Phenix Volley, Sint-Agatha-Berchem. 'De tijd van de sponsorende slager is voorbij'

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
02/02/2012
Volleybalclub Phenix heeft geen echte thuisbasis. Door de drukke bezetting van de Brusselse sportzalen moeten ze in maar liefst vier gemeentes trainen.

"Jongeren houden het niet meer bij één hobby of sport," zegt voorzitter-trainer-speler Emmanuel Willems (44). "Tien, twintig jaar geleden had je nog ouders die erop aandrongen dat hun kroost het bij één activiteit hield. Vandaag zappen ze constant. De jongeren die doorgroeien, zijn meestal kinderen van spelers."

Het dalende aantal volleyballers was een van de redenen van Phenix' ontstaan. Volleybalclub Zeppelin had een goede verstandhouding met de gemeente Sint-Agatha-Berchem, maar verloor leden. Volleybalclub Body had dan weer de leden, maar zocht betere infrastructuur. Ze fuseerden en zien vandaag, na een paar moeilijke jaren, hun ledenaantal opnieuw wat stijgen. "We hebben een vijftigtal leden, verdeeld over vier ploegen. Nieuw is onze jeugdploeg, die aan een aangepaste jeugdcompetitie deelneemt. Ze spelen bijvoorbeeld twee tegen twee en mogen in het begin de bal vangen in plaats van meteen te toetsen. Zo wordt geleidelijk aan opgebouwd naar het 'echte' volleybal. Tijdens die beginjaren leren de spelers hun speelruimte te bepalen, welke bal voor hen is. Elke speler heeft een specifieke taak die niet noodzakelijk gelinkt is aan zijn positie op het veld op dat moment. Dat is niet gemakkelijk aan te leren."

Volleybal heeft het voordeel dat het regelmatig wordt gespeeld op school. Al ziet Willems dat toch enigszins anders. "Als kinderen bij ons komen en zeggen dat ze volleybal spelen op school, dan antwoorden we meteen dat dat geen volleybal is. Met twintig op één veld en één bal, daar leer je de sport niet. Op onze trainingen zijn er minimaal twaalf ballen, één per persoon. Dat is een basisvereiste. Volleybal is een zeer technische sport en vraagt een hoge reactiesnelheid."

Naast de jeugdploeg heeft Phenix ook een jongensploeg in derde provinciale en zowel een mannen- als vrouwenploeg in eerste provinciale. De Brusselaars kiezen resoluut voor de competitie. "Mensen die komen om gewoon wat te spelen, zijn bij ons aan het verkeerde adres. In recreatieve ploegen krijgt iedereen zijn beurt. Bij ons niet: de besten spelen. Tijdens de trainingen wordt er dan ook hard gewerkt, maar achteraf is er steevast een derde helft. De mannen en vrouwen trainen nu op hetzelfde tijdstip in dezelfde zaal, en dat zorgt voor een leuke sfeer. Elk jaar nemen we ook deel aan verschillende competities waar met gemengde ploegen wordt gespeeld. Er zijn ondertussen heel wat koppeltjes binnen de club, en er komen er nog regelmatig bij."

Het eeuwige probleem van een amateurclub is het financiële en menselijke kapitaal. "Het zijn altijd dezelfde mensen die tijd en energie investeren. Ik moet bijvoorbeeld drie taken combineren. Ik doe het met plezier, maar toch... We moeten ook allerhande festijnen opzetten om geld in te zamelen. Subsidies van de gemeente Sint-Agatha-Berchem voor onze jeugd helpen wel, maar daarmee kom je er niet. De tijd dat de lokale middenstand sponsorde, is voorbij."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Agatha-Berchem, Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni