Isabelle Dorsimond stond aan wieg van Belgische klimzalen

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
22/06/2013
Onze hoofdstad speelt al jarenlang een prominente rol in de Belgische klimwereld. Heel wat Brusselaars klommen zich bij de wereldtop, maar ook op vlak van infrastructuur stonden we vooraan. De indoor klimzaal zoals we hem nu kennen ontstond in de Nieuwlandstraat. Isabelle Dorsimond stond mee aan de wieg van die zaal, en klauterde zelf een mooi palmares bij elkaar.

'T oen ik in de jaren 1970 begon met klimmen, werd dat alleen op de rotsen en in de bergen gedaan," legt Dorsimond uit. "Eigenlijk deed men het vooral ter voorbereiding van de bergbeklimmingen die op vakantie werden ondernomen. Het was een kleine wereld waarin je niet zo eenvoudig kon toetreden. Je moest eigenlijk iemand kennen die het al deed, zodat die persoon je kon inleiden in de sport."

Die wereld opende zich voor Dorsimond pas op haar zeventiende. Ze groeide op in het Luikse en leek op weg naar een mooie judocarrière. Ze was een talentvolle judoka die wekelijks vijf à zes keer trainde en zich volledig toelegde op de vechtsport. Tot een buur haar meenam naar de rotsen langs de Ourthe om te klimmen. De liefde groeide en haar judocarrière kwam vroegtijdig tot een einde.

"Het feit buiten te kunnen sporten en niet opgesloten te zijn, trok me aan. Bij klimmen ga je de strijd aan met jezelf, niet met een tegenstander. En dat ik altijd met vrienden klom - er hing altijd een leuke sfeer - heeft ook een belangrijke rol gespeeld."

"Het mooie aan klimmen is dat je altijd veel kunt reizen. Er zijn zoveel rotsen en bergen, zoveel mogelijkheden. Ik herinner me mijn eerste reis naar het buitenland. Marseille was onze bestemming. Ik zat toen op het secundair, dus vertrokken we vrijdag na school. Met vier in een 2PK, twintig uur rijden langs secundaire wegen. We sliepen voor de rotsen, aan een haventje. Heel het weekend lang klommen we en op zondag keerden we terug naar huis. Terug twintig uur. Onze passie was groot."

Die klimpassie bracht haar als prille twintiger naar de hoofdstad. Ze werd namelijk verliefd op een Brusselse klimmer en besloot met hem een vzw op te richten. Het klimmerskoppel organiseerde klimreizen in het weekend en tijdens de schoolvakanties. Ze verdienden net genoeg om te eten en hun eigen avonturen te bekostigen. Het streven om van klimmen hun job te maken, leidde tot een doorbraak in het indoorklimmen.

"Wij hebben eind jaren 1980, samen met een paar vrienden, het concept van de moderne klimzaal gelanceerd: artificiële klimmuren waarop verplaatsbare grepen aangebracht worden. Eigenlijk waren wij pioniers in België. We waren de eersten die een privézaal openden waar je tegen betaling kon klimmen."

"Het begon in de Nieuwlandstraat, waar onze zaal nog altijd is. We installeerden de panelen en testten die aanvankelijk zelf uit, samen met bevriende klimmers. Na een tijdje vroegen we onze vrienden om lidgeld en zo is het gegroeid. We deden dat helemaal in eigen beheer, met eigen geld. We zijn niet gaan aankloppen bij de bank. Dat betekent dat het paneel per paneel ging, stilletjes aan. Wij hadden de eerste zaal van het land, maar ons systeem vond vrij snel navolging."

Gestrande Chilenen en Russen
De stap naar competitieklimmen was logisch voor Dorsimond. Dag in, dag uit was ze bezig met klimmen - zowat al haar vrienden waren klimmers - en ze had er het talent voor. In 1986 werd ze nog vijfde en laatste tijdens haar eerste wedstrijd, maar daar kwam snel verandering in.

"Aanvankelijk was dat rotsklimmen, maar stilaan verplaatsten de wedstrijden zich naar de zaal. Dat was onder meer om praktische redenen. Ik herinner me een internationale wedstrijd in de Alpen die niet kon doorgaan door het slechte weer. Daar stonden die Chilenen, Russen en andere buitenlanders dan."

"Het hielp me wel om een eigen zaal te hebben, al was de combinatie werken en sporten niet evident. Klimmen was mijn hobby, mijn werk, mijn passie. Ik was er altijd mee bezig en soms werd het toch wat veel. Tegelijkertijd was dat ook een van de redenen van mijn succes. Ik was constant aan het klimmen. Dat ik iemand ben die er altijd voor gaat en geen schrik heeft, hielp ook wel."

En succes had ze. Dorsimond won heel wat internationale wedstrijden, had een abonnement op Belgische titels, maar vooral: in 1989 en 1991 werd ze wereldkampioene snelheidsklimmen. Haar manier van trainen heeft ze echter nooit aangepast.

"Discipline is zeker niet mijn sterkste punt. Echt specifiek trainen, urenlang, dat kan ik niet. Ik moest vrienden rond mij hebben, eens in de rotsen gaan klimmen. Mij amuseren. En ik moest kunnen afwisselen. Vroeger kon dat nog, de toppers kwamen uit het rotsklimmen. Nu zijn de mogelijkheden in de klimsport groter en moeten ze zich eerder toeleggen op een bepaalde discipline."

"Mijn mooiste moment? Die wereldtitels waren mooi, ja. Maar ik heb ook goede herinneringen aan andere gebeurtenissen buiten competitie. Ik was bijvoorbeeld een van de eerste klimmers die het 8A-traject aan haar palmares heeft toegevoegd. Ik heb daar zeker hard voor moeten werken, voor moeten strijden, en dat is even mooi voor mij. Zo'n grote beker, logeren in een chic hotel, dat is allemaal wel leuk, ja. Maar daarom niet het mooiste."

Dorsimond is vandaag mede-eigenaar en -uitbaatster van klimzaal Terres Neuves, waar ze ook nog les geeft. Maar met mate, want ze kan het klimmen en reizen niet laten. "Het is mijn sport, ik blijf doorgaan. Geld is niet belangrijk om gelukkig te zijn. Mensen ontmoeten, je passie beoefenen en reizen zijn dat wel."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni