Tom Bonte: 'Stad is voetgangerszone aan zichzelf verplicht'

Volgens directeur van de Beursschouwburg Tom Bonte had de voetgangerszone er al veel vroeger moeten zijn. “Zonder enige twijfel moeten we dat behouden en daarin doorzetten: dat is een ambitie die een stad aan zichzelf verplicht is”, zegt hij. Al te veel inspraak zou volgens Bonte geleid hebben tot een afgezwakte versie van de voetgangerszone.

Tom Bonte staat aan het roer van de Beursschouwburg, in het hart van de voetgangerszone. Wat is zijn balans, een jaar later? “Zonder enige twijfel moeten we dat behouden en daarin doorzetten”, zegt hij. “Daar twijfel ik geen moment aan: dat is een ambitie die een stad aan zichzelf verplicht is.”

“Het spreekt van een ambitie die we in deze stad te lang niet gehad hebben”, vervolgt Bonte. “Bij de aankondiging van de plannen had ik het gevoel dat er eindelijk wat bewoog in de stad. Ten goede, ten voordele van de mensen die er wonen, en niet alleen van de mensen die er met de auto doorrijden.”

Brusselaars hebben het gevoel dat er niet naar hen geluisterd werd bij de uitwerking van de voetgangerszone, luidt een veelgehoorde kritiek. Ook té veel inspraak kan een probleem zijn, zegt Bonte: “Dat is misschien de zwakte van het democratisch bestel in zijn geheel: op een zeker moment neem je een beslissing en als je de deur te veel openzet voor inspraak, dan eindig je vaak met een compromis.”

De voetgangerszone zou een plek worden voor cultuur. Bonte ziet vandaag een evolutie van kunstprojecten die zich enkel in de openbare ruimte kunnen ontplooien. “Daar kan je toch moeilijk tegen zijn? Dat spreekt van een frisser wereldbeeld. Dat geeft veel kansen, een openbare ruimte van en voor iedereen.”