Brusselaar Danny Ost kreeg Eupen in eerste klasse
'Ik heb 26 jaar lang bij Union Sint-Gillis gespeeld," vertelt Ost. "Mijn moeder heeft me op tienjarige leeftijd ingeschreven. Na tien jaar bij de jeugdploegen heb ik vijftien jaar in de eerste ploeg gespeeld, afwisselend in tweede en derde klasse. Achteraf heb ik nog even bij La Louvière en Rode-Verrewinkel gespeeld, maar Union blijft mijn ploeg."
Ost begon als rechtsachter om vervolgens centraal in de verdediging te spelen en als libero te eindigen. Hij was een harde verdediger die weleens 'een kaart pakte', zegt hij zelf. Al die ervaring helpt hem vandaag bij zijn werk als trainer. "Het heeft me zeker geholpen om te praten met de spitsen. Maar je moet dat ook niet overschatten, er wordt nu anders gevoetbald dan in mijn tijd."
"Ik weet niet waarom ik voor het trainersvak heb gekozen. Ik ben altijd een leiderstype geweest.
Dat heeft me veel bijgebracht. Mijn sterke punten? Moeilijk te zeggen... Ik kan met een speler lachen, maar even later ook hard zijn, als het moet."
De trainerscarrière van Ost speelde zich tot voor kort vooral in de lagere klassen af. Na Racing Brussel, Rode-Verrewinkel en Olympic Charleroi belandde hij bij Strombeek. "Ik was daar trainer toen de ploeg werd omgedoopt tot Brussels. Dat was een grote ontgoocheling voor mij. De hele staf is in een paar maanden tijd ontslagen, net als een groot deel van onze 35-koppige kern. Al die veranderingen waren voor mij voor een desillusie. Ik ben dan consulent geworden van de Rwandese federatie, maar ben snel teruggekeerd. En na Heppignies en Olympic Charleroi heb ik besloten om de uitdaging aan te gaan bij Eupen."
Op het moment dat Ost in november 2008 het roer in Eupen overnam, bengelde de club onderaan het klassement in tweede klasse, met amper vijf punten. Maar er was een project met Italiaanse investeerders, dat hem helemaal kon overtuigen. "Dankzij nieuwe spelers en ons harde werk zijn we uiteindelijk in de lagere middenmoot geëindigd. We hebben de ploeg samen kunnen houden, hebben er een paar versterkingen bijgehaald en zijn vorig seizoen begonnen met de ambitie de eindronde te spelen. Het is wat sneller gegaan dan we dachten: we hebben die eindronde
gewonnen."
Ost mag zijn trainerstalenten nu voor het eerst in de hoogste klasse tonen. Voor velen is Eupen degradatiekandidaat nummer een, maar de Brusselaar ziet dat anders. "We willen een goede indruk laten. We gaan proberen niet te struikelen zoals ploegen als Tubeke of Dender, die het niet lang hebben volgehouden. We nemen Sint-Truiden als voorbeeld. Eupen is een klein stadje, maar Westerlo is dat ook. En zij draaien al jaren mee in eerste klasse. We kunnen zeker standhouden in
eerste."
Van dag tot dag
Trainer is een onzeker beroep. Een paar nederlagen op rij kunnen al snel voor je C4 zorgen. Ost heeft met die onzekerheid leren leven. "We zien wel of de club met mij in eerste blijft. Ik leef van dag tot dag. Als trainer kan je niet ver vooruit kijken en mag je niet bang zijn. Ik ben van nature optimistisch."
Van één zaak is Ost zeker: hij keert nog terug als trainer in Brussel. "Natuurlijk wil elke trainer in België proeven van de eerste klasse. Ik wil Eupen nu op dit niveau houden en goede wedstrijden met hen spelen. Daarna zien we wel."
"Je kunt me de Eric Gerets van Brussel noemen. Hij zegt altijd dat hij ooit Standard - de club van zijn hart - zal trainen. Dat wordt ook altijd over mij en Union gezegd. Ik heb een liefdesrelatie met die club. Ja, ooit wil ik Union trainen."
Lees meer over: Sport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.