Voetbal Kuregem

‘Wie wil voetballen, moet ook voor school werken’

Bruno Schols
© Brussel Deze Week
18/12/2013

Wie wil voetballen in Kuregem, moet in het Frank Vercauteren Stadion zijn. 165 jongeren krijgen er tweemaal per week voetbaltraining en verdedigen er in het weekend de kleuren van paars-wit. Anders dan bij de nationale voetbaltrots is winnen niet het doel, wel een succesvolle schoolloopbaan. Wie speelminuten wil krijgen, moet eerst zijn schoolrapport tonen.

H et is ondertussen al tien jaar geleden dat Frank Vercauteren, toen nog trainer van RSCA, het lint mocht doorknippen van het stadion dat naar hem genoemd werd. De ket die zelf nog in Kuregem opgroeide, tekende bij de tienjarige viering opnieuw present. Vercauteren is en blijft een sporting boy, zeker als het gaat over de vele jongeren die zich op het synthetische veld in het zog van het Leonardo Da Vinci Atheneum kunnen uitleven en er ondertussen aan hun toekomst timmeren, want dat is Fefa: een sociaal project om schoolverzuim tegen te gaan. Schoolverzuim is een hardnekkig fenomeen in dit stadsdeel met de gekende gevolgen: een torenhoog aantal laaggeschoolde jongeren die weinig of geen uitzicht hebben op een job en regelmatig van het rechte pad afdwalen.

Het principe is simpel. Wie wilt deelnemen aan de trainingen, moet kunnen aantonen dat hij zijn best doet op school. Wie te veel rode cijfers voorlegt, moet eerst zijn buizen wegwerken door naar de huiswerkklas te gaan. Een formule die werkt. Bij de start van het project moest nog 40 procent van de Fefa-deelnemers zijn jaar overdoen, na 3 jaar was dat percentage al onder de dertig procent gedaald. Fefa won in 2011 de Belgische prijs voor Veiligheid en Criminaliteitspreventie en ook het Mondiale Forum voor Opvoeding en Sport, een prestigieuze prijs die Fefa in Parijs in ontvangst mocht nemen en overigens een artikel in Le Monde opleverde. Wij wilden wel eens weten hoe het daar aan toe ging op training, maar ook in de huiswerkklasjes.

Om halfzes begint de training voor voetballers die jonger dan twaalf jaar oud zijn. Marouane komt samen met zijn mama toe. “Tu as bien préparé ton spreekbeurt?” vraagt ze nog snel aan haar kroost. Hij zit in het zesde van de basisschool Maria Onbevlekt, dichtbij Bizet. Net als vele kinderen hoopt hij op een toekomst als voetbalgod, met Messi als stichtend voorbeeld. Hij moet nog niet naar de huiswerkklasjes, zijn moeder zit blijkbaar genoeg achter zijn veren. Maar hij is nog jong. Veel ketten beginnen vooral in de middelbare school te sukkelen. Voor hen is de huiswerkklas verplicht.

De jonge ketten hebben nu examens en brengen een groot deel van de namiddag in een wat somber paviljoen van het Franstalige atheneum Leonardo Da Vinci door. Ze maken er hun huiswerk of herhalen hun lessen. Laurent Kounou, de coördinator van de huiswerkklassen, houdt een oogje in het zeil. Niet iedereen blijkt even ijverig met zijn schoolwerk bezig. Laurent stelt me voor aan Camel. Of hij even tijd heeft om een paar vraagjes te beantwoorden? “Nu niet, ik heb nog wat werk,” antwoordt hij. Van werken komt echter niet veel in huis. Laurent neemt Camel even apart om zijn houding te bespreken. Nadien steek ik van wal. Camel zit in het Atheneum Da Vinci en volgt de optie Wetenschappen. Hij heeft morgen examen Nederlands, “maar dat lukt wel,” zo maakt hij zich daar geen al te grote zorgen over. “Ik herhaal vandaag vooral mijn wiskunde, want dat is een stuk moeilijker. Ik krijg les van mijnheer Khader (hij wijst een leraar een beetje verderop in de zaal aan), hij helpt me soms als ik iets niet begrijp. Maar ik denk dat het examen wel zal lukken.” Abdelaziz Khader moet lachen als ik hem over Camel aanspreek. “Heeft hij zijn wiskunde herhaald? Hij heeft me in ieder geval geen vragen gesteld.” Pubers blijven pubers, daar verandert een huiswerkklas niet veel aan. De teugels kunnen dan ook niet zo strak gespannen staan als op school zelf. “We gaan hier anders met de leerlingen om,” aldus Abdelaziz. “We hebben hier een persoonlijkere aanpak en dat schept een band met onze leerlingen. Die band is in de eerste plaats gebaseerd op wederzijds respect.”

Niet alleen leerkrachten schieten de leerlingen te hulp, ook vrijwilligers steken een handje toe, zoals Karim. Hij studeert nu Lichamelijke Opvoeding, maar heeft zijn jonge jaren in de huiswerkklas gesleten. Samen met Laurent haalt hij herinneringen op. “Op een gegeven moment had ik het echt moeilijk. Ik stond op het punt met school te stoppen, maar het is Fefa dat me erbovenop heeft geholpen,” zegt Karim. Laurent knikt: “Het had inderdaad niet veel gescheeld. Karim was geen briljante student maar hij had het hart op de juiste plaats, echt een goeie jongen en er heerste ook een fantastische sfeer in de groep.”

Iedereen wil voetballen
“Omdat mijn schoolresultaten achteruitgingen, mocht ik ook niet meer spelen, en ik bleek al snel onmisbaar voor de ploeg. Ze moesten me dus wel op het rechte pad helpen,” zegt Karim al lachend. “Haha, dat is waar,” zegt Laurent, er meteen aan toevoegend dat voetbal hem voor de rest gestolen kan worden: “Ik ben een basketter.”

Karim is een prachtig voorbeeld voor onze werking en voor de jongeren die hij begeleidt, maar het is natuurlijk met vallen en opstaan. We moeten soms heel hard achter de jongeren en hun ouders aanzitten om hun rapporten op te vragen. Het blijft ook de bitterharde realiteit van Kuregem.

Om naar de huiswerkklasjes te gaan, moeten de jongeren langs een padje, waar we dealers hun zaakjes zien afhandelen. Overal om je heen zie je crèches en scholen, maar er is maar één voetbalveld in de wijk. Dat is met hekken afgesloten, zodat enkel Fefa het veld kan gebruiken, maar terwijl we het gesprek met Laurent hebben, zijn buurtjongeren op het veld aan het spelen. Ze hebben een opening gemaakt in de hekken en spelen er ongestoord een wedstrijd. “Tja, wat wil je? Iedereen wil graag kunnen voetballen,” aldus Laurent.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht, Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni