grafkelder van de Tasso's, in de Zavelkerk, is trouwens een van de mooiste barokke praalgraven die ons land rijk is."

Na de sluiting van het Postmuseum - "Een regelrechte schande" - ging Lambrecht halftime aan de slag in het Cultuurcentrum van Strombeek. Een van de zes seculiere cultuurhuizen die er aan het begin van de jaren 1970 zijn gekomen door toedoen van wijlen Frans Van Mechelen (CVP-minister van Cultuur van 1968 tot 1972, red.). "Om Vlaanderen uit de parochiehuizen te halen en een beetje meer cultuur bij te brengen." "De reden dat ik er werk - en graag werk -, is dat ik, als specialist, hedendaagse kunst niet wil ophokken in het specialisme. Dat is ook de reden waarom ik mijn hele leven vooral in 'massamedia' over zogenaamd elitaire dingen heb geschreven."

Wiels
"In Strombeek brengen we verschillende kunstvormen met elkaar in contact. Bijvoorbeeld als er een tentoonstelling is, dan kan het best zijn dat er tegelijkertijd ook een theateropvoering is. En wat is kunst tenslotte? Niets anders dan de uitdrukking van hoe de mens in het leven staat. De een doet het met woorden, de ander met beelden. Het allerliefste laat ik dan ook verschillende disciplines als twee vuurstenen tegen elkaar ketsen. Waardoor er een vonk ontstaat, waaruit iets heel nieuws kan ontstaan."

Een vonk. Voor Brussel is het volgens Lambrecht daarop nog steeds wachten. Een vonk van durf, ambitie, visie. "De kunsthal Wiels, in de gebouwen van de voormalige brouwerij Wielemans-Ceuppens: dat ging je van het worden. Maar met een budget van 400.000 euro en nog wat kruimels hier en daar rij je niet ver. Dat zou minimaal maal vier moeten zijn om niet vierkant uitgelachen te worden in het buitenland. Nu is het schooien. Chapeau dan ook voor Dirk Snauwaert en Anne Pontégnie dat ze er desondanks in slagen een goed programma in elkaar te boksen. Bijna uitsluitend door de goede contacten met buitenlandse kunstenaars, door veel goodwill. Net zoals Jan Hoet altijd tentoonstellingen heeft kunnen brengen dankzij massa's goodwill."

"Wraakroepend is het, zeker als je ziet wat er mogelijk is in de privésector, nu de superrijken en masse kunst hebben ontdekt. Privégaleries zoals Xavier Hufkens in Elsene: internationale top, vergelijkbaar met een klein kunstencentrum. Hufkens heeft budgetten waar het Muhka en het Smak alleen van kunnen dromen. Toen Zeno X Gallery werken van Luc Tuymans exposeerde, kwamen daar per dag 250 mensen op af. Terwijl het Muhka het dagelijks met veel minder bezoekers moet stellen, baby's in hun charette meegeteld. We zouden onze musea ook later moeten openhouden. Nu gaan die al om 17 uur dicht. Dat is het uur waarop de meeste mensen pas tijd hebben om aan iets anders te denken dan hun werk."

"Ambitie heeft een politiek draagvlak nodig, en spreekbuizen. Ik heb ongelooflijk veel bewondering voor Jan Hoet, al heb ik al heel veel ambras met hem gemaakt. Zo iemand zou Brussel deugd doen: iemand die vanuit een politiek draagvlak een stad enthousiast kan maken voor een project en de media gebruikt op een manier die voor de mensen verstaanbaar is. Nu durft niemand de dingen groot te zien."

"Het zou dus allemaal zoveel beter kunnen. Met Brussel 2000, bijvoorbeeld, was er de discussie: wat met hedendaagse kunst? Op een bepaald moment hebben we een voorstel geformuleerd: laten we twaalf internationale topkunstenaars een fontein ontwerpen. Op twaalf plekken in de stad. Publieke sculpturen die blijvend kunnen functioneren en waar mensen gewoon rond zitten op een mooie dag. Er is niets van in huis gekomen. Geef de stad dingen waar de mensen iets aan hebben. Zoals de skateramp aan de Kapellekerk. Dat is een belangrijke plek geworden in een wijk die verloederd was."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni