Joods Museum twee jaar na de aanslagen: 'Zin om verder te doen'

Exact twee jaar geleden lieten vier mensen het leven bij de aanslag op het Joods Museum in Brussel. Vooral de strenge beveiliging herinnert nog aan die dag. Het publiek kan het museum nog één keer bewonderen, komend weekend, want daarna wordt het hele gebouw gesloopt en opnieuw opgebouwd in het kader van een renovatie.

Op zaterdag 24 mei, iets voor vier, viel de Fransman Mehdi Nemmouche het Joods Museum binnen, gewapend met een kalasjnikov. Een Israëlisch echtpaar, een Franse vrijwilligster een Belgische medewerker lieten bij de aanval het leven.

Na de aanslag bleef het museum vier maanden dicht. In september 2014 gingen de deuren opnieuw open, maar slechts voor een jaar: sinds september 2015 is het museum dicht voor een renovatie, die al van voor de aanslag gepland was. Alleen de gevel in de Miniemenstraat blijft overeind. Tegen eind 2017 moet er een nieuw joods museum staan, met zes verdiepingen.

Vorig weekend kon het grote publiek voor het eerst sinds lang nog eens het gebouw binnen: toen maakten 100 kunstenaars live creaties in het museum. Volgend weekend worden de werken die toen gemaakt zijn verkocht. Dat is meteen ook de laatste keer dat het publiek het oude gebouw nog eens binnen kan, want kort daarna volgt de sloop.

De aanslag blijft in het geheugen van het museum en de medewerkers gegrift. “Alleen al de versterkte beveiliging aan de ingang is al een levendige herinnering aan wat er gebeurd is”, zegt conservator Zahava Seewald aan BRUZZ. “We zijn nog elke dag bezig met het nemen van veiligheidsmaatregelen, en met het herinneren van de mensen die gestorven zijn.”

De veiligheidsmaatregelen zijn inderdaad niet min: aan de ingang houden militairen de wacht. Bezoekers die het museum binnen willen moeten voorbij een metaaldetector, en voorbij twee deuren met bewakingsagenten: de ene deur opent pas wanneer de andere dicht is en het zeker is dat er geen gevaar is.

Toch kijkt het museum twee jaar later hoopvol naar de toekomst: “Ondanks de verschrikkelijke gebeurtenissen heeft het museum echt zin om verder te doen. We streven naar interactie met het publiek, zowel joods als niet-joods. Ook de moslimgemeenschap willen we betrekken. Dat speelt allemaal een grote rol in onze pedagogische en educatieve activiteiten”, aldus Seewald.