Acht voetbalvelden asbest: heropening Sheraton roept vragen op

De nieuwe eigenaars van het voormalige Sheratonhotel op het Rogierplein willen het hotel na een korte renovatie begin 2018 heropenen. Nochtans zit het gebouw tjokvol asbest en komen daarbij ook stofdeeltjes vrij die mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid, blijkt uit documenten die onze redactie kon inkijken. "Je kan geen nagel kloppen in dit gebouw zonder op asbest te stoten, maar de nodige werken blijven uit", zegt parlementslid Johan Van den Driessche (N-VA).

Het Sheratonhotel op het Rogierplein werd eind vorig jaar failliet verklaard. Tweehonderd werknemers belandden op straat en het gebouw staat sindsdien leeg. In april van dit jaar kwam het nieuws dat Primecity Investment, een Cypriotisch bedrijf dat actief is in de Duitse hotelsector, het gebouw heeft opgekocht. Dat bedrijf wil het begin volgend jaar opnieuw openen onder de werknaam Rogier Hotel, met gewone hotelkamers en appartement-hotelkamers.

Dat er asbest in het gebouw zit, is geweten. Al in 2014 werd aan de toenmalige zaakvoerders - Rolf Nordström en Sven Akselson – een voorlopige milieuvergunning toegekend om het asbest te verwijderen. In die vergunning blijkt nu sprake te zijn van 38.454 vierkante meter asbest, wat ongeveer gelijkstaat aan 8 voetbalvelden. Maar een grondige renovatie om het asbest te verwijderen kwam er nooit.

De hamvraag is of die asbest gevaarlijk is of niet. Asbestverwijdering is in Brussel niet verplicht, als het bijvoorbeeld ingekapseld zit in de muren en niet kan vrijkomen. Maar uit een rapport van inspectiebedrijf Vinçotte uit 2013 blijkt dat het asbest wijdverspreid is en op zowat alle verdiepingen van het gebouw aanwezig is. In de gebruikte lijm, de verf, de wanden, zelfs tot in de liftschachten en de luchtkoker. Er is ook sprake van loskomend asbest, vlokken en stofdeeltjes, die mogelijk gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid.

‘Kleine werken zonder vergunning
Toch lijken ook de nieuwe eigenaars niet van plan om een volledige asbestverwijdering door te voeren. Volgens de burgemeester van Sint-Joost-ten-Node Emir Kir (PS) willen de nieuwe eigenaars het hotel snel heropenen, na enkele “kleine werken waar geen vergunning voor nodig is.” Daarbij doelt de burgemeester vooral op herinrichtingswerken en verbeteringen aan de brandveiligheid. Hij wil zo dat het hotel alvast mondjesmaat opnieuw kan openen en daarbij verdieping per verdieping gerenoveerd wordt.

“Wellicht wil de eigenaar vermijden dat er een vergunning nodig is voor deze herinrichtingswerken”, analyseert N-VA-parlementslid Johan Van den Driessche, die een interpellatie over het onderwerp indient in het Brussels parlement. “Als men een vergunning aanvraagt voor een verbouwing, moeten immers alle asbesthoudende toepassingen waaraan men bij de werken raakt vooraf worden weggehaald. Als je de experten moet geloven en je geen nagel in de muur kan kloppen zonder dat er asbest inzit, dan is dat een heel kostelijke zaak in dit geval.”

De kosten van de volledige asbestverwijdering van het Sheratonhotel variëren naargelang de experten van 25 tot zelfs 50 miljoen euro. Die zware financiële dobber is volgens velen ook de hoofdoorzaak voor het faillissement van de vorige eigenaars van het Sheratonhotel, ook al haalde die altijd de aanslagen en de werken aan het Rogierplein als hoofdreden aan.

Gezondheidsrisico’s
Maar ook het plan om de renovatie van het gebouw verdieping per verdieping aan te pakken, kan eigenlijk niet door de beugel, aldus Van den Driessche. “De verwijdering van asbest in Brussel mag niet gefaseerd en dus niet verdieping per verdieping gebeuren.” Daarom is het voor het N-VA-parlementslid ook redelijk duidelijk dat de eigenaars het asbest alvast niet meteen willen verwijderen.

“Volgens mijn informatie is er geen offerte lopende, en zelfs als ze het wel zouden willen, dan is het onmogelijk om dit op een paar maanden tijd door te voeren en het hotel in 2018 te heropenen. Maar zonder grondige renovatie dreigen er zich ernstige gezondheidsrisico's te stellen, in de eerste plaats voor de mensen die de ‘kleine renovatiewerken’ moeten uitvoeren, maar ook voor het latere personeel, de hotelgasten en de buurtbewoners.”

Ook vragen rond faillissement
Naast de mogelijke gezondheidsrisico’s stelt Van den Driessche zich ook vragen bij het faillissement van de vorige eigenaars van het hotel, Nördstrom en en Akselson. Die hebben het hotel voor naar verluidt 28 miljoen euro verkocht aan de nieuwe eigenaars, heel wat meer dan de boekwaarde van het gebouw, nadat ze het zelf oorspronkelijk voor een symbolische euro gekocht hadden. “Maar de kosten voor het ontslag van de 200 personeelsleden worden wellicht, na het faillissement, wel betaald door het Fonds Sluiting Ondernemingen en dus door de belastingbetaler.” Volgens hem rijzen er ook vragen over het faillissement en mogelijke oneerlijke concurrentie.

Van den Driessche zal in het Brussels parlement minister-president Vervoort, minister van Leefmilieu Céline Fremault en Minister van Werk Didier Gosuin over de kwestie ondervragen. “We begrijpen dat de burgemeester van Sint-Joost dit hotel zo snel mogelijk operationeel wil zien; ook al omdat dit een flinke impact heeft op de inkomsten van zijn gemeente. Maar ik wil dat de Brusselse regering de impact van elke beslissing goed onderzoekt en de nodige transparantie geeft aan het parlement en aan de bevolking.”