Wonen in Brussel: Pierre Arty, wereldburger

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
06/10/2008
"Ik heb de vijf continenten bereisd, voor mijn werk heb ik in meer dan tachtig landen voet aan de grond gezet. Maar geen enkele plek ter wereld gaat voor mij boven Brussel. Steeds weer was ik gelukkig thuis te komen in mijn geboortestad, die me zo'n rijkgevuld leven heeft geschonken." Pierre Arty (85) is gewezen gedelegeerd bestuurder van Exploration du Monde, bestuurder van het culturele luik van Expo 58, medestichter van Europalia, en vriend van Laken.

Mijn gastheer, de hoffelijkheid zelve, vraagt vriendelijk of ons gesprek in het Frans gevoerd kan worden. "Helaas is er mij niet echt veel bijgebleven van de lessen Nederlands op de lagere school. Maar ja, Frans is mijn moedertaal en indertijd had je het Nederlands niet echt nodig in Brussel. Nu ligt dat wel even anders. Maar ik heb steeds mijn best gedaan om mijn Nederlandstalige medeburgers voorkomend te benaderen. 'Goedemorgen, hoe gaat het met u?': het brak het ijs. Waarna we verder gingen in het Frans. Dikwijls ook waren die mensen tevreden dat ze konden tonen dat ze het Frans machtig waren."

Pierre Arty's rijzige verschijning is lang incontournable geweest in de Franstalige culturele scene van deze stad. Zelfs nadat hij de fakkel had doorgegeven. Zo verscheen hij in 2000 nog aan de zijde van Albert en Paola op het gala ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Exploration du Monde in het Paleis voor Schone Kunsten.

Twee jaar geleden kwam, door een trombose, zijn leven van de ene dag op de andere op een laag pitje. "Mijn ogen laten me in de steek, ik ben slecht ter been. De tijden dat ik de wereld afreisde, dat ik mocht proeven van wat Brussel te bieden heeft, en met mijn vrouw ging paardrijden aan onze prachtige kust, die tijden zijn definitief voorbij. Maar wat wilt u, dat is het leven. Veel mensen van vroeger zie ik ook niet meer, neen. Maar dat is normaal, gezien mijn gezondheidstoestand. Velen zijn beschroomd, ze vrezen dat ze storen en weten niet wat te zeggen."

"Tot voor twee jaar reed ik nog gezwind met de auto overal naartoe en volgde ik het reilen en zeilen in Brussel. Als ik nu nog met mijn vrouw buiten kom, is het in Ukkel; we maken nog dagelijks een kleine wandeling in de buurt, gaan al eens op restaurant. Onze buurt hebben we met de jaren zien veranderen. Buiten Andrée en mezelf leven er nog vier oude Ukkelnaren. Voor de rest: heel veel buitenlanders. Maar ook met die mensen hebben we een goede relatie. Ukkel blijft een schitterende gemeente om te wonen. Het groen, de rust, de vriendelijkheid van de mensen. Dat laatste is ook een van de hoofdredenen dat ik Brussel zo in mijn hart draag. De mensen zijn vriendelijk en hebben savoir-vivre: leven en laten leven."

Haroun Tazieff
Niet alleen zijn lichaam heeft Pierre Arty in de steek gelaten, ook zijn geheugen is niet meer wat het geweest is. Om de vele herinneringen levend te houden, is er gelukkig nog het boek À la rencontre des étoiles, dat in 2001 van zijn hand is verschenen ter gelegenheid van vijftig jaar Association des Arts et de la Culture (ADAC) in het Paleis voor Schone Kunsten.

"Vlak na de Tweede Wereldoorlog ben ik concerten en spektakels beginnen te organiseren. De kanonnen waren eindelijk tot zwijgen gebracht, de mensen waren gelukkig, de zaken liepen goed. Dat ging blijkbaar niet onopgemerkt voorbij: in 1951 stelde Paul Willems, toenmalig secretaris-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten, me voor om de 'ciné-lezingen' van Exploration du Monde in Vlaanderen en Wallonië te organiseren. Exploration du Monde had toen net het levenslicht gezien onder auspiciën van de vzw van het PSK en de ADAC. Ik twijfelde; de formule - de vertoning van een documentaire gecombineerd met een lezing - kon me niet onmiddellijk bekoren. Toch drong Willems aan. Hij vroeg me de lezing van Haroun Tazieff en de vertoning van diens documentaire Cratères en feu bij te wonen. De belevenissen van Tazieff - geoloog, vulkanoloog en assistent aan de ULB - waren een revelatie. Ik was verkocht, ik zag ineens de enorme mogelijkheden van Exploration du Monde. De oorlog was voorbij, er was een nieuw elan, de Belg dorstte ernaar de geheimen van onze wondere wereld te leren kennen."

"Later heb ik Tazieff, een grote persoonlijkheid, ook goed leren kennen. Straf. De waaghals die zijn vege lijf riskeerde in vulkanen overal te wereld, deed het bij mij in de auto bijna in zijn broek omdat ik het aandurfde tegen zestig kilometer per uur over 's lands wegen te 'scheuren'."

Kopje thee
John Glenn, de eerste Amerikaan in de ruimte. Valentina Teresjkova, de eerste kosmonaute. De Franse alpinist Maurice Herzog en diens Nieuw-Zeelandse collega Edmund Hillary, de eerste man op de top van de Everest. Het zijn maar enkele van de namen die Exploration du Monde heeft opgevoerd. "Al die mensen hebben glorierijke pagina's geschreven in het grote boek van het avontuur, ze hebben deuren geopend voor anderen, grenzen teruggedrongen."

"Een anekdote. Na zijn lezing in Luik, voor een afgeladen volle zaal, ging ik met Edmund Hillary terug naar Brussel. Het was al na middernacht toen mijn metgezel plots vroeg: 'Is it possible to have a cup of tea?', 'Zou ik een kopje thee kunnen krijgen?' Indertijd op dat uur van de nacht in Brussel nog een zaak open vinden die thee serveert, leek me een utopie. Waarop ik Hillary mee naar huis heb genomen, om hem daar in alle rust een kopje te laten degusteren. Toen ik Andrée wakker maakte, wist ze niet wat haar overkwam, want ik dronk nooit thee. Tot ze zag wie we te gast hadden. Achteraf, toen ik Hillary weer naar zijn hotel voerde, zei de man die overal ter wereld met de grootste egards werd ontvangen, dat het kopje thee bij ons thuis op de sofa het mooiste moment was geweest van zijn verblijf in Brussel."

"Nog een herinnering. Mijn vrouw en ik gingen dineren met de Franse ontdekkingsreizigster Jeannine Fiasson. Aan tafel toverde Fiasson plots uit haar bloes een kleine kaaiman te voorschijn, die ze in Laos had gevonden. Het bracht klanten zo hard aan het schrikken, dat ze inderhaast veiliger oorden opzochten."

"Ja, Exploration du Monde was een perfect huwelijk tussen de dorst te informeren en de dorst naar kennis. Het publiek hing aan de lippen van onze sprekers, duizenden abonnees hadden we. Heel het land was mee, want er was een gezonde wisselwerking tussen Brussel, Wallonië en Vlaanderen, waar ook heel wat francofonen woonden. Helaas heeft de taalstrijd roet in het eten gegooid. Zo stonden op een bepaald moment in Gent Vlaamse extremisten ons op te wachten met twee ambulances en een twintigtal verplegers. Ze riepen een van mijn medewerkers toe: 'We gaan pas weg als de ambulances vol zijn!' Het was slechts een van vele incidenten die ons er uiteindelijk toe genoopt hebben Vlaanderen links te laten liggen. Met spijt in het hart; ik ben steeds een voorstander geweest van een cohabitation met respect voor elkaar. Daarom stemt wat zich nu in ons land afspeelt, me droef te moede. Ik hoop dat het gezond verstand en de solidariteit op termijn toch de bovenhand zullen halen. Waar is de tijd van Jacques Brel, een Zinneke in alle betekenissen van het woord, die Frans sprak, maar zich Vlaming noemde en in heel het land werd gerespecteerd?"

Zes maanden feest
Een onuitwisbaar hoogtepunt voor Pierre Arty en voor Brussel was Expo 58. "Ha, de Expo! De eerste naoorlogse wereldtentoonstelling. De ogen van heel de wereld waren op Brussel gericht. Alles leek mogelijk. Maar een cultureel luik had de organisatie niet gedacht. Een gat waar wij met de ADAC in zijn gesprongen, samen met het Centre Belge des Échanges Culturels Internationaux, geleid door Maurice Huisman, en de Filharmonische Vereniging, geleid door Marcel Cuvelier. Het Festival Mondial was een feit. Achteraf schreef de Amerikaanse correspondent van de New York Sunday Times dat niet het Atomium of de prachtige paviljoenen het meeste indruk op hem hadden gemaakt, maar onze spektakels. Het was dan ook een weergaloos succes: populaire dans, klassieke dans, opera- en theatervoorstellingen, concerten, cir­cusspektakels. Honderdduizenden mensen hebben we ermee bereikt."

"Het organiseren van het Wereldfestival was ook wel een herculeswerk. Alleen al het regelen van de duizenden overnachtingen! Ik was omzeggens dagelijks met een medewerker op zoektocht in de stad. Van het moment dat we een gebouw zagen dat op het punt stond afgewerkt te worden, namen we contact op met de eigenaar om toestemming te vragen om het te mogen vullen met bedden. In Antwerpen hebben we zelfs een Russische boot afgehuurd om artiesten te slapen te leggen."

"Ik denk dat ik in die zes maanden welgeteld vier avonden thuis heb doorgebracht. De ontmoeting van al die culturen, al die talen: formidabel. Het heeft ook de internationalisering van Brussel ingeluid. Zo is uit het Wereldfestival in feite ook Europalia gegroeid. Aanvankelijk had ik Europalie voorgesteld als benaming, maar Europalia was een betere keuze, neutraler op taalgebied."

"Als je ziet hoeveel talen hier nu gesproken worden, hoeveel mensen - Belgen en buitenlanders - de kost verdienen in Brussel: enorm. Maar zoals alles in het leven heeft de internationalisering van Brussel ook een keerzijde. Wonen in Brussel is duur geworden. Veel van de mensen die ik ken, zijn verhuisd, omdat ze het niet meer konden trekken. Nu ontvluchten ook veel jonge mensen Brussel. Hun plaats wordt ingenomen door buitenlanders, voor wie het leven hier niet te duur is."

Jean-Paul Belmondo, Alain Delon, Fernandel, Jean Marais, Michèle Morgan, Philippe Noiret, Jacques Brel, Georges Brassens, Charles Aznavour, Shirley Bassey, Harry Belafonte, Leonard Cohen. Diana Ross, Miles Davis, Ella Fitzgerald, Pink Floyd, Erroll Garner (van wie Arty jarenlang een cadeau kreeg toegestuurd met Kerst), Pink Floyd, The Beach Boys, Abba: de weg van Pierre Arty ligt bezaaid met grote namen uit de wereld van film, theater - zijn grote liefde - en muziek.

Maar er was evengoed het Circus van Moskou, dat door zijn toedoen voor het eerst de weg vond naar België, het Ensemble van de Sovjetmarine, dansgroepen uit Bali, Rusland, Afrika, Cuba, Indonesië, Tahiti... "Het zijn allemaal interessante ontmoetingen geweest. Sommige van die artiesten en vedetten heb ik zelfs goed leren kennen. Zoals Popov, de legendarische Russische clown, die we internationaal gelanceerd hebben. Meer dan twee maanden is hij in Brussel gebleven. We zagen elkaar elke dag. Ook toen hij met het circus naar de provincie ging, heb ik hem begeleid. In het begin was hij extreem vriendelijk, aanhankelijk. Maar naarmate hij belangrijker werd, begon hij een beetje afstand te nemen. Maar ja, dat geldt voor alle grote artiesten."

"Helaas zijn veel van die mensen ons ontvallen. Onder meer Maurice Béjart, met wie ik steeds een heel goed contact heb gehad. Toen Béjart in 1964 ophef maakte met zijn choreografie van de Negende Symfonie van Beethoven, heb ik de gouverneur van Antwerpen gevraagd hem naar het Sportpaleis te halen. Dat kon vijfduizend toeschouwers in één keer ontvangen. Maurice wilde eerst niet, hij vond de zaal te groot. Toch heb ik hem kunnen overtuigen. Het bleek een revelatie voor Béjart, het heeft het ballet naar het grote publiek gebracht. Later heeft hij zich in Mexico zelfs gewaagd aan een balletopvoering in een stadion voor 25.000 toeschouwers. Met Béjart en diens Ballet van de XXste Eeuw heb ik op het einde van de jaren 1960 ook nog een tournee in Afrika georganiseerd, met de Semiramis, een Griekse pakketboot die ik speciaal voor de gelegenheid heb gecharterd."

Over het paleis
De band met grote artiesten is altijd een constante geweest voor Pierre Arty. Maar ook de band met Brussel en het koningshuis. "In 1955 heb ik samen met de fotograaf Gaston Lulsens Enchantement de Bruxelles op poten gezet, een audiovisueel spektakel. Twee jaar hebben we eraan gewerkt. Na 250 voorstellingen in het huis van de Graven van Brabant op de Grote Markt zijn we er ook mee naar Parijs, Madrid getrokken, naar het toenmalige Belgisch Congo, Rwanda en Burundi. Een succes dus, maar het heeft bloed, zweet en tranen gekost. Zo mochten we geen foto's maken van het paleis van Laken, toch niet op de manier die we voor ogen hadden. Ik heb daarop Jacques Genty, een bevriend pianist die ook piloot was, gevraagd om met zijn toestel over het paleis te vliegen om luchtfoto's te nemen. Toen we later door koning Boudewijn ten paleize werden uitgenodigd, vroeg hij of het waar was dat we het paleis op minder dan vijfhonderd meter hoogte hadden overvlogen. Ja, dus. Waarop de vorst fijntjes opmerkte dat het verboden is. Ik antwoordde hem, te onzer verdediging, dat we gedreven waren door de wil onze heerlijke stad zo goed mogelijk in beeld te brengen. Het heeft de band met het koningshuis ook niet verstoord, later ben ik nog vicevoorzitter geworden van de Stichting Koningin Paola."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni