Sportcolumn David Steegen: Brussel stinkt

David Steegen
© Brussel Deze Week
30/03/2009
In de weekendkrant lees ik dat een onbenullige scheidsrechter, een zekere Tony Dirkx, de spelers van RSD Jette B (vierde provinciale F) net voor de aftrap tegen het even wereldberoemde Asse-Ter-Heide toespreekt. De heer Dirkx blaft: "Jullie zijn in Vlaanderen. Wie op het veld Frans spreekt, krijgt geel."

Pardon? Tony de gekke pony. Dirkx fluit consequent in het voordeel van de jongens uit Asse, en RSD keert gefrustreerd en geschoffeerd terug naar Brussel na de 3-1 nederlaag.

De avond voordien ben ik te gast op KV Kortrijk-Club Brugge. Ik krijg veel respect voor mijn optredens op de Franstalige openbare zender La Deux. Tony D., eat your heart out! Vlaanderen is niet zo 'Vlaams' als men zou denken.

Veel humor in het Guldensporensta­dion, ook. Wanneer het 2-2 staat, schreeuwen de Kortrijkzanen: "Jacky, Jacky, alles is voorbij", een allusie op de wankele positie van de Club-trainer. Ik voel zelfs bijna even medelijden. Jacky Mathijssen staat moederziel alleen tegen de balustrade van de dug-out te lijden. Voetbal is hard.

RSC Anderlecht-Beerschot is een vurige affiche. Traditie. Cynische Antwerpse branie tegen de wat kille veeleisende hoofdstedelijke ambitie. Ieder zijn ziel. Enkele voormalige clubiconen van de grootste club van het land zijn op bezoek. Ahmed Hassan, winnaar van de Africa Cup, en een van de nieuwste en meest authentieke paars-witte virtuo­zen, geeft de aftrap. Het volledige stadion staat op de banken en huldigt de Egyptenaar. Hassan schenkt zijn huidige clubtrui (van Al-Ahly, het Anderlecht van Egypte) aan voorzitter Roger Vanden Stock, die - uitzonderlijk - naar de middenstip afgedaald is. De supporters van Anderlecht koesteren hun sterren. Bart Goor en Silvio Proto maken dan weer wel deel uit van de grote Brusselse familie, vanavond spelen ze voor de tegenstander. Ze worden met veel eerbied ontvangen. Goor krijgt zelfs een geschenk van een supportersclub.

Het is druk op de middenstip. Silvio Proto's naam wordt minutenlang gescandeerd. De dankbaarheid is groot. Goor is een van de helden van het seizoen 2000-'01, het voetbaljaar dat Anderlecht als eerste (en enige) Belgische club de tweede ronde van het Europees kampioenenbal haalde. De trainer van Beerschot, de architect van het Champions League-succes, Aimé Anthuenis, wordt straal genegeerd. Niet werelds genoeg.

Beerschot speelt beter. De harde kern van 't Kiel is naar goede gewoonte geïnspireerd. Na elk mislukt balcontact van Anderlecht-middenvelder Hernán Losada, ex-Beerschot, wordt hij bezongen alsof de Argentijn nog voor de Antwerpenaren voetbalt.

De spreekkoren. De harde kern van Beerschot is erg grappig en origineel. Het spandoek met Hernán, que dice el corazón? ('Hernán, wat zegt je hart?') is een openlijke schreeuw van liefde voor hun voormalige sterspeler. "Hernán, kom terug, we missen je." Rauwe nostalgie. Toen Goor voor Anderlecht voetbalde, werd hij door de Beerschot-fans openlijk en schaamteloos beticht van herenliefde. Nu hij bij hen zijn brood verdient, is hij een held. Het kan verkeren.
Spreekkoren berusten op één enkel principe: absolute en onvoorwaardelijke liefde. Misprijzende gezangen om de tegenstander van de kook te brengen, en lofzangen om de eigen stam te ondersteunen, wisselen elkaar in ijltempo af. Velen begrijpen dat niet. Ik glimlach bij elk Beerschot-lied. Tot plots een wel heel agressief: "Brussel stinkt!" weerklinkt. Ik lach niet meer. Zou Tony Dirkx in het Beerschot-vak zitten?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni