Joachim Gerard c Marc Gysens

Derde plaats in rolstoeltennis voor Gérard: ‘De kers op de taart was enorm’

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
11/12/2013

Joachim Gérard (25) bestormt de wereld van het rolstoeltennis. Hij werd in 2005 en 2006 al wereldkampioen met de Belgische ploeg, maar toch verbaast hij zichzelf. Gérard klom op tot de derde plaats vande wereldranglijst en haalde de finale van de masters. De ambitie is groot, de motivatie is enorm. Het nieuwe seizoen mag beginnen.

“Ik pik sporten gemakkelijk op omdat mijn ouders altijd veel met mij hebben gesport,” vertelt Gérard. “Ze hebben me nooit behandeld als een gehandicapte. Ze pasten de sporten wel wat aan, maar ze betuttelden me niet. Ik wou altijd zelfstandig zijn en wou steeds bewijzen dat ik het kon. Mijn handicap is zwak: ik liep polio op toen ik negen maanden oud was, waardoor ik een beperking heb aan mijn rechterbeen. Maar ik kan nog stappen. Ik vind het goed dat men mij moeite liet doen om te sporten, het heeft weinig nut het te gemakkelijk te maken.”

De ontdekkingsreis langs de verschillende sportdisciplines leidde naar een zwemcarrière. Gérard trok tijdens zijn puberjaren tot vijf keer per week naar het zwembad en zwom op een redelijk hoog niveau. Maar de sportliefhebber ontdekte op zijn twaalfde ook tennis en moest na verloop van tijd kiezen.

“Ik heb voor tennis gekozen omdat ik daarin meer mogelijkheden zag. In het zwemmen had ik het nadeel dat ik in een te zware handicapcategorie werd ondergebracht. En met tennis had ik meer kans om mijn droom waar te maken: de Olympische Spelen halen. Dat bewezen we met de nationale ploeg. In 2004 werden we derde op het wereldkampioenschap voor ploegen bij de junioren, en in 2005 en 2006 wonnen we. Dat waren prachtige momenten. Vooral 2005 was zeer emotioneel. Ik heb echt geweend van vreugde.”
Gérard bewees dat hij het potentieel van een topper had en voerde zijn trainingen gevoelig op. Hij kreeg het statuut van sportbelofte op school en sprong van vier naar tien trainingsuren per week. Het was zwaar, maar hij boekte wel vooruitgang en mocht in 2008 voor het eerst naar de Olympische Spelen, in Peking.

“Het betreden van het stadion tijdens de openingsceremonie was het mooiste moment uit mijn carrière. Honderdduizend mensen kijken je aan, al dat spektakel, fantastisch! De vreugde die het mijn ouders en mijn broer gaf, maakte er een speciaal moment van. Ik zal het nooit vergeten.”

“Ook de aanloop naar de Spelen staat in mijn geheugen gegrift. Het BOIC vereiste een top zestien plaats op de wereldranglijst, maar ik was pas zeventiende. Toen ze me belden dat ik mee mocht, beleefde ik een moment van groot geluk. Ik was de maanden daarvoor naar Japan en allerlei Zuid-Amerikaanse landen getrokken om er tijdens tornooien de nodige punten te sprokkelen. Ter plaatse heb ik niet ontgoocheld. Ik geraakte tot in de achtste finales en werd uitgeschakeld door een topper.”

Agressiviteit intomen
De droom die Gérard in China beleefde, voedde zijn ambitie om terug aan zo’n groot evenement deel te nemen. En deze keer moest hij naar huis keren met metaal rond zijn nek. Maar de ontwikkeling van de tennisser stagneerde lichtjes en de ambities moesten bijgesteld worden. Hij was ondertussen ook intensiever met zijn studies bezig.

“Ik had dertig uur les per week en mijn trainingen vielen terug tot een viertal per week. Dat was een keuze die ik had gemaakt. Ik vind dat je naast je sportcarrière een alternatief moet hebben. Je weet nooit wat er gebeurt.”
“Ik werd bij deze keuze gesteund door mijn familie en trainers. Ik word zeer goed omkaderd. Ik heb een uitstekende coach en physical coach, en Dominique Monami brengt me veel bij als mental coach. En dan is er mijn familie: ze leven echt met mij mee, ik ben fier op hen. Zij hebben een belangrijk aandeel in mijn succes. Meer dan 50 procent. Zeker.”

De studies zorgden voor een balans in het leven van Gérard. Hij is iemand die graag met zijn hoofd werkt – sudoku’s en hoofdbrekers hebben weinig geheimen voor hem – en dat helpt hem ook op het tennisveld. Al is datzelfde kopje ook een belangrijk werkpunt.
“Die studies zetten je met je voeten op de grond. Mijn mentale kracht is wel iets waar ik aan moet werken. Ik moet constant leren presteren, mijn goede prestaties herhalen. Daarvoor is mijn opslag mijn grootste wapen. Ik heb een van de beste – volgens sommigen zelfs de beste – service. Verder ben ik een agressieve speler die graag aanvalt. Maar ik moet me bij momenten leren intomen.”

Afgelopen seizoen zette Gérard een grote stap vooruit. Al de toppers begonnen hun seizoen in januari, maar hij volgde pas in mei. In 2012 had hij zijn studies namelijk even on hold gezet om zich te plaatsen voor de Paralympics in Londen, waarin hij ook is geslaagd. Begin 2013 haalde hij die verloren tijd in: hij werkte zijn stage af en leverde zijn eindwerk in. Wat volgde was een topseizoen.

“Volgens velen was dit een superseizoen, maar ik ben minder enthousiast. Het was goed, ja. Maar dan vooral het sluitstuk. De taart was niet zo groot, maar de kers was enorm. Tijdens de masters heb ik vijf matchen op topniveau gespeeld, dat is sterk. Ik heb dit seizoen wel met hoogtes en laagtes gepresteerd, maar ik word wel constanter.”

“Door een goed half jaar sta ik nu derde op de wereldranglijst. Dat motiveert me enorm. Ik heb getoond dat ik het hoogste niveau aankan en ik heb zeker nog progressiemarge. Ik kan niet wachten tot wanneer het seizoen begint. In januari trek ik naar de Australian Open.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni