Jérôme Kahia ontdekte gaandeweg dat veldlopen niet alleen horror is

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
18/12/2011
Kou, modder, soms zelfs sneeuw: de cross is spijkerhard en niet meteen een kolfje naar de hand van 'warmweerloper' Jérôme Kahia (22). De Brusselaar zweert bij de 800 en 1.500 meter op de piste, maar duikt in de aanloop naar volgend seizoen nu toch het veld in. "Ik doe het nog altijd niet graag, maar mijn resultaten zijn goed."

'I k heb me op mijn zeventiende moeten inschrijven bij een atletiekclub," vertelt Jérôme Kahia. "Dat was verplicht op de sportschool. Maar ik ging nooit en bleef voetballen, tot de leraar met een onvoldoende dreigde. Verrassend genoeg beviel het me meteen, en mede dankzij een overwinning tijdens mijn eerste wedstrijd vond ik al snel mijn draai bij La Forestoise."

Snelheid en uithouding waren op het voetbalveld al Kahia's sterke punten, en die nam hij mee naar de atletiekpiste. De achthonderd meter en anderhalve kilometer zijn voor hem de perfecte disciplines. Dat hij een sterke weerstand heeft en zware trainingen aankan, is mooi meegenomen. "Mijn trainer Willy Van Bogaert heeft vanaf de eerste dag een belangrijke rol gespeeld. Hij is als een grootvader voor mij. Na elke training zei hij: 'Tot morgen.' Ik durfde hem niet teleur te stellen en kwam dan ook braaf. Dat zorgde ervoor dat ik snel zes trainingen per week afwerkte, en dat wierp vruchten af. Zo won ik onder meer twee Belgische titels bij de junioren en nam ik deel aan het EK en het WK in die categorie."

"Ik zie het niet als een nadeel dat ik pas op mijn zeventiende met atletiek ben begonnen. Anderen die van jongs af hard trainen, haken nu af, moe en helemaal op. En dat zijn jongens die misschien meer talent hebben dan ik. En Kim Gevaert en de broers Borlée zijn ook laat begonnen."

Doping voor iedereen
Ondanks de puike prestaties verliep de overgang van junioren naar beloften niet vlot. Tot overmaat van ramp zat de jonge Brusselaar vorig seizoen opgezadeld met klierkoorts. "Ik heb aan stoppen gedacht. Het is demotiverend als je hard traint zonder dat er ook maar iets vooruitgaat. Ik was moe, mentaal en fysiek. Maar mijn beste vriend en mijn coach hebben me opgepept en samen hebben we een programma opgesteld. Rustig aan bouwen we op, daarmee ben ik nu nog bezig. Maar ik zit al opnieuw aan zes trainingen per week en de resultaten zijn goed."

"Wekelijks loop ik gemiddeld honderd kilometer. Zeventig daarvan zijn relatief rustig, maar de rest is toch tegen een stevig tempo. Het is niet evident om het allemaal te combineren met mijn werk als leraar lichamelijke opvoeding. Je moet je ritme vinden. Als ik evenveel talent in het voetbal had gehad, dan stond iedereen nu vol adoratie naar mij te kijken en was mijn portefeuille goed gevuld. Atletiek krijgt weinig erkenning, en dat is wel frustrerend."

Kahia wil er volgend pisteseizoen weer staan. Als voorbereiding neemt hij dit najaar deel aan verschillende veldcrossen. Een discipline die hij vroeger verafschuwde, maar die hij met het zachte weer beter verteert. "Kou, nattigheid, modder of zelfs sneeuw, ik moest er niets van hebben. Maar omdat cross de basis is en het mij is aangeraden, heb ik het nu toch weer opgenomen. Ik doe het nog altijd niet graag, maar het gaat wel beter. Bij de afgelopen crosses ben ik steeds in de top tien geëindigd, het gaat dus goed. Het is ook wel leuk dat het parcours, de decors en de moeilijkheid steeds wisselen. In een warm land zou ik altijd crossen lopen (lacht)."

Kahia neemt altijd deel aan de korte cross, tussen 2.800 en 3.300 meter lang. Op zondag 18 december landt het crosscircus in het Park van Laken (artikel rechtsonder), waar de zwaarste en volgens sommigen mooiste cross wordt gelopen. "Het is simpel: je gaat vijfhonderd meter omhoog, vijfhonderd meter omlaag en daartussen is er tweehonderd meter plat. Maar als het omhoog gaat, gaat het hard. Als junior was ik er ooit ontgoocheld met een dertiende plaats. Mijn omgeving was net blij met die plaats, omdat die cross zo zwaar is. Ik hoop dit seizoen ooit de top vijf te halen. Ik meet me altijd met de Europeanen, de Afrikanen lopen gewoon in een andere klasse."

Het ultieme doel van Kahia is dat van elke sportman of -vrouw: de Olympische Spelen. Hij beseft dat hij daarvoor een pak sneller zal moeten lopen, maar tegelijkertijd heeft hij bedenkingen bij sommige prestaties. En dan valt al gauw het woord doping. "Ik denk dat je meer nodig hebt dan talent om er te komen. Om op de Spelen te geraken moet je tijden lopen die ongelooflijk moeilijk te halen zijn, bijna onmogelijk. Doping maakt nu eenmaal deel uit van de sport. Misschien moet er een ander systeem komen, bijvoorbeeld doping voor iedereen toelaten. Een uniform beleid waarin iedereen gelijk is. Dat zou gevolgen hebben voor de gedopeerden, maar dat is dan hun probleem. Vandaag heb je landen als Spanje die zeer laks zijn en schorsingen verbreken. Dat zou niet mogen."

De Olympische Spelen van volgend jaar in Londen komen te vroeg, maar Kahia wil wel alles op alles zetten voor de Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. "Het maakt me niet uit of ik er laatste eindig, of val tijdens de wedstrijd. Daar aanwezig zijn betekent dat je hebt gemaakt als sportman."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel , Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni