Thierry Dailly: 'We geven de stad de club die ze verdient'

FC Brussels is dit tussenseizoen grondig door elkaar geschud. In alle gelederen van de club kwamen nieuwe krachten, Brússelse krachten. Thierry Dailly komt over van Ternat en is de nieuwe sportieve manager. De Brusselaar werkt hard om het imago van de club op te frissen.

"Alles is hier nieuw," vertelt de 42-jarige Dailly. "Er is een nieuwe medische, technische en commerciële staf, een hele hoop nieuwe spelers en zelfs nieuwe catering. We hebben in een paar maanden tijd een nieuwe structuur opgezet. De contracten van de meeste vorige medewerkers waren verstreken. Nu waait er een frisse wind en ik mag zeggen dat het goed loopt. Nu moeten natuurlijk nog de resultaten volgen." Afgelopen weekend won FC Brussels alvast met een fraaie 0-3 van KV Oostende.

Snelle, diepe spits

Dailly stond vroeger zelf op het veld. Hij droeg onder andere drie jaar het truitje van Union en speelde met Lombeek in derde klasse. "Ik was een snelle, diepe spits met een goed kopspel. Ik was geen grote technicien, ik moest het vooral van mijn fysiek hebben. Toen ik topschutter werd in de derde klasse, had ik de kans om naar RWDM te gaan. Uiteindelijk ben ik in de lagere regionen gebleven omdat ik liever een goede speler in derde klasse was dan een slechte in eerste. Toen lag het niveau in de hoogste klasse nog een stuk hoger dan nu."

De Brusselaar had er ook niet echt tijd voor. Op twintigjarige leeftijd was hij al zelfstandige. Hij begon als groothandelaar in aard­appelen, om over te schakelen op de export van auto's. Vandaag zit hij in vastgoed en heeft hij een transportbedrijf in Afrika. "Dat is allemaal gestructureerd, waardoor ik er niet aldoor mee bezig hoef te zijn. Nu gaat al mijn aandacht naar FC Brussels. Het zal ook wat rustiger worden, nu de transferperio­de afgelopen is."

Na zijn voetbalcarrière ging Dailly aan het werk als manager van Lombeek en had hij een groot aandeel in de fusie met Ternat. Hij promoveerde met de club drie keer in vijf jaar, om zo in derde klasse terecht te komen.

Vorig seizoen diende hij zijn ontslag in. "De club had een sportieve beslissing genomen waar ik niet achter stond, en ik heb besloten weg te gaan. Johan Vermeersch, die ik al jaren ken, belde me op en na een paar etentjes was de deal beklonken. In 2008 had Johan al eens gepolst, maar uit respect voor Ternat hebben we toen niets geforceerd. Dit keer heb ik meteen toegehapt. Ik kom graag op Molenbeek, het zijn hier echte mensen. Natuurlijk wordt het niet gemakkelijk, maar wat is wel gemakkelijk?"

Onder het niveau

Bij FC Brussels wordt Dailly de architect achter de schermen. Hij zal de interne communicatie en pr-activiteiten voor zijn rekening nemen, en ook nog eens helpen bij de commerciële cel. Maar het belangrijkste blijft toch het sportieve luik. Hij legt de nodige contacten en beslist samen met Johan Vermeersch over de transfers. "De ploeg is goed, maar - nog - niet sterk. Er zijn nog te veel spelers die onder hun niveau spelen. Tijdens onze eerste twee wedstrijden (van Bergen en Wetteren verloren, red.) gaven we de goals te gemakkelijk weg."

Dailly voelt wel dat de supporters positief staan tegenover de nieuwe ploeg en de nieuwe mensen binnen de club. Brussels is nog 'Brusselser' geworden. "Het was belangrijk om die identiteit terug te vinden, dat de supporters zich kunnen identificeren met de club. Ik ken heel wat mensen onder hen die vroeger nog naar Union kwamen kijken toen ik er speelde."

"De spelers vechten voor de bal en verdedigen de clubkleuren met trots. Ze hebben hónger, en ik geloof in de groep. Het zijn harde werkers, er lopen geen luieriken bij. We hebben een jonge ploeg en moeten wat geduld hebben, maar dat kan natuurlijk niet blijven duren. De resultaten bepalen het succes van de club. En zodra de wedstrijd op gang wordt gefloten, hangen we allemaal van hen af."

Corporate Club

Achter de schermen wordt hard gewerkt aan het commerciële luik van de club. Alles begint bij de financiën, en FC Brussels zwemt nu eenmaal niet meteen in het geld. Toch wordt daar hard aan gewerkt. "We hebben de Brussels Corporate Club opgericht waarmee we Brusselse bedrijven willen aantrekken. Ze kunnen netwerken onderhouden en op een voordelige manier reclame maken. Er hebben zich al meer dan tien bedrijven gemeld. We moeten vooral het imago van de club opfrissen, en dit draagt daartoe bij. Maar de resultaten moeten op het veld wel volgen."

Grote beloften hoor je Thierry Dailly niet maken. Het enige wat hij echt kan verzekeren, is dat hij en zijn ploeg hard zullen werken. "Iedereen zal zijn uiterste best doen om van FC Brussels de club te maken die deze stad verdient. We zijn ambitieus. Eerst een stabiele club in tweede klasse worden, en dan stap per stap groeien."