Wielrenster Ganaëlle Reynaert: 'Jezelf steeds weer overtreffen'

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
17/03/2013
Ganaëlle Reynaert (17) verzamelde bij de miniemen en aspiranten meer dan honderd overwinningen. Duizelingwekkende cijfers die terugvielen eenmaal ze met meisjes uit het hele land moest concurreren. Bij haar nieuwe ploeg neemt ze een frisse start, en hoopt ze hogerop te kunnen klimmen.

"Eigenlijk moet je al die overwinningen relativeren omdat de meeste meisjes bij de miniemen en aspiranten vooral in hun eigen regio blijven," vertelt Reynaert. "Die zeges zijn zeges zonder meer, het is louter amusement. De meisjes rijden in die categorieën samen met de jongens, achteraf wordt er een afzonderlijk klassement opgesteld. Vanaf de debutanten komen al de meisjes dan samen, waardoor ik regelmatig in een peloton van tachtig wielrensters rijd."

De vonk sloeg bij Reynaert over toen ze als jong meisje een wielerwedstrijd bijwoonde. Op haar achtste kreeg ze haar eerste Trek-fiets en begon ze bij Noord-West Brabant. Haar trainingen leidden haar in het wiel van haar vader van Ukkel naar het Pajottenland. Daar konden de jongens haar talent aan den lijve ondervinden. "Het was wel plezant om met de jongens te rijden, vooral als ik ze klopte (lacht). Het probleem is dat zij aanvallende meisjes altijd meteen willen terughalen om zelf aan te vallen. Ze willen tonen dat ze sterker zijn. Dames wringen dan weer meer in het peloton en tijdens de sprint."

"Door tegen mensen sterker dan jezelf te vechten vorm je karakter. Die goesting om te vechten, tegen de anderen én tegen jezelf, is cruciaal. Door jezelf op training te overtreffen verlopen de wedstrijden vlotter."

Levensschool op wielen
Ondanks de vele overwinningen bij de miniemen en aspiranten werd Reynaert nooit echt aanzien als een toptalent. Toen ze op haar vijftiende bij de beginnelingen begon, werd het tijd voor de serieuze zaken. Als de concurrentie sterker wordt, neemt het aantal overwinningen af. Al laat ze onder meer op de piste regelmatig haar snelle benen zien.

"Ik kan mijn streng wel goed trekken in de sprint. Dit jaar heb ik op het Belgische kampioenschap op de piste onder meer een zilveren medaille in de puntenkoers gehaald en een bronzen medaille in de sprint. Ik voel me goed op de piste. Ik hou van snelheid, en binnen is het lekker warm. Maar volgend seizoen zal ik mijn pistewedstrijden wellicht in functie van mijn wegseizoen plannen. De piste neemt namelijk veel tijd in beslag, en er is amper rusttijd tussen het weg- en pisteseizoen."
Reynaert wil dit seizoen regelmaat in haar prestaties leggen, liefst met hier en daar een uitschieter. Ze doet er alvast alles voor. Wekelijks rijdt ze om en bij de 130 kilometer, en tijdens het weekend een of twee wedstrijden. "Ik heb, in vergelijking met bijvoorbeeld de Vlamingen, moeilijkheden om in groep te trainen omdat hier minder wielrenners zijn. Toch spreek ik regelmatig af. Sowieso moet ik heel wat opofferingen doen. Zo moet ik echt op mijn voeding letten omdat ik nogal snel bijkom. Of valt het me tijdens de wintermaanden soms zwaar om na school in de kou te gaan rijden en in het donker thuis te komen. Je hebt karakter nodig. Wielrennen is een levensschool."

School loopt de wielrenster op het Sint-Vincent-de-Paul Instituut in Ukkel. Ze zou in de toekomst graag lerares lichamelijke opvoeding of sociaal assistent worden. Op sportief vlak heeft ze dit jaar met Team Wallonie een nieuwe ploeg gekozen. "Zij doen veel voor de dames. We trekken bijvoorbeeld regelmatig op stage. Bovendien zorgt deze verandering voor nieuwe ambities en extra motivatie."

"Ik zal altijd voluit voor mijn sport gaan, maar mijn studies laat ik niet vallen. Het is moeilijker om als meisje door te breken dan als jongen. Er is nu eenmaal veel minder media-aandacht voor ons. Maar dat demotiveert me niet omdat wielrennen mijn passie is. Ik zal het blijven doen, of ik nu doorbreek of niet."

Met de steun van haar vader, die haar trainingsprogramma's uitschrijft en voor de mechanica zorgt, zou Reynaert graag in de voetsporen treden van topper Marianne Vos. Ze gelooft alvast, met enig voorbehoud, in haar kunnen. "Als ik van wielrennen kan leven, graag. Ik denk dat ik het potentieel heb, met veel werk kan ik er geraken. Al zijn er momenteel slechts een paar professionele wielrensters in België. Om een plaatsje te vinden in een ploeg moet je je echt tonen. Daar wil ik zeker en vast de nodige opofferingen voor doen. Je moet je ook in het buitenland tonen zodat ze over jou spreken."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni