Zuster Giovanna: 'Franciscus van Assisi heeft me de weg gewezen'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
19/10/2013
"Ik ben altijd gelovig geweest. Aanvankelijk zonder eraan te denken het ook als zuster te beleven. Tot ik een film zag over het leven van Franciscus van Assisi." Zuster Giovanna leeft al tien jaar in Brussel. De Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem zijn haar roeping.

G eromantiseerd weliswaar, toch was ik diep geraakt. De keuze van die man om zijn makkelijk leventje op te geven, te kiezen voor armoede en het helpen van anderen: het bracht me helemaal van slag. Giovanna, je zou een zuster kunnen worden! Een gedachte die me met vreugde vervulde, met angst ook. Quelle folie?! Maar het bleef hangen. Ik was verliefd geworden, verliefd op de Heer. Ik kon het niet negeren, het omgekeerde zou zelfverloochening geweest zijn."

Met negen zijn ze in Sint-Gillis, zuster Giovanna en haar geestgenoten. Vijfenzestig treden, - of zijn het er meer? - voeren me naar hun haven van peis en vree aan de Parvis. "Deze wijk is een levendige wijk, zacht uitgedrukt. De dag, de avond. Leven tot 4 uur in de ochtend, om 5 uur beginnen de marktkramers al met hun opbouw. Behalve op maandag," zegt zuster Giovanna, een zuster met wie ik aan tafel zit. Haar blauw-wit habijt brengt me een beetje uit evenwicht. De keuze om zuster te worden in onze moderne maatschappij, het is iets dat verwondering oproept, vragen.

"Ik ben opgegroeid in het noordoosten van Italië. Op het platteland. Vlakbij Ravenna. Mijn ouders waren boomkwekers; de natuur was een vanzelfsprekendheid voor mij, de stad eveneens. Na de middelbare school, waar ik Frans, Engels en Duits onder de knie heb gekregen, ben ik begonnen aan studies Economie. Waarbij mijn interesse vooral uitging naar de politieke impact van die processen. Het onderwerp van mijn thesis: de schuldenberg van arme landen. Zoeken naar oplossingen, manieren om te helpen. Armoede, oorlog en vrede en ecologie waren dingen die me heel erg bezighielden. Vervolgens heb ik enkele jaren gewerkt voor een ngo die sanitaire projecten op poten zet in de Derde Wereld. Ik keek er vooral op toe dat het ingezamelde geld wel degelijk ter bestemming kwam, goed werd besteed, wat niet steeds evident is. Ook heb ik gewerkt met gehandicapten, met kinderen in zomerkampen, alleenstaande moeders. Jonge moeders."

"Het sociale heeft me steeds aangesproken, ik voelde al van jongs af mee met wie het niet makkelijk heeft. Armen, gevangenen, ouderen die aan de laatste etappe van hun leven bezig zijn... Het raakte me, waar het uiteindelijk toe zou leiden, wist ik toen nog niet. Tot ik die film zag over de heilige Franciscus van Assisi. Het spoorde me aan om te zoeken. Zoeken bij verschillende religieuze gemeenschappen. Zo ben ik bij de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem beland. Door een lezing van broeder Pierre-Marie Delfieux. Broeder Delfieux, die in 1975 met Allerheiligen in de Saint-Gervaiskerk, hartje Parijs, de eerste Monastieke Gemeenschap van Parijs boven de doopvont heeft gehouden. Waarmee de voormalig aalmoezenier van de Sorbonne tegemoet kwam aan een lang gekoesterde wens van kardinaal François Marty, toen aartsbisschop van Parijs. Doelstelling: de volmaakte liefde, met God als bron, uitdragen. Dat gecombineerd met integratie in het stadsleven. Een leven van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid in deze moderne tijd. In de woestijn van de steden die zoveel eenzaamheid kennen, waar zoveel behoefte is aan liefde en waarheid."

"De familie? Die was geschokt door mijn beslissing. Maar na een tijd is er het besef gekomen dat ik gelukkig ben met de weg die ik heb gekozen, mijn keuze. Maar het begin was moeilijk. Mijn vader heeft een maand lang niet met mij gepraat, mettertijd heeft hij zich echter neergelegd bij mijn keuze."

Tapijt van gebed
De beleving van de Monastieke Gemeenschappen is niet die van een kluizenaar. Wel een leven tussen de mensen. In solidariteit. Het leven van de andere delen en tegelijkertijd bidden, contemplatie beleven in stilte. God zoeken en eren. "God die ik overal kan vinden door te bidden. In de woestijn, op de top van de hoogste berg, op het platteland, in de natuur. Maar het mooiste beeld van God hier op aarde is de mens. De mens, zijn meesterwerk. Met alle kwaliteiten en gebreken van dien. En steden zijn plekken waar mensen in groten getale samenleven."

"Ieder gelaat, iedere mens spreekt, op zijn manier, over God. Ik kijk, ik bid voor wie ik zie. Een tapijt van gebed ontrollen in het macadam van de grote steden. Om het leven van de anderen te verrijken, zonder dat ze het weten. Terwijl ik wandel, voor het rode licht sta te wachten, wanneer ik op de metro zit. Bidden voor de slager, de marktkramer, de politieman. We zullen ze allen in de hemel weer ontmoeten."

"En dan is er ook de dagelijkse wandeling naar de Sint-Gilliskerk, waar we het ochtendgebed brengen, het middaggebed, waar we eucharistievieringen opwarmen door onze gezangen. Deze kerk, die als een moeder de wijk beschermt, wier deuren openstaan voor iedereen, is bij wijze van spreken een oase in de woestijn."

Laboratorium
Twaalf jaar al maken de zusters van de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem deel uit van het beeld van het Sint-Gillisvoorplein. Ze delen het ritme van de stad, bewegen zich tussen de mensen. Bedruipen zichzelf zonder hulp van hogerhand. "Voltijds werken kan niet omdat de nodige tijd zou ontbreken om te bidden. We zijn hier met negen zusters, van wie er zes halftijds werken. De andere drie - onder wie ik - zorgen binnenshuis voor de goede gang van zaken. Koken, poetsen, de administratie verzorgen, mensen ontvangen. Eén zuster is met pensioen. Zuster Christiane, die niet meer werkt, die ons rustpunt is."

"Ik heb vroeger ook gewerkt. Toen ik zes jaar in Parijs was, vijf jaar in Firenze. Daarna is me gevraagd naar Brussel te komen. Ik heb de vraag maar wat graag positief beantwoord. Mede omdat het een ongemeen boeiende stad is, een laboratorium als het ware. Hier leven op een zakdoek mensen van verschillende etniciteit, van verschillende sociale status. Mensen die op de ene of andere manier moeten trachten in vrede samen te leven. In verschillende gemeenschappen, kleine stadjes, of beter gezegd dorpen. Het is een stad ook die beweegt op het kruispunt van Romaanse en de Germaanse cultuur, die tegelijkertijd de hoofdstad van België is en die van Europa. Rijk en arm dat mekaar raakt. Afwisselend schoon en lelijk. Weinig steden die zo rijk zijn aan contrasten. Contrasten tussen mooi en lelijk, contrasten in etniciteit, contrasten tussen het groen van de natuur en het grijs van het beton."

"Brussel is ook een stad waarvan je moet leren houden. Omdat ze zo complex is, veel verborgen geheimen heeft. De keren dat ik me verloren heb gevoeld in het begin zijn niet op één hand te tellen. Het weer heeft eveneens geduld gevraagd om het te aanvaarden. Net als deze wijk, met haar uitdagingen, met haar verschillen het heeft gedaan. Breng dat geduld op en je ontdekt een mooie mozaïek. De contacten met de mensen op straat, de marktkramers, elke dag naar de kerk komen om te bidden, ons geloof te delen: verrijkend. Benevens de onze zijn er ook nog verschillende andere religieuze gemeenschappen. Gemeenschappen waarmee we een goed contact hebben, uitwisseling. De gemeenschap van de Latijns-Amerikaanse zusters onder meer, de Jezuïeten... Vriendschap, samenwerking, steun."

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni