Interview

Schrijver Tijl Nuyts: 'Brussel pakt zijn problemen niet structureel aan'

Maarten Goethals
© BRUZZ
12/06/2025

Sophie Soukias

| Tijl Nuyts op het Vaderlandsplein, Schaarbeek

Wat als de vele zinkgaten in Brussel en de scheurtjes in de tunnels het werk zijn van een gerimpeld knaagdier dat oorspronkelijk uit Afrika komt en alle funderingen in de hoofdstad met zijn scherpe tanden ondergraaft? Dat is de merkwaardige opzet van Grondwerk, de debuutroman van Schaarbekenaar Tijl Nuyts. “De naakte molrat is een superieure soort.”

Bio Tijl Nuyts

  • Geboren in 1993 in Istanbul, opgegroeid in Kortrijk, woont sinds 2016 in Schaarbeek
  • Studeerde Taal- en Letterkunde: Engels-Spaans in Kortrijk, Leuven en Oxford
  • Debuteerde in 2017 als dichter met de bundel Anagrammen van een blote keizer, die werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs
  • Met zijn tweede bundel, Vervoersbewijzen (2021), won hij de Herman de Coninckprijs
  • Geeft in het dagelijkse leven ook Nederlands in het NT2-onderwijs

"De instellingen wiebelden boven de leegte. Mijn leegte.” In zijn zopas verschenen debuutroman Grondwerk schetst dichter en auteur Tijl Nuyts (1993) een beeld van Brussel in verval. Letterlijk dan. In korte tijd verschijnen overal in de stad gevaarlijke zinkgaten, de wanden van de Annie Cordy-tunnel komen los en vallen naar beneden, en de funderingen onder gebouwen als het koninklijk paleis, het federaal parlement en de Amerikaanse ambassade verdwijnen om mysterieuze redenen. De macht van die organisaties lijkt te wankelen. Het gevolg? Chaos, en een verhitte zoektocht naar een verklaring. En naar een dader.

Verrassend, die dader geeft Tijl Nuyts de gedaante van een naakte molrat. Een zoogdier dat normaal in de Hoorn van Afrika leeft en uiterlijk lijkt op “een versteende mensenvinger, een bladwijzer van gerimpeld vlees”, maar dat in Nuyts' boek naar België migreert om ondergronds te doen wat het het beste kan: graven, een geconnecteerd netwerk van holen aanleggen en zich met zijn scherpe tanden door allerhande harde lagen een weg banen in een wereld die voor de mens doorgaans verborgen blijft. Het is door die ogen dat Nuyts Grondwerk schrijft: de ogen van een vrouwelijke naakte molrat, die zich onder het Vaderlandsplein in Schaarbeek vestigt, om van daaruit de hoofdstad met schijnbaar gemak te destabiliseren, én bevriend raakt met een Brusselse, die het verhaal van de merkwaardige exoot optekent.

Om de lezers en alle bouwkundige en architecturale instanties meteen gerust te stellen: zitten er effectief naakte molratten in de ondergrond van Brussel?

Tijl Nuyts: Neen. Wie de dieren in het echt wil zien, kan bijvoorbeeld naar Pairi Daiza, daar beschikken ze over een kolonie. Voor het boek sprak ik trouwens met de verzorger van de dierentuin. Ook in een aantal Europese universiteiten zitten exemplaren in plexiglazen gangenstelsels. Om de een of andere reden gedijt de soort niet in gevangenschap. Maar met de Aziatische hoornaar, de vlinderstruik, de roodwangschildpad, de Egyptische nijlgans, de Japanse duizendknoop … zitten er een aantal exoten in Brussel die het wél zeer goed doen. Zeg dus nooit nooit wat de naakte molrat betreft. Zeker als het klimaat verandert en alles warmer en droger wordt – omstandigheden waarin het knaagdier perfect gedijt. Ook de eerste mens zwermde destijds trouwens uit van de Hoorn van Afrika naar de rest van de wereld, om onderweg overal zijn vlaggetjes te planten – wat van ons misschien nog de grootste invasieve exoot ooit maakt.

Vanwaar komt die fascinatie voor dat onooglijke wezentje, dat meer op een uitvergroot embryo lijkt dan op iets anders?

Nuyts: Dat is heel toevallig begonnen, op een avond op café, toen een vriend me een foto van een naakte molrat onder de neus schoof. Die wit-rozige huid, het rimpelige vel, die grote voortanden waarachter de lippen zich sluiten, die stugge haren op de snoet, die minuscule zwarte oogjes … wekten tegelijk een gevoel van afschuw en fascinatie in mij op. Daarna begon ik me in te lezen, filmpjes te bekijken, wetenschappelijke studies over de soort te doorploegen, en ontdekte ik een wonderlijk universum. De naakte molrat kan bijvoorbeeld een tijdlang zonder zuurstof overleven, ze organiseren zich volgens een strakke maatschappelijke ordening met duidelijke rollen voor ieder individu en met een koningin aan het hoofd, ze bouwen holen ter grootte van de oppervlakte van meerdere voetbalvelden, én ze lijken ook nog eens bestand tegen kanker en dementie. Met andere woorden: het gaat om een superieure soort, die het overleven van het geheel vooropstelt. De naakte molrat wordt gedreven door een collectieve intelligentie.

Iets wat je duidelijk mist bij de mensheid. Grondwerk gaat in die zin niet zozeer over de naakte molrat die Brussel ondergraaft, maar wel over de mens die zijn eigen ondergang organiseert. De naakte molrat versnelt hooguit dat proces.

Nuyts: Dat is inderdaad de kritiek van mijn hoofdpersonage. De naakte molrat die in Brussel belandt, en die een soort monoloog voert in het boek, vindt het vreemd dat mensen niet altijd aan hetzelfde zeel trekken. De vele zinkgaten in de straten, de scheurtjes in de tunnels, ze staan voor mij symbool voor een samenleving die haar problemen niet structureel aanpakt. Daarom gaat de naakte molrat in de roman ook een alliantie aan met een aantal activisten die ijveren voor een alternatief. Voor alle duidelijkheid: mijn boek is geen stappenplan om uit de crisis te komen. Maar samen met anderen moet het lukken om het tij te keren.

1939 Tijl Nuyts portret

Sophie Soukias

| Tijl Nuyts: 'De vele zinkgaten in de straten, de scheurtjes in de tunnels, ze staan voor mij symbool voor een samenleving die haar problemen niet structureel aanpakt'

Anderzijds: denken in termen van strak georganiseerde collectieven houdt ook gevaren in.

Nuyts: Absoluut. Kolonies van naakte molratten kunnen behoorlijk xenofoob zijn. Wanneer dieren van verschillende groepen elkaar tegenkomen, leidt dat vaak tot bloedige confrontaties. Elke kolonie spreekt ook een eigen dialect, een complex systeem van piepjes, knorretjes en fluitjes, dat leden van een concurrerende groep niet meteen kunnen ontcijferen. Ik stel het leefsysteem van de naakte molrat dan ook niet als een utopie voor, maar het is wel een model dat bestand lijkt tegen de grote uitdagingen van de toekomst, zoals steeds extremere weersomstandigheden.

Wat zou je nog overnemen?

Nuyts: De manier waarop ze zorg centraal stellen, iets wat de huidige welvaartsstaat uit het oog dreigt te verliezen. De naakte molrat respecteert ook de grenzen van het ecosysteem waarin ze leeft: als ze al gravend op ondergrondse knollen – hun voornaamste voedsel – stoten, knagen ze er kleine stukjes van af en smeren ze aarde over de happen heen zodat de vrucht rustig weer kan aangroeien. Daarom beschouwt het dier zichzelf als beter en slimmer dan de mens. In mijn verhaal willen ze de heerschappij op aarde overnemen, want de mens heeft het duidelijk verkloot.

“De homo sapiens zit in een cul-de-sac,” laat je het hoofdpersonage zeggen. Is dat iets wat je oprecht angst inboezemt, de opwarming van de aarde en alle klimatologische ongemakken van dien?

Nuyts: Ik voel wel een soort hulpeloosheid, ja. Ik kan persoonlijk ook moeilijk tegen de warmte. Ik kan dat niet lossen en loop dan altijd wat lastig volgens mijn vriendin. In het Josaphatpark, niet zo ver van waar ik woon, vind ik de nodige koelte. Maar ik stel mij wel degelijk de vraag: wat kan ik doen? Op individueel vlak is dat niet zoveel, vrees ik. Terwijl de politieke klasse dan weer niet bereid lijkt om de problemen écht aan te pakken, ondanks duidelijk zicht op de oplossingen. De samenleving lijkt daarom vast te zitten. En dus pleit ik voor meer verbeelding.

Sommigen, ook de naakte molrat in je roman, zien de droogte en de klimaatopwarming als een soort wraak. “De hartenklop van de aarde klonk luider dan ooit.” Geloof je dat zelf ook?

Nuyts: Dat werd ook gezegd over corona, maar ik geloof niet in een aarde die intentioneel en bewust dingen laat gebeuren om de gehele mensheid te straffen. Temeer omdat de opwarming vooral het werk is van een aantal fossiele brandstofbedrijven, die goed weten welke verantwoordelijkheid ze dragen. British Petroleum, een internationaal oliebedrijf, huurde zelfs een reclamebedrijf in dat op meesterlijke wijze het debat verschoof naar de individuele burger door het concept van de ecologische voetafdruk uit te denken. Vervolgens kon iedereen elkaar met de vinger wijzen, en bleef het bedrijf buiten schot.

Je nam als schrijver het perspectief van een toch wat bizar wezen in. Was dat makkelijk of moeilijk?

Nuyts: Ik ga niet beweren dat het mij écht gelukt is om de wereld van een naakte molrat te beschrijven. Dat lukt geen enkele mens. Maar in het proberen, én in het falen, vond ik wel een enorm plezier. Op den duur hoorde ik haar stem, bijvoorbeeld wanneer ik de afwas deed, en dat zette het creatieve proces in gang. Nu het boek er is, zal ik die stem een beetje missen.

Brussel toont het mooiste en het lelijkste waartoe de menselijke soort in staat is: het is een stad van grote armoede en cynisme, maar ook een plek waar heel veel spontaan ontstaat in de kieren van de samenleving

Tijl Nuyts

Auteur van Grondwerk

Heeft je studie van de naakte molrat je kijk, perspectief en visie op Brussel veranderd?

Nuyts: Een molrat kan niet goed zien: enkel licht en donker, en wat contouren en silhouetten. Het dier haalt zijn informatie vooral uit geuren, trillingen, vibraties en structuren. Daarom paste ik bijvoorbeeld mijn taal aan door kleurbeschrijvingen te vermijden. Ik verdiepte me ook in de grond van Brussel en de verschillende lagen, de materie waarin de naakte molrat woelt. Vooral die informatie leerde me de hoofdstad op een andere manier te lezen, en maakte me duidelijk waarom bijvoorbeeld de aanleg van metro 3 naar Evere door de verschillende lagen van klei en zand niet evident lijkt.

Over exoten gesproken: je bent zelf afkomstig uit Kortrijk. Hoe kwam je destijds in Brussel terecht?

Nuyts: Na mijn studies werkte ik als praktijkassistent aan de universiteit, en ik pendelde tussen Kortrijk en Leuven. Ik wilde ergens tussen die twee plekken wonen, en liefst niet in Gent. En dus werd het Brussel, Schaarbeek om precies te zijn. Ik kende de plek al een beetje door een stage in het kader van mijn lerarenopleiding, maar over het algemeen was het een blinde vlek. Vandaag leer ik nog steeds bij, en blijft de stad mij energie geven. Brussel toont het mooiste en het lelijkste waartoe de menselijke soort in staat is: het is een stad van grote armoede en cynisme, maar ook een plek waar heel veel spontaan ontstaat in de kieren van de samenleving. Al die sociaal-artistieke projecten. Al die spontane acties van onderuit. Om in de beeldspraak van het boek te blijven: ondergronds woelt een soort permanente energie en onrust, vaak zonder focus of duidelijke richting, maar evengoed leidt die tot belangrijk en noodzakelijk verzet. Ik wilde mijn roman in die traditie inschrijven.

Grondwerk is uitgegeven bij Atlas Contact;
op 13/6 wordt Tijl Nuyts' debuutroman voorgesteld in de Passa Porta Bookshop, passaportabookshop.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek , Literatuur

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni