De site van betonfabrikant Inter-Beton aan het Vergotedok in de Brusselse haven krijgt een facelift, die ervoor moet zorgen dat er niet alleen beton wordt gemaakt, maar bijvoorbeeld ook plaats is voor een sportzaal of een kunstgalerij. "We willen dat de wijk betrokken raakt bij de betoncentrale," zeggen de architecten.

Het Brusselse Kanaalplan wil de industriële economie aan en rond het kanaal integreren in het stadsweefsel. Onder andere daarom lanceerde betonproducent Inter-Beton in 2014 een wedstrijd aan verschillende Brusselse architectuuropleidingen om de site een nieuw elan te geven. Die wedstrijd mondde uit in een tweede wedstrijd en een projectoproep, die nu gewonnen is door het Brusselse kantoor BC Architects en Jasper Poesen. De nieuwe site moet de huidige betonproductie combineren met een flink aandeel publieke ruimte.

"De industriële zone van vandaag is een dode, gesloten zone. Dat wilden wij veranderen. We wilden er een interactieve zone van maken", zegt Wes Degreef van BC Architects. Door de vervoersactiviteit op de site zelf te verbeteren en te bundelen, kwam er ruimte vrij voor een extra volume boven de industriële site.

"In plaats van een klassieke luifel, hebben we besloten een kast boven de vrijgekomen ruimte te zetten", legt Degreef uit. "Daarin komen bureaus, maar ook 1000 vierkante meter publieke ruimte." Voor Inter-Beton zelf kan daarin een crèche komen of een sportzaal, zolang de wijk maar betrokken wordt bij de werking van het bedrijf. Al is de bouw nog niet meteen voor vandaag. "Eerst pakken we de lawaai- en stofhinder aan. Pas daarna komt de nieuwe annex er", valt te horen bij Inter-Beton.

De architecten moesten tegelijk het mobiliteitsprobleem op de site aanpakken, dat voor behoorlijk wat verkeersoverlast op de Havenlaan zorgde; de geluidsoverlast van de productie verminderen en de stofhinder wegnemen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni