BDW2013-314-Bram Van De Velde

Estafette: Winterloper 2

Bram Van de Velde
© Brussel Deze Week
20/01/2016

FM Brussel-presentator Bram Van de Velde heeft het in zijn sportcolumn deze week over zijn bestaan als winterloper.

Eentje telde ik er, mezelf buiten beschouwing gelaten.

Het licht van zijn hoofdlamp kwam dansend op me af. De fluorescerende strepen op zijn outfit reflecteerden het schaarse licht dat de lantaarnpalen ons gunden. Onze uitrusting was quasi dezelfde. We hadden allebei voor een lange looptight gekozen. Op ons hoofd een lichte muts om onze oren warm te houden. En om het af te maken: een geel reflecterend hesje.

Een detail dat met opviel: ook mijn tegenligger droeg geen handschoenen. Tijdens winterloopjes moet ik altijd iets op mijn hoofd hebben. Maar mijn handen kunnen gerust wat kou verdragen. Meer nog. Tijdens winterse trainingen zijn mijn vingertoppen de barometer van mijn lichaam. Als ze, na vijftien minuten rustig draven, opgewarmd zijn, dan is de rest van mijn lijf ook warm en kan het tempo licht de hoogte in.

Ik heb sinds kort de oude trambedding Delta-Stokkel als looproute ontdekt. Nu ja, ontdekt. Ik weet uiteraard al jaren dat zich achter het Woluwepark en het trammuseum een pad ontrolt dat smeekt om belopen, bewandeld en befietst te worden. Alleen kwam ik daar tot nu nooit toe, wegens ‘verkeerde kant van de stad’. Maar sinds ik meer in de buurt woon is dat euvel verholpen.

Het was negen uur voorbij toen ik de deur achter me dichttrok. Ik zat al even in vol loopornaat in de woonkamer, te wachten tot mijn avondmaal voldoende gezakt was om te vertrekken. Want een idyllische loopplek, bezaaid met brokjes hamburger en bloemkool, daar heeft niemand iets aan, ikzelf nog het minst.

Ik nam de fiets richting Delta. “De fiets?” vraagt u zich af. Ja, de fiets. Om te gaan lopen. Excuses genoeg hoor. Nieuwe steunzolen. Beetje wennen. Geen zin om eerst langs enkele drukke, harde wegen te lopen. Even de benen opwarmen alvorens aan het echte werk te beginnen. Licht uit vorm ook. De fiets dus.

Aan Delta gaapte de leegte. Het was donker en het was net beginnen te sneeuwen. Het pad voor me was matig verlicht. De sneeuwvlokjes verblindden me, door de weerkaatsing van het licht van de lamp op mijn voorhoofd. Het pad voor me was een uitnodiging voor een verzwikte enkel of minstens een paar blauwe billen. Geen helder denkend mens dat het ook maar waagt om hier en nu te gaan lopen.

De wind waaide los door mijn loopbroek. En mijn vingers smeekten om handschoenen. Met gevoelloze vingertoppen schakelde ik een app in om via mijn telefoon mijn training te volgen. Ik trok mijn muts nog even over mijn oren en versnelde mijn pas. Sneeuwvlokjes belandden op mijn lippen en op mijn bril. Mijn duimen begonnen te tintelen. Een goed teken. Mijn hart was bloed aan het rondpompen en het zou niet lang duren alvorens mijn handen zouden gloeien van warmte.

Vijfhonderd meter ver in mijn run hoorde ik geritsel in de berm. Stemmen ook. Maar waar ze precies vandaan kwamen kon ik niet zeggen. Daarvoor was het te donker. Plots hoorde ik iemand luid ‘Allah Ak Bar’ zeggen. Of het leek toch dat iemand dat zei. De flauwe plezante. Of hoe een donker, eenzaam pad en een krachtige verbeelding me opeens twee kilometer per uur sneller deden lopen.

De voetgangersbrug aan het Trammuseum lag er spekglad bij. Ik ging dicht bij de leuning lopen. Zo had ik een houvast als de grond onder mijn voeten te glibberig zou worden. Ter hoogte van het Fallonstadion kwam ik mijn collega-loper tegen. Ik vergastte hem op een aanmoedigend ‘bonsoir’. Lopen in dezelfde onaangename weersomstandigheden smeed een band.

Aan het Fallonstadion maakte ik rechtsomkeer, richting fiets en richting douche. Ik ontweek plassen, wandelaars en hondjes met reflectoren om hun nek. Mijn handen gloeiden, zoals voorspeld. Ik hou van lopen in de kou.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport , Column

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni