kijk op 2017

Béatrice Delvaux: 'Goed bestuur blijft vandaag vooral een slogan'

Kris Hendrickx
© BRUZZ
23/12/2017

| Journaliste Béatrice Delvaux over het vreselijke jaar dat Brussel achter de rug heeft.

Ze kijk vol bewondering naar de Brusselse hiphopscene, maar voor de rest vindt ze 2017 vooral een annus horribilis dat ze zo snel mogelijk wil vergeten. En een gemeentefusie, daar zou journaliste Béatrice Delvaux toch voorzichtig mee zijn. “Mensen hebben nu al het gevoel dat ze nergens bij horen.”

Désespérée. Delvaux zal het woord een paar keer gebruiken tijdens ons gesprek. De hoofdcommentator van Le Soir wordt soms wat moedeloos van de terugblik op 2017, met zijn rellen, zijn Samusocial en zijn politieke aanslag door het CDH. We hebben afgesproken in Brasserie de la Presse, naast de redactie van de krant die ze ruim tien jaar leidde. “Toch hou ik van deze stad, in al haar wrange eenvoud. Zoals die rappers en hiphoppers, dat zijn vandaag nog de grootste Brusselse patriotten.”

U woont in Dilbeek, de gemeente ‘waar Vlamingen thuis zijn’, lezen we er aan de gemeentegrenzen. Voelt u er zich thuis?
Béatrice Delvaux: Toen ik die slogan voor het eerst zag, dacht ik: ‘hier zal ik nooit kunnen wonen, zo’n agressief onthaal’. Jaren later werd het door omstandigheden toch Dilbeek.
Zijn we er geïntegreerd? Ja, omdat we er relaties hebben opgebouwd. Als Franstaligen lagen we aan de basis van een buurtcomité dat nieuwe contacten in de wijk heeft gelegd. Anderzijds is mijn zoon in Brussel naar school gegaan in het Frans. Omdat ik het belangrijk vond dat hij zijn moedertaal goed beheerst, zelfs al hecht ik veel belang aan meertaligheid. Maar ook omdat ik voor de krant soms scherpe standpunten inneem, bijvoorbeeld over nationalisme of de N-VA. Ik wou niet dat hij daar de dupe van werd op school.

Wat is u dit jaar bijgebleven uit de Brusselse actualiteit?
Delvaux: Ik heb de indruk dat het een annus horribilis was voor Brussel. Verschillende dossiers hebben dat veroorzaakt: Samusocial, het Eurostadion, de tunnels die nog nazinderen en de zogenoemde rellen. Die laatste leiden tot dezelfde discussies tussen Vlamingen en Franstaligen als met de rellen in Vorst in de jaren 1990. Alleen zijn we decennia verder en zijn we amper opgeschoten. Niet wat de problemen zelf betreft en niet in het debat. Luckas Vander Taelen roept nog steeds ‘verschrikkelijk’, de groep die vindt dat alles goed gaat is er ook nog, de SP.A komt nog maar eens met een hervormingsvoorstel, waarop de Franstaligen nog maar eens zeggen dat ze dat niet willen …

En dan heb je natuurlijk nog de saga met Benoît Lutgen en de Brusselse regering.

Delvaux: Ja. Die regering leek er in het begin van de legislatuur wel zin in te hebben. Daarna is de ploeg van Vervoort getorpedeerd door het dossier van goed bestuur, door de mobiliteit en dan nog eens politiek van binnenin door CDH.

Daar komt nog bij dat Brussel intern niet zoveel verdedigers heeft. Niemand lijkt er echt mee begaan, ook niet binnen de partijen. Hét symbool daarvan is de zet van Lutgen, die in heel zijn plan wel leek te vergeten dat Brussel ook nog bestaat. Bij de PS vertrekt Onkelinx, maar zonder dat er een persoonlijkheid klaarstaat om haar op te volgen.

Vervoort?
Delvaux: Die speelt zijn rol wel op gewestniveau, maar naar buiten mist hij charisma en geloofwaardigheid. Philippe Close deed het nog het best bij de PS. Hij speelde niet de geslagen hond na de rellen. Hij kan zich krachtig uitdrukken en heeft wel een zeker Brussels-volks charisma.

Hoewel hij noch Brussels, noch volks is.
Delvaux: Klopt, maar hij kan wel om met het volk, zoals toen hij de jongeren op het Muntplein op hun plaats zette voor de tv-camera’s. Close komt na Maingain nog het best uit 2017.
Het gebrek aan Brusselse eenheid maakt veel zaken moeilijk. Het museum in de Citroëngarage moest dit jaar dat positieve project zijn, en dat wordt dan weer gerealiseerd met een collectie die we uit Frankrijk moeten halen.

Daarmee zijn we bij de Brusselse instellingen beland. De voorbije jaren was dat een dovemansdiscussie: veel Vlamingen vragen een gemeentefusie, aan Franstalige zijde was niemand voor. De laatste tijd lijkt daar beweging in te komen. De voormalige MIVB-baas Alain Flausch, cafébaas Frédéric Nicolay en de jonge MR, ze pleiten allemaal voor echte hervormingen. Verandert er iets aan Franstalige zijde?
Delvaux: Wat die gemeenten aangaat, zou ik toch voorzichtig zijn. Veel mensen hebben nu al het gevoel dat ze nergens bij horen en als je dan zomaar de gemeenten afschaft … Tegelijk hoop ik dat er een nieuwe generatie opstaat die de zaken aanpakt en een pragmatische oplossing zoekt. Je zou de zaken per project moeten aanpakken en niet meer per partij of gezagsniveau. Mensen willen dat de voetgangerszone functioneert, de metro en ga zo maar door.

Zoiets kan toch alleen als er een structuur is met de slagkracht om zulke project te doen slagen? Anders moet je al meerderheid en oppositie van alle gezagsniveaus op een lijn krijgen.
Delvaux: Toch denk ik dat we dat moeten doen voor de grote projecten zoals het nationale voetbalstadion. In de tijd van Dehaene werden bij grote veranderingen verschillende regeringen en de sociale partners betrokken. Zo krijg je een duurzaam draagvlak. Drie bedrijfsleiders pleitten onlangs voor een gedragen projectaanpak in Le Soir. Hoe willen we dat investeerders geld steken in toekomstprojecten als ze niet weten dat het ervan komt omdat altijd wel iemand kan blokkeren? Neem nu Charles Michel over het Energiepact vanochtend. Die zei dat de uitstap uit kernenergie in 2025 volgens hem wel mogelijk was, maar hij voegde er peut-être aan toe. Worden we nu al het land van de ‘misschiens’? (speelt een politicus) ‘Ik werk voor de volgende generaties, misschien.’

Maar verandert de Franstalige houding tegenover een institutionele hervorming of niet?
Delvaux: In de politiek niet. De jonge liberalen over wie u het had, hebben geen gewicht. Zelfs de groenen zijn er niet uit.

Om terug te komen op dat draagvlak: in Brussel pakken we de zaken vaak aan zoals dat op Belgisch niveau voor de kernuitstap gebeurt. Eerst beslissen we om iets te doen, vervolgens laten we na om te beslissen hoe dat moet gebeuren en als de datum dan dichterbij komt, stellen we gewoon weer uit. Tegelijk benadrukken we dat het ons écht wel menens is. Hier is dat hetzelfde met de mobiliteit, de tunnels …Niet alles was trouwens slecht: Actiris lijkt wel goed werk te leveren en de werkloosheid blijft daardoor maar dalen. Daar is er een echte wil van de regering en Didier Gosuin kent het dossier ook goed.

Philippe Close zei onlangs in BRUZZ dat je niet aan de Brusselse instellingen en gemeentebevoegdheden kan raken zonder ook aan de beschermingsmechanismen voor Nederlandstaligen te raken. Is de Vlaamse eis om gemeenten te fuseren te eenzijdig?
Delvaux: Ja. Er zijn allerlei evenwichten geïnstalleerd die met veel wijsheid gedoseerd zijn. Je kan niet doen alsof die niet bestaan. Bovendien komen die Vlaamse eisen altijd op tafel op het moment dat het misgaat.
Maar het spreekt vanzelf dat het beter moet dan vandaag. Het parkeeragentschap, dat mag eindelijk zijn werk doen. En zoals Alain Flausch onlangs zei in Le Soir: het mag weleens duidelijk worden wie de leiding heeft over een project. Grote werken moeten een echte coördinatie krijgen. Dat gebeurt nu niét.

Toen we de stad belden over het begin van de werken aan haar eigen voetgangerszone was die eerst niet op de hoogte. Het federale investeringsfonds Beliris was dat wel.
Delvaux: De verschillende bevoegdheidsniveaus hebben vaak de neiging om te beslissen alsof ze alleen zijn. Je zit in Brussel met een bizarre mix van een gebrek aan macht en een te grote machtsconcentratie. Voor de grote stadsprojecten is er een machtsvacuüm. In het geval van Samusocial was er dan weer veel te veel macht op een plek.

Wat was nu het echte probleem bij Samusocial? Hoe kom je tot die opeenstapeling van persoonlijke voordelen bij enkele personen?
Delvaux: De machtsconcentratie is één factor, een andere is het gebrek aan controle door mensen in de hiërarchie die het moeten doen. ‘Ik val je niet lastig over Samusocial, dan laat jij me gerust over mijn dossiers.’ Pas op: het Samusocialproject is prachtig. En ik begrijp dat Yvan Mayeur een muur rond de organisatie wou bouwen omdat niet iedereen het project genegen was, maar toen de zaken begonnen uit de hand te lopen, is dat niet aangepakt. Als je dan ook een ontsporende chef als Peraïta aan het hoofd zet, is het hek helemaal van de dam. Je zat daar bovendien met een situatie waar de chefs zichzelf moesten controleren. Dat leidt nooit tot goede beslissingen. Goed bestuur blijft grotendeels nog een slogan. Terwijl het een mechanisme is dat politici ook beschermt.

Beatrice Delvaux BRUZZ ACTUA 1597

| Béatrice Delvaux: "Je zit in Brussel met een bizarre mix van een gebrek aan macht en een te grote machtsconcentratie."

Het bestuur van Brussel lijkt vaak helemaal vast te lopen. Tegelijk is de stad uitgegroeid tot een magneet voor kunstenaars. Is er een verband? Gedijt creativiteit vooral in chaos?
Delvaux: Ik denk dat het meespeelt. Dat Brussel een grote bazaar is, laat plaats voor spontane creativiteit. Nog belangrijker is het kosmopolitisme. Mensen die hun cultuur in die van de stad injecteren, die zelf met die nieuwe stad leren omgaan. Er zijn ook persoonlijkheden en evenementen die de creativiteit hebben gestimuleerd. De culturele hoofdstad Brussel 2000 blijft daar een van. Jan Goossens heeft zijn steentje bijgedragen bij de KVS. Of neem nu de AB. Die pikt vandaag heel snel de lokale rap- en hiphopscene op, die trouwens aan een internationale opmars bezig is. De artiesten in de AB waren nog nooit zo Belgisch en ze vullen de zalen. Je voelt ook hoe de stad present is in de muziek van Zwangere Guy of Damso. Die rappers houden meer van hun stad dan veel politici en zeker meer dan veel mensen van buiten. Zij zijn de echte Brusselse patriotten van vandaag.

Wat bevalt u vooral in Brussel?
Delvaux: De wrange eenvoud van de stad. Ik zeg wrang omdat de stad niet af is, het is een beetje als een kunstwerk in wording. En eenvoud omdat ik van de bescheidenheid van de mensen hier hou. Het is een stad waarin je goed kan leven. Daarnaast hou ik veel van de multiculturaliteit. Die is een enorme uitdaging, maar ook een kans. Kijk naar die hiphop- en rapbeweging. Een neefje van me organiseert een rapfestival in Sint-Agatha-Berchem, een dorp waar anders nooit iets gebeurt.

"Rappers zijn de echte patriotten van Brussel"

Béatrice Delvaux, hoofdcommentator Le Soir

Beatrice delvaux 2 BRUZZ ACTUA 1597

Terug naar de politiek. CDH-minister Céline Fremault verslikte zich vrijdag wellicht in haar koffie. In de recentste peiling scoort de N-VA nu al beter dan haar eigen partij in Brussel. Jambon en Francken staan hier ook broederlijk naast elkaar op de zevende plaats in de politieke pop poll. Hoe verklaart u dat?
Delvaux: Het is natuurlijk maar een peiling. Maar het doet me ook denken aan de scores die Vlaams Belang hier realiseerde met Johan Demol. Ook toen koos een aanzienlijk deel van de Franstalige kiezers voor een Vlaamse partij. Vlaams Belang had toen succes met zijn discours tegen immigratie. Bij de N-VA zie je vandaag een gelijkaardig fenomeen.

Mensen hebben angsten en willen gerustgesteld worden. Op tal van domeinen kunnen politici daar geen antwoord op bieden. Aan de tunnels en de luchtvervuiling kunnen ze niets doen, Samusocial konden ze niet verhinderen, maar als het op veiligheid en migratie aankomt, heb je die twee mannen die het gevoel geven dat ze wel iets konden realiseren. ‘Ik zeg het, ik doe het, ik bescherm u.’

‘En ik communiceer daar ook nog eens heel nadrukkelijk over.‘
Delvaux: Precies. Ik begrijp dus best dat veel Brusselaars zich aangesproken voelen. Die mensen vragen zich daarbij niet af welk project de N-VA voor Brussel heeft. Willen ze Brussel annexeren, willen ze mijn gemeente fuseren? Ik ben in dat verband benieuwd wat de N-VA in haar verkiezingsfolders zal schrijven.

Béatrice Delvaux

| Béatrice Delvaux: "Rudi Vervoort speelt zijn rol wel op gewestniveau, maar naar buiten mist hij charisma en geloofwaardigheid."

  • Béatrice Delvaux is in 1960 geboren in Namen
  • Woont in Dilbeek
  • 1984: journalist bij Le Soir
  • 1989-2001: chef economie bij Le Soir
  • 2001-2011: hoofdredacteur Le Soir
  • 2011-vandaag: hoofdcommentator Le Soir
  • 2017: passage in ‘Elvis blijft bestaan’ op Canvas

Kijk op 2017

BRUZZ dook in de eigen archieven voor een overzicht van het voorbije jaar. Samen met experten blikken we terug op een voor de hoofdstad bijzonder bewogen jaar.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, actua, Kijk op 2017, Le Soir

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni