Simon Petitjean

Simon Petitjean beleefde droomjaar: 'Ik haal mijn concurrenten in'

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
04/12/2013

Je moet niet op zeer jonge leeftijd met topsport beginnen om te slagen als sporter. Dat bewijst Simon Petitjean (17). De Brusselse loper is nog maar twee jaar echt voluit met zijn sport bezig en plukte daar het afgelopen jaar de vruchten van. Het leverde hem onder meer een bronzen medaille op het Belgisch crosskampioenschap en een ‘deelname’ aan de Memorial Van Damme op.

“Ik heb altijd al een voorkeur gehad voor de langere loopnummers,” vertelt Petitjean. “Toen ik als negenjarige bij Excelsior begon, heb ik zoals iedereen verschillende disciplines uitgeprobeerd. De passage van miniemen naar cadetten was een grote stap: andere trainers, een nieuwe structuur en een strakkere aanpak. Het is op dat moment dat ik meer naar de langere afstanden ben beginnen te neigen.”

Het spelen maakte plaats voor meer intensieve en gerichte trainingen, maar het bleef nog steeds beperkt tot een paar afspraken per week. Twee jaar geleden begonnen de serieuzere zaken echt voor Petitjean. De trainingsintensiteit werd gevoelig verhoogd en hij kwam onder de hoede van trainer Dirk Vanderherten, die onder meer deelnam aan de Olympische Spelen van 1988 op de marathon. “Sindsdien heb ik voluit gekozen voor de middellange afstand: dat gaat van 800 tot 5.000 meter op de piste en in de winter wordt er gecrost.”

“Vorig jaar trainde ik vijf keer per week en ik ben nu overgeschakeld op zes trainingen. Dat gaat van twee pistetrainingen, een uithoudingstraining waarvoor ik een uur en twintig minuten loop tot een explosieve inspanningsloop van twintig minuten. Fitnesstrainingen behoren momenteel niet tot mijn programma. Je kunt dat overwegen om de kwaliteit van je spieren te verbeteren, maar mijn trainer zegt dat het beter is om een extra loop in te lassen dan naar de gym te trekken. Je leert beter te lopen door meer te lopen.”

Steeds meer blikken
De agenda van Petitjean is altijd goed gevuld. Hij heeft zijn schoolverplichtingen en traint ook heel het jaar door. Het pisteseizoen loopt van april tot november en tijdens de overige maanden trekt hij het veld in. Gelukkig is sport en studies combineren geen probleem voor de Brusselaar.

“Het gaat vrij vlot op school, dus ik kan het leren indien nodig wel wat inkorten om te gaan lopen. Ik ben van plan om na het secundair door te blijven studeren. Hoe ik het sporten met studeren zal combineren, weet ik nog niet. Maar ik denk wel dat ik de voorrang zal geven aan mijn studies. Het is zeer moeilijk om van deze sport te leven. Daarbij, het is nu ook niet zo dat ik binnenkort wereldkampioen zal worden.”

De internationale top is inderdaad nog te hoog gegrepen voor de jonge Brusselaar. Maar op nationaal niveau laat hij zich steeds meer gelden. In vergelijking met zijn concurrenten begon hij relatief laat met het opvoeren van zijn trainingen en het verbeteren van zijn omkadering, maar hij bewijst nogmaals dat je niet per se op jonge leeftijd met topsport moet beginnen om door te breken.

“Mijn resultaten zijn het afgelopen jaar echt goed geworden. Ik haal mijn concurrenten in. Jongens die mij bij de miniemen nog gemakkelijk achterlieten, moeten mij nu naast hen dulden. Ik heb dus zeker geen spijt dat ik gekozen heb om wat later met de gedreven trainingen te starten.”

De resultaten tijdens de Crosscup van vorig seizoen spreken voor zich: in Mol werd hij 21ste, in Brussel tiende, vervolgens zevende in Hannuit en vijfde in Dour. En toen volgde het Belgisch kampioenschap in Oostende. “Dat was de beste wedstrijd uit mijn jonge crosscarrière. Vijfhonderd meter voor de eindstreep was ik nog zesde, maar door te blijven doorzetten heb ik alsnog het brons gehaald. Mijn discipline en mentale sterkte zijn mijn grootste troeven. Ik geef nooit af.”
“Op de piste ben ik Franstalig kampioen op de 1.500 meter en op nationaal vlak tweede op diezelfde afstand. Maar die bronzen medaille in het veld was nog mooier omdat ik daar niet verwacht werd. Op de piste voel ik dat mijn tegenstanders me bekijken: ze zien hoe ik me opwarm, wat ik doe tijdens de wedstrijd. In het veld was dat niet zo, maar dat zal wellicht veranderen. Ik ga alvast blijven doen wat ik doe. Door de betere resultaten heb je ook wat meer druk om te presteren en dat moet je leren beheren. Volgens mij komt dat vooral met ervaring.”

Gevecht tegen de natuur
De uitstekende prestaties leverden Petitjean in september een onvergetelijke ervaring op. Hij mocht namelijk samen met de beste scholieren deelnemen aan het voorprogramma van de Memorial Van Damme. “Dat was ongelooflijk. Het stadion is dan nog niet zo vol, maar toch. De wedstrijd is een monument en vindt plaats in ‘mijn’ stadion, waar ik elke week train. Ik ben er heel wat toppers tegengekomen op het opwarmingsveld en kreeg dezelfde faciliteiten als hen. Ik moet toegeven dat ik wel wat nerveus was. Maar het was echt super.”

Petitjean moet dit seizoen optornen tegen grotere en sterkere lopers. Hij is overgeschakeld naar de juniorencategorie, maar dat heeft weinig invloed op zijn ambitie. De Brusselaar wil steeds zo dicht mogelijk bij de eerste plaats eindigen, zowel in het veld als op de piste.

“Eigenlijk dienen de crossen om je voor te bereiden op het pisteseizoen, maar ze zijn voor mij toch een doel op zich. Ik vind het echt wel iets hebben. Je vecht niet alleen tegen je tegenstanders, maar ook tegen jezelf en de natuur.”
“Ik presteer nu al een jaar beter dan ik had verwacht, eigenlijk. Ik behoor ondertussen bij de besten in mijn leeftijdscategorie. Op deze weg wil ik voort blijven gaan. Of dat zal lukken in combinatie met mijn hogere studies, weet ik niet. Maar dat zien we later wel. Ik wil niet te ver vooruit kijken.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni