Xavier Siméon uit Oudergem geeft alle Japanners het nakijken

Francis Marissens
© Brussel Deze Week
21/05/2009
Xavier Siméon is nog geen twintig, maar al wel vier jaar prof. Alleen komt dat nauwelijks in de media: hij stampt of slaat niet tegen een bal, maar zet adembenemende prestaties neer op een motor. Onlangs draaide hij nog rondjes op het mythische circuit van Monza. In België halen ze dan hooguit de schouders eens op.

Het gaat loeihard voor Xavier Siméon. In 2007 en 2008 reed hij op een Suzuki de Superstock 1000-competitie, en telkens werd hij knap vierde. Sinds dit jaar maakt hij deel uit van het Italiaanse Ducati Xerox Junior-team en gaat hij resoluut voor de wereldtitel. Na drie manches staat hij mee op kop.

"Superstock 1000, dat is maar één trapje onder de Superbike. Vergelijk het met de tweede klasse in het voetbal. Maar ik zit dan wel in het B-team van Real Madrid," grapt Siméon. "In tegenstelling tot de topreeks, waarin zowat alles aan een motor veranderd en aangepast mag worden, zijn er bij ons veel beperkingen. Zoals de naam Superstock doet vermoeden, racen we met fabrieksmateriaal. Geen motoren dus waar je met een heel team ingenieurs aan zit te sleutelen, maar machines die vrij in de handel te verkrijgen zijn. Ten minste, als je centen hebt. Want mijn Ducati 1098R, dat is echt een Ferrari op twee wielen. Het neusje van de zalm. Ik denk dat die in de winkel toch zo'n veertigduizend euro kost." Simeon betaalt die natuurlijk niet zelf, hij wordt betaald.
In augustus wordt hij pas twintig, maar intussen is hij wel al ruim vier jaar prof. "Mijn ouders hebben aanvankelijk behoorlijk geïnvesteerd. Maar in 2005 was het alles of niets: een profcontract versieren, of er definitief een punt achter zetten. Ik was toen amper vijftien. De schoolbanken? Ik heb het nog een tijdje geprobeerd, maar op mijn zeventiende ben ik gestopt. Het viel niet meer te combineren met de vele verplaatsingen naar het buitenland."
"Met mijn toekomst hou ik me niet te veel bezig. Racen met de motor wordt behoorlijk goed betaald. Toch zal ik niet vaak de mist in mogen gaan. Een ongeval? Daar denk ik zelfs niet aan. Ik stel me gewoon niet te veel vragen."

Op de klimmuur
Siméon heeft ook een kartingverleden. Als negenjarige werd hij zelfs vicekampioen van België. "Vierenhalf jaar was ik toen ik voor het eerst op een minimotor zat," zegt de Oudergemnaar met een glimlach. "Die pocketbikes, dat was echt plezant. De appel is duidelijk niet ver van de boom gevallen: mijn vader heeft nog op hoog niveau gereden. Hij is zelfs ooit Europees kampioen Endurance geworden. Thuis hebben we ook een winkel. Om maar te zeggen: ik ben opgegroeid tussen al die mooie machines."

"Karting lukte dus ook aardig, maar mijn vader stelde me op een bepaald moment voor de keuze: motorrijden of karting. De twee was niet langer houdbaar. De sfeer in het kartingwereldje was niet oké, er wordt veel boel gemaakt. En dus ging ik voluit voor de motor."
Racepiloten zijn wel degelijk topatleten; met een goede motor alleen kom je er niet. Hoe onderhoudt Xavier Siméon de conditie? En vooral: waar traint hij? Toch niet op de Kleine Ring of de Lambermontlaan? "Nee, absoluut niet! Veel keuze hebben we niet: we moeten het circuit op. Maar de trainingstijden zijn beperkt. Met het Ducati-team houden we vooral testritten in Bologna. Maar dat kan natuurlijk niet zomaar wanneer het eventjes uitkomt. Integendeel: elke sessie moet nog voor het kampioenschap tot op de dag en het uur gepland worden. In België kan ik nauwelijks of niet terecht. Op donderdag zak ik weleens af naar Francorchamps, maar dat is dan met een crossmotor met banden voor op de weg. Zoiets kun je niet vergelijken. Als motorracer ben je vooral aangewezen op de races zelf, inclusief de chronowedstrijden vooraf."
"Dat neemt niet weg dat ik elke dag wel aan mijn conditie werk: lopen, fitnessen, fietsen, maar ook bijvoorbeeld indoor-klimmen. Dat doe ik nu een maand of zes. Het scherpt je concentratie aan en verplicht je om vooruit te denken. En het verstevigt de schouders en armspieren. Allemaal belangrijk op de motor."

Valencia
Het Superstock 1000-kampioenschap is voor Siméon prima begonnen. Op zijn lievelingscircuit in Valencia werd hij tweede en ook in de GP van Nederland in Assen stond hij op het podium. Op 9 mei duelleerde Siméon in Monza tot op de streep om de zege: wéér tweede, op amper een honderdste van een seconde. Het brengt hem op een zucht van de leidersplaats in het klassement. Met een Italiaan­se motor geeft hij alle 'Japanners' het nakijken. "De overstap naar Ducati was een weloverwogen keuze. De motor is erg goed, maar ik moet er nog aan wennen. En ook het chassis is nog niet perfect. Ik moet er dus nog meer uit kunnen halen. De limiet is nog niet bereikt."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Oudergem, Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni