Maggi Mats 2 c Beat Grauwiler

Bowlingtalent lonkt naar wereldtop in 2014

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
15/01/2014

De Belgische bowlingfederatie heeft goud in handen, maar lijkt dat nog niet goed te beseffen. Mats Maggi (24) kan ondanks weinig steun en een mager trainingsregime bij momenten wedijveren met de wereldtop, en werd in december zevende op de wereldbeker in Rusland. Die topprestatie is een trigger om dit jaar voluit zijn kans te gaan. 2014 moet het jaar van Mats Maggi worden.

“Door astma kon ik als jongeling amper van sporten proeven,” vertelt Maggi. “Bowlen lukte wel, en bij mijn eerste kennismaking had ik meteen het virus te pakken. Ik was toen negen jaar oud en schreef me vrijwel meteen in bij de club van Bowlmaster. De jeugdwerking was er toen nog uitgebreid en goed. Er hing een leuke sfeer en ik kwam er haast dagelijks over de vloer.”

De liefde voor bowling werd bij de Molenbekenaar nog versterkt door zijn talent. Hij behoorde tot de besten en speelde meestal in een hogere leeftijdsklasse om tegenstand te hebben. Belgische titels? Hij verzamelde ze bij de vleet. Zijn motivatie en focus waren groot, terwijl velen van zijn leeftijdsgenoten afhaakten.

“Toen de persoon die zich bezighield met de jongeren overleed, zijn de meeste spelers gestopt. Maar dat is nooit een optie geweest voor mij. Mijn passie is daar te groot voor. Het is zo’n leuke sport en je ontmoet rond de baan heel wat mensen. Eigenlijk is het een miskende sport. Het is zeer toegankelijk en veel mensen linken het aan een avondje uit. Maar ik verzeker je: op hoog niveau is het zowel mentaal als fysiek zeer zwaar.”

Dat hoge niveau haalt Maggi bij de bowlingclub van Bergen. Bowlmaster was volgens hem in het verleden een van de beste clubs van het land, maar een grote uittocht heeft dat statuut onderuit gehaald. De Brusselaar vond in Bergen een club die zowel op sportief als op menselijk vlak bij hem past.

“De afgelopen twee seizoenen hebben we zowel de titel als de beker van België gewonnen, dus het blijkt toch wel een goede keuze te zijn. Ik vraag me nu af of ik nog veel in België moet spelen. Hier lopen goede spelers rond, maar het algemene niveau is niet hoog genoeg. Daardoor zakt mijn motivatie soms wat weg. Dankzij de Europese matchen met Bergen en tornooien met de nationale ploeg heb ik mijn niveau toch nog kunnen opkrikken.”

“Op het internationale toneel word je wel op je plaats gezet, hoor. Ik herinner me mijn eerste matchen voor de nationale ploeg nog levendig. Ik was twintig, top in België en trok vol vertrouwen naar een tornooi in Denemarken. Maar snel besefte ik dat het niveau er nog een pak hoger ligt.

Wereldrecordhouder
De werkpunten bleken niet van de poes: regelmatiger zijn, spelinzicht en tactiek verbeteren, fysiek sterker worden. En er is ook nog de kennis van het veld, een niet te onderschatten element in de bowlingsport.

“Op de velden ligt olie en dat zorgt voor een hogere moeilijkheidsgraad, vooral omdat je het met het blote oog niet ziet. Je moet dat dus inschatten. Het is zeer complex, er zit een hele wetenschap achter. De lengte van de olielaag en de vorm van de baan spelen een belangrijke rol. Ook de spelwijze van je tegenstanders: spelen ze met veel effect, dan gaat de olielaag bijvoorbeeld sneller slijten.”

“Ervaring en kennis helpen je bij het uitkiezen van de juiste bal. Ik bekijk regelmatig filmpjes op YouTube waarop tips en voorbeelden worden gegeven. Het is een constant leerproces. Je moet er ook voor zorgen dat je de beste manier van werpen vindt: snel of niet, veel of weinig effect, etc. En dat dan elke keer opnieuw kunnen herhalen. Dat is zeer moeilijk. Zes spellen worden op een drietal uur afgewerkt, het vraagt dus heel wat concentratie.”

België heeft een achterstand op het vlak van geoliede velden, maar is dat stilaan aan het inhalen. Al gebeurt het volgens Maggi soms te drastisch, waardoor bijvoorbeeld oudere spelers in opstand komen. Maar het is wel een noodzaak om de rol niet te lossen en de kloof met de (vooral Scandinavische) toppers niet nog groter te laten worden. De Brusselaar bewees eind vorig jaar dat de Belgen er kunnen staan op grote tornooien.

“Alles liep goed op de wereldbeker, tot de laatste dag. Ik stond heel de week in de top drie, maar factoren als vermoeidheid en stress deden me de das om. Het is ontgoochelend dat ik zevende werd. Dat is een goed resultaat, maar als sportman wil je altijd meer.”
“Het was mijn derde deelname aan de wereldbeker van de afgelopen vier edities. Een allesbepalend nationaal tornooi maakt uit welke man en welke vrouw er heen mag. Twee jaar geleden werd ik achtste, maar mijn zevende plek vind ik mooier omdat ik constanter heb gepresteerd. Het is ook mooi meegenomen dat ik een wereldrecord heb verbroken door 1.599 punten te scoren in zes partijen.”

De prestatie van Maggi is des te opmerkelijker als men weet dat hij zonder goede voorbereiding naar Rusland was getrokken. Niet zo lang geleden trainde hij zelfs maar één uurtje per week. Hij beseft dat het anders moet en is ondertussen ook overgeschakeld op een steviger trainingsregime. Maar hij laakt eveneens de tekortkomende federatie.

Geen geld voor WK
“We hebben een nationale coach, maar ik heb hem voor de wereldbeker niet gezien en ter plaatse heb je er amper iets aan. Het is allemaal niet echt professioneel. De federatie mist visie en geeft soms geld uit aan bijkomstige zaken, in plaats van bijvoorbeeld clinics te organiseren met topcoaches om onze basisvaardigheden bij te schaven.”

“In 2013 was het even ‘oorlog’ tussen de spelers en de federatie omdat we niet naar het wereldkampioenschap mochten, ondanks dat we ons hadden geplaatst. Er was volgens de federatie geen geld voor. Daar waren we zeer boos om. Zo’n groot evenement missen, en dan nog eens in Las Vegas! Ik denk wel dat het stilaan de goede kant opgaat. De federatie is gesplitst en er lijken capabele en gemotiveerde mensen aan het roer te staan.”

Sinds zijn terugkeer van de wereldbeker heeft de Brusselaar een nieuw elan gevonden. Hij is zeer gemotiveerd en heeft zijn trainingen opgekrikt. Maggi beseft dat hij zowel op mentaal als fysiek vlak vooruitgang moet maken om te wedijveren met de toppers.
“Ik wil dit jaar naast de Europese wedstrijden die ik met Bergen speel ook individueel aan tornooien deelnemen. Met goede resultaten komt de nodige financiële steun en zo kan ik groeien. Hoe meer ik met de toppers in aanraking kom, hoe beter mijn spel zal worden.”

“Veel tornooien kan je met de auto bereiken. Dat is geen overbodige luxe, want het is niet evident om met het vliegtuig te reizen: een bal weegt zeven kilo en je hebt er toch een paar nodig. Het stoort me niet om pakweg achthonderd kilometer te rijden en een paar dagen vrijaf op het werk te nemen om tornooien te spelen. Ik zal de nodige opofferingen getroosten.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni