Mark De Meyer, paralympiër in hart en nieren

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
19/01/2012
De paralympische beweging is de afgelopen vijftig jaar stevig geëvo­lueerd. Mark De Meyer stond midden in de evolutie, en schreef er een boek over. Op de Paralympics van 1980 en 1984 behaalde hij zes medailles, en hij zat jaren actief in het bestuur.

"Brussel stond aan de wieg van de gehandicaptensport," vertelt Mark De Meyer, nu 59. "In het Centrum voor Traumatologie en Readaptatie (CTR) van het Brugmannziekenhuis werd in de jaren 1950 de eerste sportclub opgericht. Ondertussen lijkt het erop dat de sport in Brussel wat over zijn hoogtepunt heen is. De vroegere ondersteunende bestuurders zijn er niet meer. Je hebt nog maar een vijftal Nederlandstalige en een vijftal Franstalige clubs, al blijven de initiatieven van de VGC en de Cocof lovenswaardig."

Rolstoelgebruiker De Meyer begon te sporten op internaat, maar kreeg de smaak pas echt te pakken bij de sportclub van CTR. Hij begon er met rolstoelbasketbal, maar vond in de honderd meter pas echt zijn gading. "'Jij bent nogal een snelle,' zei clubgenoot Remi Van Ophem me. Ik probeerde het eens tijdens een wedstrijd op de Heizel en klopte hem meteen, terwijl hij toch een elitesporter was. Ik had de smaak te pakken. Aangezien ik te laat was om de Paralympics van Toronto in 1976 nog te halen, heb ik me volledig toegelegd op de Spelen van 1980 in Nederland en later die van 1984 in Engeland. Ik nam er vooral deel aan atletieknummers, al behaalde ik in 1980 ook zilver op de vijfkamp (drie atletieknummers, 100 meter vrije slag zwemmen en boogschieten, TS). Uiteindelijk heb ik tijdens die twee edities drie gouden en drie zilveren medailles behaald. Dat is toch wel mooi."

In die hoogdagen brachten de Belgen kilo's medailles naar huis, in 1980 maar liefst 44. De 4 x 100 meter-ploeg met De Meyer, Van Winkel, Van Ophem en Devos bleef zelfs zeven jaar ongeslagen. "Tussen 1976 en 1988 beleefden we onze gouden periode. We behaalden medailles met hopen, terwijl we ons tijdens de vorige Paralympics in Peking tevreden moesten stellen met één keer brons. Het is wel zo dat verschillende handicapklassen tegenwoordig gegroepeerd zijn, waardoor de concurrentie een pak steviger is. Was ik vandaag atleet geweest, dan zou ik zeker minder medailles behalen."

"De Paralympics waren het summum. Er komt zoveel bij kijken. Je krijgt meer aandacht dan anders en het is leuk dat al die sporten samen komen. Als sporter kun je je eens over het muurtje kijken. Valide of mindervalide, de Olympische Spelen zijn the place to be voor elke sporter."

Zelf gelaste rolstoel
De Meyer leefde tussen 1977 en 1984 als een topsporter, met dagelijks twee trainingen naast zijn voltijdse baan. Tijdens zijn tweede Spelen sukkelde hij met tendinitis aan de linkerschouder, waardoor hij moest afzeggen voor twee aflossingen. Dat was meteen het einde van zijn sportcarrière. "Vandaag heb je sporters met een motorische of visuele beperking die professioneel met hun sport bezig kunnen zijn. Zij moeten 'gewoon' presteren. Dat was vroeger wel anders. Ik herinner me dat ik met een vriend nog zelf een rolstoel ineen heb gelast. In die periode maakten de rolstoelen een evolutie mee van de zware ziekenhuisgevallen naar superlichte sportrolstoelen. De firma's waren nog niet gevolgd, waardoor veel sporters hun rolstoel zelf ineenstaken, binnen de opgelegde limieten uiteraard."

De evolutie van de paralympische sport bundelde De Meyer vorig jaar in People in motion , een boek naar aanleiding van vijftig jaar Belgian Paralympic Committee. Als topsporter, algemeen secretaris, begeleider, delegatiehoofd, archivaris of als sportdirecteur: de Brusselaar ondervond de evolutie aan den lijve. "Met mijn bagage heb ik andere sporters begeleid. Als je die atleten dan goed ziet presteren, geeft dat toch heel wat voldoening. Net als het EK atletiek dat ik in 1985 in Watermaal-Bosvoorde heb georganiseerd, en uiteraard mijn boek. Het blijft niet bij de medailles."

"De evolutie van de paralympische sport is zeer positief. Het beeld van zieke mensen, patiënten die in een rolstoel zitten, is geëvolueerd naar dat van sporters die toevallig minder mobiel zijn. We worden als volwaardige sportlui beschouwd. Een fietser gebruikt zijn fiets, wij onze rolstoel. De begeleidende medici van vroeger zijn vervangen door sporttrainers. In een rolstoel of niet, er is geen verschil."

Die gunstige evolutie zal zich de komende jaren wellicht doorzetten. De Meyer ziet een verdere integratie en aanvaarding. "Vandaag zijn sommige paralympische sporten geïntegreerd in valide sportfederaties: paardrijden en tennis, bijvoorbeeld."

"Op korte termijn ben ik hoopvol voor de prestaties van onze Belgische atleten op de Paralympics in Londen. De vooruitzichten zijn goed. Mannen als Gino De Keersmaeker, wereldkampioen discuswerpen, en Wim Decleir, zilver op het WK handbike, moeten iets kunnen rapen. Voorts hoop ik dat de breuk tussen de Olympische Spelen en de Paralympics (die twee weken later beginnen, red.) minder bruusk wordt. Waarom het olympisch vuur niet op een waakvlammetje houden, om het dan met de Paralympics weer vollen bak te laten branden?"

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni