De American dream van Bherman

Tom Peeters
© Agenda Magazine
26/11/2010
Nashville. Het leek een verre droom voor laatbloeier Bherman. En toch staat hij straks in de AB om er Untagged friends voor te stellen, een dubbel-cd grotendeels opgenomen in de stad van zijn muzikale helden.

Ook na de release van zijn zesde studioalbum blijft zanger-gitarist én schilder Bherman een van de best bewaarde geheimen van de Belgische muziekscene. Geboren in Oostende als Bruce Herman Elliott en iets te vaak gecast als buitenbeentje zal er altijd wel een zweem van Ensor in zijn muzikale palet terug te vinden zijn. De naar Gent uitgeweken zoon van een Engelse vader en een Vlaamse moeder heeft er geen conventioneel parcours opzitten. In zijn jonge jaren reikten zijn muzikale ambities niet verder dan de living of de badkamer. Tot zijn 44e liet hij de wereld wachten op zijn debuut.

Inmiddels zijn we een dikke tien jaar verder en ligt er een nieuwe worp songs klaar. De dubbel-cd Untagged friends is grotendeels opgenomen in Nashville en er staat fraai volk op de guestlist, zoals Kurt Wagner van Lambchop en Mark Nevers, de geliefkoosde producer van de alt.countrygemeenschap, Calexico en Bonnie 'Prince' Billy voorop.

Was het een opluchting om meer dan tien jaar na je debuut een oceaan over te steken om een plaat op te nemen?
Bherman:
Ja. Opnieuw een plaat inblikken in een studiootje in Gent en daarna twee keer op Radio 1 en één keer op FM Brussel gedraaid worden, omdat ik 'te moeilijke' muziek maak: dat zag ik niet meer zitten. Ik had zin om de sfeer op te snuiven bij mijn Amerikaanse idolen. Dus trok ik mijn stoute schoenen aan, en tijdens de passage van Lambchop op Gent Jazz vroeg ik aan hun pianist het mailadres van hun producer Mark Nevers. Zijn reactie was typisch Amerikaans: 'Spring maar binnen als je in de buurt bent.'

Dat moest hij je natuurlijk geen twee keer zeggen.
Bherman:
Nee, ik ben een onvoorwaardelijke fan van de manier waarop hij klankenpatronen creëert. Hij doet het met een zwart gospelkoor, maar het zou hem ook lukken met een Turkse jodelaar. Dus stemde ik mijn vakantie af op dat ene mailtje en op een regenachtige avond belde ik bij hem aan. Ik overviel hem een beetje (lacht), maar het klikte, ook met zijn muzikanten. Of ik nu in Brussel in de JET-studio's opnam of in Nashville: ik had telkens de indruk een thuismatch te spelen. Uiteindelijk vloog ik vijf keer over en weer.

Welke indruk liet Nashville op je?
Bherman:
In het begin was ik wat ontgoocheld. Het ziet eruit als een uitgerekt Sint-Martens-Latem: overal villa's met zwembaden en veiligheidspersoneel. Maar dan gidste Mark me door de achterbuurten: "In dat optrekje is iemand van The Eagles een studio aan het bouwen. In die barak heeft R.E.M. zijn laatste plaat opgenomen. In die bunker met het fluo dak zit Jack White. En in die nepprovinciaalse mansion woont Dolly Parton." Het ziet er niet uit, maar dat komt omdat alles binnenskamers gebeurt. En daar voelde ik me thuis, want iedereen is er gefocust op de muziek. Ik kon urenlang over gitaren praten zonder dat men me vervelend ging vinden. Ik heb ook genoten van de ontmoeting met een paar van mijn idolen. Ik had het plan opgevat om een lamp los te schroeven uit de schminktafel van Johnny Cash, maar de veiligheidsman had me in de smiezen. Ik heb de tafel dan maar gekust.

wanneer: 02/12/2010 om 20.00
tickets: € 10/12

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni