Tafeltennis Ludovic Bierny

Tafeltennisser Ludovic Bierny: 'Prof zijn, dat was een droom'

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
02/09/2015

Doorzettingsvermogen en talent, daar heeft Ludovic Bierny het altijd mee moeten doen. Hij is nog maar 22 jaar oud, maar draagt nu al een goedgevulde carrière met zich mee. Na een paar bewogen jaren heeft hij terug stabiliteit gevonden in zijn Brusselse thuisbasis. Komend seizoen wil hij met topploeg Logis Oudergem de titel pakken, en wie weet wat er dan nog volgt.

“Mijn vader is trainer, de stap naar tafeltennis was dus snel gezet,” legt Bierny uit. “Toen het voor mijn oma niet meer ging om op woensdagnamiddag op mij te passen, moest ik met mijn pa mee naar de trainingen. Dat was in Eigenbrakel. Daar ben ik op mijn zevende begonnen. Ik speelde ook basketbal, maar ben daarmee gestopt toen beide niet meer te combineren waren.”

De keuze voor tafeltennis was snel gemaakt, vooral omdat de Brusselaar er duidelijk talent voor had. Zijn ontwikkeling verliep in stijgende lijn, net als zijn ambitie. Daarom besloot hij om op twaalfjarige leeftijd naar de topsportschool in Leuven te trekken, zonder een goede kennis van het Nederlands. “Dat was niet evident, temeer omdat niemand in mijn familie Nederlands spreekt. Het was een hele aanpassing, maar ik had wel al karakter en was ook nogal zelfstandig. Toen ik in het vijfde en het zesde leerjaar zat, ging ik wel eens alleen met de trein naar Doornik om daar te trainen.”

“Ik had ambitie en wou in Leuven een betere speler worden. Ondertussen was ik ook overgestapt naar Immo Mortsel en was ik de Belgische nummer twee in mijn leeftijdscategorie. Ik herinner me dat ik toen heel wat stevige duels heb uitgevochten met Lauric Jean, die vorig jaar Belgisch kampioen is geworden. Je kunt hem zien als mijn eeuwige rivaal.”

Bierny heeft altijd op de steun van zijn vader kunnen rekenen. Die pushte hem om zich te overtreffen aan de tafel, maar nooit om bepaalde beslissingen te nemen. Hij moest zelf uitmaken wat hij wou, zelfs al was dat niet altijd gemakkelijk. “Eigenlijk weet je niet goed waar je aan begint als je je aan de topsportschool inschrijft. Maar na verloop van tijd ontdek je wat tafeltennis echt inhoudt. Je opent je ogen, je ziet wat je moet doen om er te geraken. Het is confronterend om elke keer opnieuw je plaats te zien in de klassementen.”

“Nadat ik tot de Europese top vijftien behoorde bij de kadetten, ben ik stilletjes aan achteruitgegaan. Bij de junioren behoorde ik nog tot de top veertig. Maar ik ben altijd blijven vechten. Je leert gaandeweg ook wel dat je beste jaren er pas tegen je 25ste komen. Tot dan moet je gewoonweg veel trainen en hard werken.”

Geen geld meer
De harde trainingsarbeid en de zware combinatie met de lessen werden voor Bierny verzacht door de buitenlandse avonturen. Hij trok onder meer drie weken lang op stage naar China, reisde zowat heel Europa rond, speelde in Chili, enzovoort. “Weinig studenten kunnen dat meemaken, en dan zeker niet tijdens de lesuren (lacht).” Bij zijn club liep het minder goed, dus besloot hij over te stappen naar Knal Deinze.

“Bij Mortsel mocht ik van de voorzitter niet in de ploeg spelen die in de superdivisie uitkwam omdat ik volgens hem het niveau niet had. Ik dacht daar anders over. De enige keren dat ik mocht spelen, was tegen toppers als La Villette, dat toen Europese top was. Dat is leuk voor een jonge gast, maar wat kan je op die leeftijd tegen zulke klasbakken beginnen?”

Na de topsportschool zocht Bierny nog even zijn weg op vlak van studies, maar sportief liep het lekker. Hij was namelijk bij het Noord-Franse Bruille beland. Na twee jaar in Nationale 1 (het equivalent van onze derde klasse) dwong hij mee de promotie af naar Pro B. “In België speelde ik altijd tegen dezelfde spelers, daarom wou ik naar Frankrijk. En omdat het niveau er gewoonweg hoger ligt. Zeker toen, omdat onze competitie op dat moment niet zo sterk was als nu. Ik ben er het jaar dat we in Pro B speelden volledig prof geweest. Trainen en spelen was mijn werk, een droom die uitkwam. Al bracht dat uiteraard druk met zich mee.”

“In die periode zijn er ook heel wat zaken gebeurd. Door bepaalde beslissingen mocht ik niet meer op de topsportschool trainen. Aangezien de Vlaamse Tafeltennisliga er zijn thuisbasis heeft, trainde ik daar in plaats van in Frankrijk. Dat ging zeer goed, tot ze vertelden dat ze geen geld meer hadden voor mij en me dus eigenlijk buitensmeten.”

Ongeslagen seizoen
Bierny bleef nog één seizoen bij Bruille, dat meteen terug was gezakt naar Nationale 1. Door al de gebeurtenissen in Leuven besloot hij om een professioneel statuut niet meer na te streven. Hij keerde terug naar Brussel en sloot zich vorig seizoen aan bij Alpa Elsene, dat in onze tweede divisie speelde. Daar zou hij zich terug lanceren. “Ik ben goed bevriend met de trainer, Roberto Galdon, en had eerder al met hem getraind. Het heeft me deugd gedaan om wekelijks met hem te werken. Hij heeft me gesteund om er terug voor te gaan.”

“Ik heb vorig seizoen in eerste nationale geen enkele wedstrijd verloren. Volgens mij is niemand daar de afgelopen seizoenen in geslaagd. Nochtans was het niet gemakkelijk, omdat iedereen uiteraard zeer gemotiveerd was om de Belgische nummer dertien te kloppen. Daar had men mij voor gewaarschuwd. Maar ik wist waar ik aan begon, ik wou de ploeg naar de superdivisie loodsen.”

En daar slaagde de Brusselaar ook in. Maar hij bleef niet aan boord, want hij zette zelf de stap naar Logis Oudergem. Hij komt er in een zeer sterke ploeg terecht die resoluut voor de titel gaat. Bij Alpa zou het een ander verhaal geweest zijn. “Ik ben er vertrokken omdat er zaken zijn gebeurd die ik niet zo correct vond. Met de ploeg waarmee ik zou gespeeld hebben, hadden we wellicht weinig wedstrijden gewonnen. Zelfs al won ik mijn partijen.”

“Florent Lambiet en ik worden bij Logis omringd door ervaren mannen. Onder meer door Anthony Maeck, iemand naar wie ik als jonge gast opkeek om zijn mooi, spectaculair spel. Als iedereen zijn job doet, moeten we de titel kunnen pakken. Al weet je in sport uiteraard nooit wat er komen zal.”

Ludovic Bierny schrijft in Oudergem een nieuw hoofdstuk in zijn nu al goedgevulde carrière. Als het van hem afhangt komen daar nog heel wat ervaringen bij. “Ik volg nu een opleiding boekhouding bij het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Mijn ambitie is een goede job te vinden en dat combineren met tafeltennis. Als ik dit seizoen goed presteer, kan het natuurlijk snel gaan. Ik kan zeker nog verbeteren, daar ben ik van overtuigd.”

---------------------------------

Jean-Mi aan de muur

Ludovic Bierny is bij Logis Oudergem ploegmaat van Jean-Michel Saive, die al een paar jaar het uithangbord is van de ploeg. En zeggen dat diens foto jarenlang ophing in de kamer van de Brusselaar. "Dat was een foto van Jean-Mi, mijzelf en mijn gezin," vertelt Bierny. "Het is ondertussen geen droom meer om met hem samen te spelen, al heb ik uiteraard veel respect voor hem. Ik zal ongetwijfeld nog veel van hem leren. Ik heb trouwens al met hem in de ploeg gezeten. In het verleden heb ik aan twee wereldkampioenschappen deelgenomen en Jean-Mi was er uiteraard elke keer bij."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni