Praat achteraf: Van Antwerpen tot Austerlitz

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
23/12/2011
Gezien: 'Austerlitz' van Ictus, Jerôme Combier en Johan Leysen, op 14 december in het Kaaitheater.

Zelden ben ik van het begin af zo meegezogen in een boek als in Austerlitz van Winfried Georg 'Max' Sebald (1944-2001). W.G. Sebald was een naar Engeland geëmigreerde Duitse schrijver. Met Austerlitz was hij op weg om definitief en wereldwijd door te breken. Maar enkele maanden later, op 14 december 2001, kwam hij om het leven bij een auto-ongeluk. Op de dag tien jaar later presenteerde het Kaaitheater een muziektheaterbewerking van zijn laatste roman. Sebald zou de toevalligheid van die datum wel geapprecieerd hebben, want het over en in elkaar schuiven van datums, plaatsen en levens uit verschillende gewrichten van de geschiedenis was een van de principes waar hij zijn literatuur op stoelde.

Austerlitz gaat over de ontmoetingen van de verteller met de fascinerende Jacques Austerlitz, een joodse man die opgroeide bij een pleeggezin in Wales, nadat de oorlog hem in zijn vroege jeugd had gescheiden van zijn ouders, zijn geboorteland en zijn taal. Wat de roman voor Belgen extra interessant maakt, is dat hij zich ook op verschillende plekken in ons land afspeelt. Hij begint in Antwerpen, waar het Nocturama van de Zoo en de monumentale, duistere leegte van het (toen niet gerenoveerde) Centraal Station het decor zijn voor de eerste ontmoeting tussen Austerlitz en de verteller. Ook het fort van Breendonk, belangwekkend als voorbeeld van zinloze zeventiende-eeuwse oorlogsarchitectuur maar natuurlijk ook als schuldige plek in de Tweede Wereldoorlog, wordt aangedaan. Net als het Brusselse Justitiepaleis: 'de grootste opeenhoping van steenblokken in heel Europa'.

Deze monumentale stations en andere grote gebouwen die te groot zijn voor de mens, maar nog altijd kleiner dan de geschiedenis, stuwen Austerlitz vooruit in zijn zoektocht naar zijn onbekende verleden. Niet elke stap in de salles des pas perdus is verloren, want zijn geheugen lijkt gestadig terrein te winnen op de tijd.

Sebalds roman wordt zo een gelaagde compositie tegen de zin- en betekenisloosheid, met architectuur, (trein)sporen, herinneringen, plaats en tijd, oorlog, identiteitsconstructie, toeval, fotografie, malaise en mysterie als terugkerende elementen. Van het station van Antwerpen gaat het uiteindelijk naar de Gare d'Austerlitz in Parijs, waar Austerlitz nog voorbij het einde van het boek de zoektocht naar zijn vader zal voortzetten. Die 'toevalligheid' - Austerlitz die gaat zoeken in het station dat zijn naam draagt - is een van de elementen die erop kunnen wijzen dat zijn verhaal misschien maar een verzinsel is, terwijl hijzelf ook een verzinsel van de verteller kan zijn, en de verteller zeer zeker een verzinsel van de auteur is.

Welluidende naam
Wat een prachtige, welluidende naam overigens: 'Austerlitz'. Hij loopt netjes van A tot Z, en los van de associaties met het station, met Napoleon, of zelfs met Auschwitz, heeft hij zo'n mysterieuze lading dat ik niet wil uitsluiten dat de kracht ervan Sebald tot het schrijven van deze roman heeft gebracht.

De theaterbewerking dan. De Franse componist Jérôme Combier en scenograaf Pierre Nouvel maakten ze met en voor het Brusselse muziekensemble Ictus en het operafestival van Aix-en-Provence. Het decor evoceert het traliewerk van de stationsarchitectuur, evenals de treinsporen die voortdurend over elkaar schuiven op deze reis kriskras door Europa en door de tijd. Tegenover die scherpe lijnen staan de grijstinten, die de zwaarte en de vaagheid benadrukken van een verhaal dat natuurlijk nooit vrolijker wordt dan het bewolkte België of het verlaten getto van Theresienstadt. Schaduwspel illustreert het twijfelachtige statuut van de personages.

Dat alles lijkt, net als het projecteren van zwartwitfoto's, op een omzettingsoefening, terwijl het samenvatten van het boek, hoe zorgvuldig ook, natuurlijk tegen de essentie van Sebalds zorgvuldige constructiewerk ingaat. Maar dat alles is onvermijdelijk, en ertegenover staat de toevoeging van muziek aan wat in mijn oren nochtans een erg stille roman was. Johan Leysen was dan weer de ideale vertolker. Aan het applaus te horen moet de voorstelling sommige mensen toch gegrepen hebben, zoals de roman met mij deed. Een knappe prestatie.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni