België wil oude kantoren van Europese Commissie overkopen

De Federale Parti­cipatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM), de investeringstak van de federale regering, wil 23 verouderde gebouwen van de Europese Commissie in Brussel over­nemen. Dat schrijven De Tijd en L'Echo donderdag op basis van bronnen die betrokken zijn bij de gesprekken.

De federale overheid en de Europese Commissie voeren al enkele maanden exclusieve onderhandelingen over een vastgoeddeal van zo'n 1 miljard euro. De Commissie wil af van de meeste gebouwen die ze bezit, goed voor een kantooroppervlakte van 350.000 vierkante meter op toplocaties in de Leopoldswijk.

Omdat een deal in de maak is tussen een Europese instelling en haar gastland België, moet de Commissie geen openbare aanbesteding organiseren. Toch zal ook de privésector een rol spelen in het verhaal. De FPIM zal de gebouwen in een eerste fase zelf kopen, maar in een tweede fase wil ze de portefeuille in schijven aan­besteden om de gebouwen samen met projectontwikkelaars te renoveren. Zo kan de FPIM een deel van de geschatte overnameprijs van 1 miljard euro recupereren.

De verkoop moet de Commissie helpen haar ambitieuze milieudoelstellingen te bereiken. Ze kondigde in 2021 aan tegen 2030 de helft van haar 50 kantoorgebouwen in Brussel te ver­laten wegens het groeiende thuiswerk en tegelijk kantoren te vergroenen. De kans lijkt wel groot dat de Commissie kantoren zal huren in enkele vernieuwde gebouwen. Zowel de FPIM als de Commissie willen voorlopig niet reageren.

In de Kamer verklaarde minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) dat FPIM weliswaar betrokken is bij de onderhandelingen voor de aankoop en verduurzaming van gebouwen die de Europese Commissie momenteel betrekt in Brussel. Het gaat om gebouwen in slechte staat die dringend toe zijn aan een energetische renovatie.

Op een vraag van Kamerlid Jean-Marie Dedecker benadrukte de minister echter dat FPIM geen investering van 1 miljard euro op zich neemt in de aankoop en de renovatie van de gebouwen. "Wel faciliteert zij, via de participatie in een fonds, een deel van het kapitaal dat nodig is om deze uiterst noodzakelijke investeringen in de energetische renovatie te kunnen doorvoeren. Dit is geheel in lijn met de zes strategische speerpunten binnen de beheersovereenkomst", aldus Van Peteghem.