Reportage

Een gemiste finale en een wissel te veel: RWDM even ‘back to the nineties’

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
18/10/2021

René Vandereycken, succestrainer van RWDM in 1996.

Onder impuls van een overijverige supporter verzamelden een twintigtal ex-spelers van RWDM voor een reünie, voorafgaand aan de wedstrijd tegen Westerlo. Een paar clublegendes vertellen vrijuit over het laatste decennium waarin RWDM nog een vaste waarde in de hoofdmacht van het Belgisch voetbal was: de jaren negentig. Enkele spraakmakende duels tegen buurman RSC Anderlecht eisen de hoofdrol op.

RWDM-supporter Stefaan Plas maakte van de coronacrisis handig gebruik om voor zijn supportersgroep op Facebook, RWDM Ketjes, een resem ex-spelers van de club te bellen voor een babbel over hun carrière bij RWDM en hun reilen en zeilen vandaag. “Zou je eens geen reünie van ex-spelers op poten kunnen zetten?”, vroeg ex-speler Daniël Nassen, die ook nog voor Standard en Lommel speelde, in de marge van zo’n interview. Plas ging prompt op zoek naar de contactgegevens van honderden spelers uit de roemrijke clubgeschiedenis, en dat liep niet altijd van een leien dakje.

“Ex-doelman Dirk Rosez kon ik pas vinden door in een Facebookgroep over Dendermonde – ik wist dat hij van daar afkomstig was – een oproep te plaatsen. Zo kwam ik in contact met zijn zoon, en nadien met hemzelf.” Niet iedereen stond even hard te springen voor het reünie-idee. Wie het heeft over legendes uit de clubgeschiedenis kan niet voorbij Johan Boskamp, smaakmaker van de ploeg die in 1975 kampioen werd. “We voegden hem toe aan een Whatsapp-groep, maar na amper 15 seconden had hij zichzelf er al uit verwijderd. Dat zegt genoeg, zeker?”, lacht Plas.

2.675 wedstrijden

Maanden later schoven toch 21 ex-spelers aan tafel in brasserie Les Trappistes in hartje Molenbeek. Samen zijn ze goed voor 2.675 wedstrijden in het shirt van RWDM. Een blij weerzien van oude vrienden. Enkele spelers hebben in de loop der jaren nauw contact gehouden, voor anderen was het de eerste keer in decennia dat ze hun vroegere ploeggenoten terugzagen.

Sommigen maakten de verplaatsing vanuit Nederland (Roger Raeven en Hans Bouwmeester, die meer dan 350 kilometer aflegde), eentje kwam zelfs speciaal van de Côte d’Azur: de Braziliaan Everson Pereira da Silva, die nu in Nice woont en het idee van een RWDM-reünie zo geweldig vond dat hij er met zijn vrouw een weekendje Brussel aan koppelde.

"RWDM is als een kat met negen levens"

Mike Laeremans

De Congolees Lambic Wawa – een cultheld in Molenbeek sinds hij RWDM in 1992 met een doelpunt de eerste derbyzege tegen Anderlecht in tien jaar bezorgde – is na zijn carrière bij RWDM zelfs in Brussel blijven plakken. In de jaren tachtig stond hij nog op het punt een droomtransfer naar Marseille te versieren, maar zijn carrière raakte in het slop nadat hij in Kinshasa bij een zwaar auto-ongeluk in coma belandde, bijna het leven liet en maanden buiten strijd was.

Op enkele uitzonderingen na tekenden vooral spelers uit de jaren negentig present in Les Trappistes. In die tijd was RWDM al lang geen topploeg in het Belgisch voetbal meer. De jaren tachtig werden gekenmerkt door twee degradaties en het begin van een lange financiële lijdensweg. In de jaren negentig zou RWDM terug opstaan. Heel eventjes maar. Een nieuwe degradatie in 1998 bleek slechts een voorschot op het faillissement en het (voorlopige) verdwijnen van de club, vier jaar later.

Maar in de jaren negentig was RWDM nog altijd een naam om rekening mee te houden. Een club die ondanks tal van extra-sportieve beslommeringen tot mooie dingen in staat zou blijken. “De zes jaar waarin ik voor RWDM speelde waren de mooiste uit mijn carrière,” zegt Nassen. “We zijn in die jaren stelselmatig gegroeid en kregen een andere status. De band onderling en met de fans was erg sterk. Elke grote club die bij ons op bezoek kwam, had angst.”

Dé match van het seizoen was in die tijd doorgaans de steevast beladen stadsderby tegen Anderlecht. Enkele derby’s springen erboven uit, in positieve en negatieve zin.

Vrede ten huize Vercauteren

17/1/1993: RWDM – Anderlecht 2-2

Jarenlang was Rode Duivel Franky Vercauteren de verpersoonlijking van het RWDM-versus-Anderlecht-gevoel, dat toen het debat rond het Brussels voetbal beheerste. Vercauteren groeide op in Molenbeek, zijn vader was een doorwinterde Daring-supporter en was razend toen zijn zoon als jeugdspeler voor Anderlecht, de grote rivaal, ging voetballen. Het zou Franky er niet van weerhouden een geweldige carrière bij paars-wit uit te bouwen en er ‘Prins van het Astridpark’ gedoopt te worden. Maar toch koos de Anderlecht-legende ervoor om zijn carrière aan de andere kant van de Mettewielaan te beëindigen, in Molenbeek dus.

In zijn laatste seizoen als speler én zijn laatste stadsderby speelde Vercauteren een opvallende hoofdrol, in een Hitchcockiaans slot van een bewogen wedstrijd. Bij een 1-2-stand voor RSCA kreeg RWDM een hoekschop, in de absolute slotfase van de partij. Doelman Rosez rukte mee op, maar moest al meteen terug spurten om de snelle tegenaanval van Anderlecht af te stoppen. Hij was nog net op tijd terug om de doorgebroken Anderlechtspits Peter Van Vossen het scoren te beletten.

De bal ging meteen terug naar de overzijde, kwam terecht bij de Nederlander Edwin Van Ankeren die van links voorbracht, waarna niemand minder Vercauteren de gelijkmaker in doel knalde en het stadion tot ontploffen bracht. Vercauteren wees zijn vingers ten hemel, als eerbetoon aan zijn overleden vader, die het doelpunt ongetwijfeld wel had weten te appreciëren.

De sensationele comeback van RWDM tegen Anderlecht in 1993.

De gemiste bekerfinale: ‘Dat schot blijft me tot op vandaag achtervolgen’

3/5/1994: RWDM – RSC Anderlecht: 2-2

Vraag een doorwinterde RWDM-supporter naar zijn ergste herinnering, en deze match duikt ongetwijfeld op. RWDM is nooit een ploeg geweest die het goed deed in het bekertoernooi, maar de jaargang 1993-94 was een uitzondering. De club stootte door tot de halve finale en kreeg daarin een droomloting voorgeschoteld: twee wedstrijden tegen de buren uit Anderlecht. De heenwedstrijd in het Constant Vanden Stockstadion was op 0-0 geëindigd. De terugwedstrijd, in een afgeladen vol en kolkend Edmond Machtensstadion, zou bepalen welke Brusselse club de finale zou spelen. Halverwege leek het droomscenario zich te voltrekken voor RWDM: de Braziliaan Rubenilson en de Hongaar Lőrincz hadden voor de rust al twee keer gescoord.

“Een vriend van me zei tijdens de rust: ‘Als we onze dubbele voorsprong na de rust een kwartier lang vasthouden, dan plaatsen we ons,” schreef RWDM-fan Stéphane Lievens in zijn boek Le RWDM vu par un supporter. “Na welgeteld veertien minuten in de tweede helft scoorde Luc Nilis de 2-1, en wist ik zeker: een minuut te weinig. We gaan het niet redden.” En inderdaad: Marc Degryse scoorde een kwartier voor tijd de gelijkmaker, en meer dan 10.000 RWDM-supporters gingen van de hemel naar de hel.

'Op't gemak, hé'

Nochtans had het ook anders kunnen lopen, zo vertelt RWDM-verdediger Mike Laeremans al die jaren later. “In het begin van de tweede helft schiet ik op de lat. Als die bal binnen gaat is het 3-0 in plaats van 2-1. Dan was de match wellicht gespeeld. Dat schot blijft me tot op vandaag achtervolgen. Kort voor de 2-2 kreeg ik een verwittiging van de scheidsrechter – ‘Laeremans, op’t gemak hé’ – en luttele minuten later liet ik Degryse net iets te veel lopen. Ik heb nog altijd nachtmerries van die avond.”

Mike Laeremans knalt op de lat, RWDM grijpt net naast de bekerfinale.

De laatste keer Europa in

12/05/1996: RWDM – RSC Anderlecht 0-0

De laatste wedstrijd van het seizoen 1995-96 was niet alleen bijzonder omdat het om een derby ging. Het was ook de wedstrijd waarin RWDM zich wist te kwalificeren voor Europees voetbal. En dat was niet bepaald een vanzelfsprekendheid: financiële problemen noopten de club toen al een hele tijd om de tering naar de nering te zetten. In de eerste oefenwedstrijd van het seizoen had trainer René Vandereycken amper 13 spelers ter beschikking. Maar Vandereycken, in zijn roemrijke carrière als voetballer al bekend als zijnde ‘eigenzinnig’, dokterde een plan uit om beter te doen dan de prognoses van analisten, die in RWDM een degradatiekandidaat zagen.

In de bestuurskamer zette Johan Vermeersch toen de lijnen uit. Hij zou een decennium later zelf een beruchte reputatie opbouwen als flamboyante voorzitter van FC Brussels. Hij liet regelmatig optekenen dat er slechts één trainer was die evenveel van voetbal kende als hijzelf: René Vandereycken. Maar Vandereycken en Vermeersch, dat waren twee sterke persoonlijkheden, dus dat durfde wel eens botsen.

De technisch onderlegde middenvelder Marino Sabbadini herinnert zich nog een anekdote: “Voor een wedstrijd liepen er eens tal van technici de kleedkamer in- en uit, met meters aan bekabeling. René keek het aan, maar zei niets. Toen kwam Vermeersch binnen met een cameraploeg in zijn kielzog. ‘Voorzitter, wat heeft dit te betekenen?’, vroeg René. ‘Niets om je zorgen over te maken, René, ze volgen mij voor een dag.’ ‘Niet in mijn kleedkamer, voorzitter, daar is de deur.’ En Vermeersch had geen andere keuze dan op te krassen. Waren ze daar een uur lang in de weer geweest met alles klaar te zetten, en konden ze weer afdruipen (lacht)."

Nassen, Vandersmissen, Sabbadini

Daniël Nassen, Guy Vandersmissen en Marino Sabbadini vieren de Europese kwalificatie in 1996.

Rust in de kleedkamer

Bij iedereen die er dat seizoen bij was klinkt hetzelfde verhaal: Vandereycken was één van de beste trainers waarmee ze ooit gewerkt hebben. “De manier waarop hij tijdens de rust kon bijsturen, dat was tactisch zó sterk,” zegt rechtsback Steve Laeremans (broer van Mike). Sabbadini sluit zich daarbij aan: “Vele trainers zouden na een slechte eerste helft de kleedkamer binnenkomen en beginnen roepen en tieren. René niet, hij bleef kalm en gaf aan hoe we de match alsnog konden doen kantelen.”

Daar kwam nog eens bij dat hij er een plezier van maakte om ruzie te maken met de pers – iets wat hij later als Belgisch bondscoach nog regelmatig deed en zo het Belgische sportjournaille tegen zich in het harnas jaagde. “Ik heb daar altijd geweldig hard om moeten lachen. Voor hem was dat een manier om de druk van zijn spelers weg te houden. Hij nam àltijd zijn spelers in bescherming tegenover de buitenwereld,” zegt Sabbadini.

Steve Laeremans: “René hield zijn kritiek op zijn spelers binnenshuis, en zeurde dan tegen de pers over de scheidsrechter of de staat van het veld.” Of over de media zelf. Vandereycken kreeg vooral kritiek op de defensieve speelstijl van zijn ploeg – RWDM won dat seizoen nogal wat wedstrijden met het kleinste verschil. De scherpe commentaar cultiveerde een ‘wij tegen de rest’-gevoel dat van RWDM dé seizoensrevelatie maakte.

Daniël Nassen

Daniël Nassen: 'Mijn zes jaren bij RWDM? De mooiste uit mijn carrière'

RWDM was in die tijd een beetje ‘klein Standard’: in de jaren negentig maakte immers een pak voetballers de overstap van de vurige stede naar de hoofdstad. Onder hen Thierry Rouyr, Rubenilson, Dirk Rosez, Daniël Nassen, Gunther Jacob, en bovenal: Guy Vandersmissen. Slechts vier spelers hebben meer wedstrijden op het hoogste niveau achter hun naam staan dan deze zuid-Limburger (577 wedstrijden in eerste klasse). Hij was al 34 toen hij in Molenbeek aankwam en zou er tot zijn 40ste blijven spelen. Met Standard had hij twee titels gepakt én gescoord in een Europese bekerfinale tegen FC Barcelona. “Een speler die niet uitpakte met zijn kwaliteiten, maar zijn ervaring net gebruikte om anderen beter te maken,” zo legt Nassen uit.

De succesploeg bestond niet alleen uit Vandersmissen. "Vergeet Emil Lőrincz niet, een ijzersterke Hongaarse verdediger, die een prachtige carrière had kunnen uitbouwen, maar tevreden was met zijn plek in Molenbeek. Hij trainde ook niet altijd graag," zegt Vandersmissen. En hoewel de klemtoon op de defensieve kwaliteiten lag, kon RWDM met Marc Wuyts, de Wit-Russische middenvelder Youri Vergueitchik en de grillige belofte Frédéric Pierre – later nog in de spits bij Standard – ook aanvallend wel wat gewicht in de schaal werpen. "Soms heb je zo'n seizoen dat werkelijk alles klopt. Dit was er zo eentje," aldus kapitein Vandersmissen.

Het scoreloze gelijkspel tegen Anderlecht op de laatste speeldag zou volstaan voor Europese kwalificatie. De feestvierende spelers en supporters wisten het nog niet, maar de dubbele ontmoeting tegen Besiktas (0-0 thuis, 3-0-nederlaag in Istanbul) zou het laatste Europese uitstapje voor RWDM zijn. “We waren onder de indruk van de omstandigheden daar: dertigduizend uitzinnige Turkse fans die op en neer sprongen,” getuigt Steve Laeremans. “Voor mij persoonlijk was het een extra ontgoocheling, want ik werd met twee gele kaarten van het veld gestuurd.”

Het moment van ‘Papy’ Vandersmissen

2/11/1996: RSC Anderlecht – RWDM 0-1

Guy Vandersmissen

Guy Vandersmissen scoort op zijn 38ste in Anderlecht

Ook op zijn 38ste liet Vandersmissen nog van zich horen bij RWDM. Eén moment springt erboven uit: de derbyzege in Anderlecht, de eerste sinds 1982. Steve Laeremans ontfutselde Suad Katana de bal, Vandersmissen kreeg de bal en twijfelde niet. “Het beste bewijs dat de kritiek op Vandereycken niet altijd terecht was,” vertelt Laeremans al die jaren later. “Wij speelden zogezegd uiterst defensief, maar plots doken de rechtsback en de libero op in het strafschopgebied van de tegenstander.” Vandersmissen: “Ik kon op basis van mijn eigen ervaring perfect aanvoelen wanneer het mogelijk was om eens op te schuiven.” Hij werd op slag een volkslegende bij de supporters, die t-shirts lieten drukken met zijn koosnaam ‘Papy’ erop.

Het moment van Guy Vandersmissen in en tegen Anderlecht.

De saga van de vierde wissel & het bittere eind: 'Het gevoel dat er iets niet klopte'

16/8/1997: RSC Anderlecht – RWDM 0-2

Nog geen jaar na de laatste zege in het Astridpark, deden de Molenbekenaren het kunstje nog eens over. Al op de tweede speeldag verraste een onervaren RWDM – met onder meer een piepjonge Wesley Sonck als invaller – vriend en vijand door opnieuw in Anderlecht te gaan winnen. Paars-wit zou dat seizoen een kwakkelseizoen van jewelste beleven, de opdoffer in de stadsderby was daar een voorbode van.

Alan Haydock had de score voor de rust geopend, kort voor affluiten beleefde Steve Laeremans hét delirium van zijn carrière. “Rachid Baouf stuurde me de diepte in, en ik herinner me nog dat ik twijfelde wat ik zou doen. Meteen schieten? Dribbelen? Langs links voorbij, langs rechts? Ik was niet bepaald een goalgetter, en het is voor een voetballer nooit goed om te veel tijd te hebben om na te denken. Mijn geluk was dat doelman Milojevic meteen zijn doel kwam uitgerend.” Laeremans profiteerde met een geniale lob en schonk RWDM een spectaculaire derbyzege.

De lobbal van Steve Laeremans tegen Anderlecht.

'Ik dénk dat het vijf-nul gaat worden'

Het geluk zou van korte duur blijken. Folklore is in de loop van de RWDM-geschiedenis niet zelden een vergoeilijkend synoniem gebleken voor amateurisme, en dat was in deze wedstrijd niet anders. Kort voor affluiten werd Marino Sabbadini vervangen door (later clubmonument) Frederik Vanderbiest. Het was de vierde RWDM-wissel die avond, terwijl er toen maar drie vervangingen waren toegestaan. “De scheidsrechter vroeg me nog ‘is dat nu niet de vierde wissel?’, maar ik was zo in de wolken met mijn applausvervanging dat ik er verder geen aandacht aan schonk. Het is me dus totaal ontgaan,” lacht Sabbadini. “Het ergste was dat Vandereycken toen nét trainer van Anderlecht was geworden. Wij stonden nog met z’n allen te juichen, waarop René op zijn typische, cynische manier: ‘Ik dénk dat het vijf-nul gaat worden’ (lacht).”

“Echt een hele bizarre avond. Op vijf minuten tijd golfden onze emoties van immense vreugde naar totale depressie,” aldus Laeremans. Maar in een knap staaltje van sportmanship, anno 2021 haast ondenkbaar, verkoos Anderlecht in de week na de wedstrijd om geen klacht neer te leggen. RSCA wilde de punten enkel en alleen op het veld verdienen.

"Echt een hele bizarre avond. Op vijf minuten tijd golfden onze emoties van immense vreugde naar totale depressie"

Steve Laeremans

Het zou één van de weinige meevallers van RWDM dat seizoen blijken. Strubbelingen in de bestuurskamer creëerden een etterbuil die elk moment kon uitbarsten, de schulden stapelden zich op en RWDM moest zich voornamelijk beroepen op jeugdspelers of goedkope buitenlanders. “Die eerste training van Wesley Sonck, die herinner ik me wel nog. Wat die allemaal al kon op zijn 19de! Het was voor mij al snel duidelijk dat die nog een mooie carrière zou uitbouwen,” zegt Sabbadini.

Op stage zonder voetbalveld

Het sportieve beleid ging er bijwijlen behoorlijk amateuristisch aan toe, vervolgt de sympathieke Limburger. “Ik weet nog dat we in de winter op stage gingen naar Mallorca. Alles was aanwezig, behalve één detail: een voetbalveld (lacht). De eerste dag hebben we getraind op een golfterrein, de volgende dag hebben we urenlang in de bus gezeten, op zoek naar een geschikt trainingsveld. Dat zijn toch taferelen die je vandaag niet meer tegenkomt.”

Na een lange, intense degradatiestrijd degradeerde RWDM op de voorlaatste speeldag. Een veelbesproken uitwedstrijd in Charleroi (1-1) bezegelde het lot van Molenbeek. Scheidsrechter Hus liet een duidelijke strafschopfout op Vandersmissen onbestraft. “Ik heb altijd het gevoel gehad dat er dat seizoen heel wat zaken niet klopten, maar die wedstrijd was de druppel,” getuigt hij. “Aan het einde van de wedstrijd vroeg een speler aan scheidsrechter Hus hoelang er nog te spelen was. ‘Nog een paar minuutjes en het is gedaan voor jullie’, antwoordde die smalend. De onmacht overheerste, maar er was niets meer aan te doen.”

Alan Haydock

Alan Haydock in tranen na de degradatie in 1998.

Er was nog een sprankeltje hoop toen rechtstreekse concurrent Beveren een penalty tegen kreeg, maar Beveren-doelman Erwin Lemmens stopte de strafschop van Ekeren-speler Milosevic. Tot op vandaag zijn RWDM-supporters ervan overtuigd dat Milosevic aangaf waar hij zou trappen. De complottheorieën tierden welig en dat zou er in de jaren die erop volgden niet op verbeteren. "Vermeersch had een seizoen eerder scheidsrechter Blareau en zijn assistenten eens zonder pardon uit het stadion laten zetten. Sindsdien hadden de scheidsrechters een hekel aan ons," schreef Lievens in zijn boek.

In de laatste wedstrijd van het seizoen scoorde Guy Vandersmissen op zijn 40ste zijn laatste officiële doelpunt, in een met 5-1-gewonnen partij tegen Lokeren. Steve Laeremans zou naar Lierse vertrekken en kreeg een applausvervanging. “Ik geef eerlijk toe: ik heb toen gehuild op de bank. Sportief was mijn vertrek een goede keuze – ik zou een jaar later met Lierse de beker pakken – maar RWDM was en is nog steeds míjn club. Ik heb er twaalf jaar gespeeld en we waren een grote, hechte vriendengroep.”

"De scheidsrechter zei me: 'Nog een paar minuutjes en het is gedaan voor jullie'."

Guy Vandersmissen

RWDM zou de degradatie nooit meer te boven komen. Na drie jaar tweede klasse promoveerde de club opnieuw naar het hoogste niveau, maar de schuldenberg was intussen zo groot worden dat 2001-2002 meteen het laatste seizoen uit de geschiedenis van stamnummer 47 werd. Toch stonden de poorten van het Edmond Machtensstadion zondagavond opnieuw open voor die hechte vriendengroep van weleer. “Dat is het mooie aan deze club. RWDM is als een kat met negen levens. Het maakt niet uit hoe vaak het einde al is aangekondigd geweest, deze club krijgt altijd opnieuw wel een of andere wedergeboorte,” aldus Mike Laeremans.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni