Zinneke Myriam Stoffen: 'Knoopjes leggen in de stad'

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
04/01/2012
In mei 2012 trekt de Zinneke Parade er weer op uit. Al voor de zevende keer. Onvermoeibaar blijven Myriam Stoffen en haar ploeg proberen om groepen Brusselaars die op het eerste gezicht weinig gemeen hebben, samen een artistiek project te laten verwezenlijken. “Knoopjes leggen in de stad,” noemt Stoffen het.

Z inneke heeft zijn tenten tegenwoordig opgeslagen in de markante Byrrh-gebouwen in de Lakense Dieudonné Lefèvre­straat. Die staan leeg in afwachting dat ze verbouwd worden tot bedrijvencentrum en crèche.

Heel veel is er nog niet te zien van de Parade-in-wording. Toch is er al een boel werk verzet. Het thema is gekozen: 'Wanorde'. Ook zijn de Zinnodes gevormd, de groepen die elk een artistiek project uitwerken. Dat was zoals steeds een zware, maar boeien­de klus. Stoffen: "De bedoeling is dat organisaties en groepen die elkaar spontaan niet tegenkomen, gaan samenwerken. Eerst luisteren we naar wat elke deelnemende organisatie wil bereiken, waarom ze meedoet. We nemen daar ruimschoots de tijd voor, want het is het ijkpunt voor het hele verdere proces."

"Daarna brengen we groepen samen, een beetje zoals een huwelijksbureau, in functie van ge­meenschappelijke uitdagingen en beschikbaarheden. We willen vooral geen voor de hand liggende matches. Je mag de Zinneke Parade echt niet beschouwen als een lange rit van gezellig, blij samenzijn. We zouden gemakkelijk een Parade kunnen opzetten met gelijkgezinde partners, bijvoorbeeld wit, hoog­opgeleid, Nederlandstalig, multicultureel georiën­teerd. Maar die groepen komen elkaar sowieso al tegen. Dan krijg je ook weinig vermenging en weinig culturele en sociale confrontaties of intergenerationele ontmoetingen."

Nu de Zinnodes zijn gevormd, is het tijd voor de artistieke uitwerking. In twee grote opslagruimtes liggen de materialen klaar. Afgekeurde schoonmaaksponsjes, dozen vol plukken katoen, stukjes touw en rubberrestanten, grote stapels ongebruikte affiches, dikke rollen fo­lie en vuilniszakken met een foutje. Industrieel afval, ideaal om een stoet mee op te tuigen. Het Zinneke-feest kan beginnen.

Ziet u een evolutie door de verschillende edities van Zinneke Parade?
Myriam Stoffen: "Er is een evolutie in de plaats die het project inneemt in de stad. De Parade is voor velen een evidentie geworden. Ook hebben we het deelnemersveld verbreed. Daar waar het in het begin vooral ging over het zichtbaar maken van het verenigingsleven in de wijken van Brussel, zijn we geëvolueerd naar een stadsproject met partners die veel diverser zijn. Zo zijn er nu bewonersgroepjes, vriendenclubjes, kunstenaarscollectieven, hiphoppers en andere informele netwerken. Brusselaars dus die niet in het klassieke verenigingsleven stappen. We zoeken nu actief groepen en wijken op die zelf niet spontaan komen aankloppen, maar die we er graag bij willen. Dat leidt niet altijd onmiddellijk tot resultaat, maar dat hoeft ook niet. Het gaat over zaadjes planten en zien wat er naar boven komt. Zo hebben we enkele jaren geleden aan onze lokale partners in Etterbeek gevraagd om bruggen met de expats te slaan. Sinds vorige editie is dat gelukt."

Welke groepen zijn moeilijk bereikbaar?
Stoffen: "De groepen die het minst bereikt worden, zijn de eerste generatie migranten, de Aziatische gemeenschap, de latino's en de Turkse gemeenschap. Sommige Midden-Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse groepen hebben wel interesse, maar zijn heel sterk bezig met hun eigen traditionele cultuur. De Zinneke Parade is geen optocht van folkloregroepen. Het gaat erom dat partners die elkaar niet kennen, samen aan de slag gaan om een artistiek project te maken dat het resultaat is van ieders culturele bagage, een bastaard dus. Het kost moeite om dat duidelijk te maken."

"Een andere groep, waar we nu al twee edities op inzetten, zijn de adolescenten. We merken dat heel weinig jeugdwerkers en sociaal-culturele organisaties erin slagen om adolescenten op een duurzame wijze te bereiken. Het is ook een moeilijke leeftijd. Adolescenten zijn bezig met de vorming van hun eigen identiteit. In die fase in een project stappen waarin je gaat spelen met je identiteit en terechtkomt in een theaterstuk dat op straat wordt getoond, is geen sinecure."

Ook bij de wijken zijn er hiaten.
Stoffen: "Ja, bepaalde wijken zijn moeilijk te mobiliseren. Schaarbeek bijvoorbeeld, en Vorst. Dat heeft verschillende oorzaken. Het hangt af van het soort initiatieven die er bestaan. Is er een cultuur van verenigingen? Laat de politiek de ruimte om dingen in gang te zetten? Is er de nodige infrastructuur? Elke gemeente heeft een ander verhaal. In Vorst heb je bijvoorbeeld organisaties die graag zouden meewerken, maar het personeelsverloop is heel groot. Dat zie je trouwens bij een boel sociaal-culturele organisaties. Daardoor krijgt een project als Zinneke weinig verankering."

Wordt het ook moeilijker om vrijwilligers te vinden? Veel verenigingen klagen daarover.
Stoffen: "De klassieke verenigings­cultuur past gewoon niet bij de nieuwe generaties en de nieuwe bevolkingsgroepen. De meeste analyses over vrijwillige inzet tonen een verschuiving van het soort engagement. Lid worden, je duurzaam verbinden aan een organisatie, dat is onder druk komen te staan. Maar de bereidheid om vrijwillig dingen te doen, die neemt zeker niet af. Aan de Parade werken duizenden mensen mee, de meesten van hen vrijwillig."

"Het tijdelijke concept is in dit opzicht heel interessant. Een Zinneke-cyclus duurt anderhalf jaar. Dat is lang genoeg om te proeven hoe het is om met anderen samen te werken, maar na anderhalf jaar kun je het loslaten en iets anders doen."

Moeten jullie soms deelnemers weigeren of wegsturen?
Stoffen: "Zelden. Het gebeurt alleen wanneer organisaties zich te laat aanmelden voor een Zinnode of wanneer groepen niet bereid zijn om echt samen te werken. Samenwerken wil zeggen: luisteren naar elkaar, de macht laten circuleren en het gezamenlijke project solidair beheren. Het is niet omdat er middelen zijn, dat die voor jouw organisatie zijn. En het is niet omdat jij ervaring hebt of makkelijk Frans en Nederlands praat, dat je het hoge woord moet voeren tijdens een vergadering."

Dit jaar is het thema 'Wanorde / Désordre'. Is er één specifieke boodschap?St
offen: "Neen, zoals steeds heeft elke Zinnode haar boodschap. Het is de veelheid van interpretaties die ons interesseert. Maar het is duidelijk dat het publiek, dat het thema heeft gekozen, bezorgd is om de financiële, de politieke en de ecologische crisis. We zitten in een transformatiefase, we hebben de limieten bereikt van systemen die een tweetal eeuwen geleden uitgedacht zijn en waarover nu opnieuw moet worden nagedacht."

"Zinneke is in feite één groot statement. Het gaat over de expliciete keuze voor een samenleving waarin we een plaats willen geven aan iedereen. We willen tonen dat als je de tijd neemt en de ruimte creëert, mensen kunnen samenwerken, dat het verschil niet het einde van een mogelijke relatie hoeft te betekenen, maar het begin ervan kan zijn."

Wat blijft er nazinderen van een Zinneke Parade, wat zijn de duurzame effecten?
Stoffen: "In sommige groepen leidt het gekozen thema tijdens de voorbereidingsfase tot een diepgaande reflectie. Bij de vorige editie, 'Aan tafel', kwamen twee van de begeleidende kunstenaars uit bij het creationisme. Ze zochten een school die wilde meewerken. Enkele leerlingen van het atheneum Gatti de Gamond gingen in de loop van het artistieke traject heel zware filosofische debatten over het onderwerp aan, en ze schreven er uiteindelijk indrukwekkende teksten over. Die jongeren hebben een interessant leertraject afgelegd. Maar dat zie je natuurlijk niet tijdens de Parade."

Zijn er ook meer zichtbare effecten? Is er iets veranderd in de stad?
Stoffen: "Er zijn banden gesmeed. Nederlandstalige organisaties die eindelijk zijn gaan samenwerken met Franstalige die vijftig meter verderop bezig waren. Dat soort knoopjes. Of bewoners die elkaar plots op een andere manier leren kennen, hun beenhouwer als operaliefhebber bijvoorbeeld. Soms leidt de Parade er ook toe dat groepen een vzw oprichten en zelf projecten opzetten. En er zijn creaties die na afloop een eigen leven gaan leiden. De Fanfa­kids zijn het bekendste voorbeeld."

Zinneke Parade is een evidentie geworden, zegt u. Ook voor de overheid?
Stoffen: "De morele steun, de boodschap dat Zinneke een zinvol project is, die is verworven. We krijgen ook financiële steun, maar die is veel te precair. In tijden van schaarste kijkt iedereen naar zijn core­business. Een project als het onze, dat op kruispunten gaat staan, valt er makkelijk buiten. Zinneke is niet louter artistiek, niet louter socia­le cohesie, niet louter wijkontwikkeling. Elk jaar is het vechten om de subsidiepuzzel rond te krijgen."

Binnenkort moeten jullie weer verhuizen. Waarheen dit keer?
Stoffen: "We hebben nog geen nieuwe locatie. We hopen dat de een of andere overheid ons helpt aan een gebouw waar we voor een appel en een ei kunnen verblijven. Makkelijk wordt het niet. We hebben 2.000 à 3.000 vierkante meter nodig en overal in Brussel neemt de speculatie toe. Een nomadisch bestaan ligt ons wel, maar tweeënhalf jaar is wel heel erg kort. Gelukkig kunnen we in dit fantastische gebouw blijven tot na deze Parade."

Wie is Myriam Stoffen?

  • Myriam Stoffen (1967) studeerde Sociaal-Culturele Agogiek aan de VUB. Ze werkte dertien jaar als assistent en onderzoekster. Ze richtte mee Cosmopolis op, het VUB-centrum voor stedelijk onderzoek
  • Sinds 2001 werkt ze voor Zinneke, aanvankelijk als coördinatrice van de wijkprojecten, vanaf 2005 als directeur

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Laken, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni