Interview

Auteur Lieselot Mariën: ‘Mijn depressie heeft me dapperder gemaakt’

Eva Christiaens
© BRUZZ
22/05/2025

Emiel Viellefont

| Gebukt onder een postnatale depressie beleefde filosofe Lieselot Mariën haar oude thuis in Schaarbeek des te ruwer, eenzamer en anoniemer. Het relaas schreef ze neer in haar debuutroman Als de dieren.

Gebukt onder een postnatale depressie beleefde filosofe Lieselot Mariën haar oude thuis in Brussel – pal achter de Aarschotstraat – des te ruwer, eenzamer en anoniemer. Inmiddels woont ze in de Vlaamse rand en is de donkerte voorbij. Het relaas schreef ze neer in haar debuutroman Als de dieren.

Wie is Lieselot Mariën?

  • 38 jaar, woont in Relegem
  • Studeerde filosofie en rechten aan de KU Leuven
  • Werkte tien jaar lang als advocaat in energierecht, woonde even lang in Brussel
  • Start in 2021 een opleiding aan de SchrijversAcademie in Antwerpen
  • Publiceert haar debuutroman Als de dieren in 2025
  • Maakt audiodocumentaires voor onder meer de Nederlandse openbare omroep

Als de dieren is geen stationsroman. Zoek niet naar romantiek, verwacht geen roze wolk. De sporen, die hoor je wel. Net in de schaduw van het Brusselse Noordstation beleefde auteur Lieselot Mariën vier jaar geleden een donker eerste jaar als moeder. De filosofe en oud-advocate kon maar niet wennen aan haar nieuwe rol. Ze miste verbinding met haar zoontje, haar lichaam en haar partner. In een poëtische zoektocht langs oeroude mythes, fotoarchieven en haar eigen Brabantwijk verkent Mariën hoe diep eenzaamheid en angst na een bevalling wel kunnen snijden.

Haar debuutroman snijdt je daarmee zelf meermaals de adem af. Toch noemt Mariën hem, nu het licht weer brandt in haar hoofd, belangrijk. “Dat staat eigenlijk ver van mijn persoonlijkheid. Ik ben niet iemand die snel op de barricaden staat of koketteert met haar eigen leven. Hiervoor maak ik een uitzondering,” vertelt de auteur. “Tien tot twintig procent van de vrouwen maakt een postnatale depressie door. En pas nu mijn boek is verschenen, hoor ik van heel veel mensen in mijn omgeving dat ze dat ook hebben meegemaakt. Mensen van wie ik het niet wist, en zij wisten het niet van mij. Er zit heel veel kwetsbaarheid in zeggen dat het je niet lukt als mama.”

Hoe gaat het nu met u?
Lieselot Mariën: Goed. En dat vind ik wel fijn en belangrijk om te zeggen. Het gaat nu supergoed met ons gezin, we zijn gelukkig en ik voel me heel verbonden met mijn zoon. We hebben het gewoon leuk samen. Ik wil er alleen geen geheim van maken dat die beginperiode, op zijn zachtst gezegd, hobbelig was.

Als de dieren is een fictieboek. In hoeverre is uw eigen leven er nog in te herkennen?
Mariën: Het boek vertrekt van iets dat ik zelf heb meegemaakt. Mijn gevoelens waren dus zeker gelijkaardig aan die van het hoofdpersonage, maar het verhaal is niet autobiografisch. Ik heb vooral mijn eigen ervaring willen onderzoeken en begrijpen. Dat doe ik ook door scènes te bedenken.
De ik-verteller heeft uitdrukkelijk niet dezelfde naam als ik, want ze is niet een-op-een ikzelf. Maar ik heb haar ook geen andere naam gegeven. Dan zou ik haar te ver buiten mezelf plaatsen, dat voelde oneerlijk. Haar partner heeft wél een naam, maar niet die van mijn eigen partner. Zijn personage staat nog verder van de werkelijkheid. Fictie, met personages als een soort avatar of figuurtjes buiten mezelf, hielp mij om scherp te stellen wat het betekent wanneer je pas mama wordt en het gevoel hebt dat dat niet lukt.

“Mijn boek is bruut, maar het is niet bedoeld als anticonceptie.”

Lieselot Mariën

Auteur 'Als de dieren'

In het begin van het boek noemt het hoofdpersonage haar vertelling een liefdesdaad. Ze waarschuwt haar kind voor de gevoelens die ze zal lossen, maar noemt het tegelijk een loutering. Ze wil haar schaamte doorbreken. Was dat ook uw motivatie?
Mariën: Ik heb daar natuurlijk over nagedacht, maar het boek is mij een beetje overkomen. Eigenlijk werkte ik aan een andere roman op het moment dat ik mijn depressie doormaakte. En daar zat al snel zoveel onder, dat mijn nieuwsgierigheid plots volledig naar mijn eigen ervaring ging. Zo ben ik erover beginnen te schrijven.

De eerste versie was relatief snel klaar, maar ik heb dat manuscript meer dan een jaar laten liggen. Ik wou met voldoende afstand kunnen evalueren of de tekst meer was dan bij wijze van spreken een cringe dagboek. Hebben andere mensen er ook iets aan? Ik vond van wel. Enerzijds omdat ik de tekst goed genoeg vond voor een boek. Anderzijds omdat ik erkenning wil geven aan wie zoiets doormaakt. Er is weinig zo eenzaam als een postnatale depressie. Niemand wil graag falen, maar al helemaal niet op het ogenblik dat je zó verantwoordelijk bent voor een klein mensje, voor wie je het zó goed voor wil doen.

BRZ 20250521 1936 Debuut Lieselot Marien 4

Emiel Viellefont

| Auteur en filosofe Lieselot Mariën: "Literatuur, kunst en verhalen zorgen ervoor dat je wél verder kan kijken dan die isolatie."

De uitdagingen van het moederschap worden tegenwoordig vaker beschreven. De Britse schrijfster Lucy Jones legde vorig jaar in Moederteit uit welke veranderingen in de hersenen optreden tijdens en na een zwangerschap. Actrice Frances Lefebure schreef de bevalling van haar zoontje van zich af. Waarom moeten we het daar dringend over hebben, vindt u?
Mariën: Mijn intentie was nooit om een trauma van me af te schrijven. Mijn intentie was om een mooi literair werk te maken. Maar het schrijven had wel als effect dat ik de dingen beter ben gaan begrijpen. Dat kon ik niet in de eerste maanden na mijn bevalling: die heb ik net als mijn hoofdpersonage beleefd als een acute crisis.

Pas na mijn kantelpunt, toen heel die periode zich verder afwikkelde, vroeg ik me de vraag wat me nu eigenlijk was overkomen. Het is dan vaak verdrietig om te beseffen wat de eerste maanden met je kind níet geweest zijn. En zolang je geen taal kan geven aan wat je doormaakt, blijft zo'n ervaring één groot, amorf, chaotisch ding. In het boek noem ik het “een wanstaltige brok”. Door taal en betekenis te vinden, werd die periode voor mij kleiner en hanteerbaar.

U woonde tijdens uw depressie vlak bij het Liedtsplein in Schaarbeek. “In deze buurt verdwijnt hoop in een trainingspak. Hier sneuvelen 's nachts de ruiten en overdag de dromen,” schrijft u. Intussen bent u verhuisd naar de Vlaamse rand. Is het boek meteen een afrekening met Brussel?
Mariën: Totaal niet. Wij woonden jarenlang letterlijk naast de spoorweg in Schaarbeek en ik heb me er heel goed en thuis gevoeld. Ik snap dat de stad in het boek geen opbeurende functie heeft, maar dat is alleen maar omdat ze bewoond wordt door een personage dat er een spiegel in ziet van alles wat ze in zichzelf lelijk en onnatuurlijk vindt. Een depressie vertekent je beeld van alles om je heen. Dus ziet het personage in mijn boek alleen nog maar lelijkheid en verval, ook in haar eigen wijk.

BRZ 20250521 1936 Debuut Lieselot Marien 2

Emiel Viellefont

Voor mij is Brussel echt geen onderwereld. Nadrukkelijk niet, ik heb er supermooie jaren gehad. Mijn verhuizing kwam er vooral voor mijn partner. Hij heeft lang zijn best gedaan, maar hij vindt in de stad niet de rust die hij zoekt en we hebben echt een buitenspeelkind. Ik denk wel niet dat de eenzaamheid van mijn personage uit haar omgeving komt. Die komt meer existentieel van binnenuit. Het gaat echt over hoe je de verbinding kwijtraakt met om het even wie om je heen, op het ogenblik dat je mama wordt.

Riskeert u jonge vrouwen geen angst in te boezemen over het moederschap? Recensenten noemen uw boek beklijvend, maar soms beklemmend.
Mariën: Dat zou ik zeer spijtig vinden. Mijn boek is bruut, maar het is niet bedoeld als anticonceptie. Uiteraard zijn er veel moeders die wél een mooie ervaring hebben na hun bevalling. Alleen, die roze wolk en de donkere variant zijn een spectrum. Ik merk dat veel vrouwen delen van allebei herkennen.

Het feit dat ik die vraag nog krijg, maakt dat ik een postnatale depressie als een taboe blijf ervaren. Net zoals hoe mijn zoon mijn boek zal beleven wanneer hij ouder is. Kan zoiets niet bespreekbaar zijn in families? Het verdriet is er geweest, maar het is verleden tijd. Tegen de tijd dat mijn zoon het boek eventueel ooit zal lezen, zal ik al zeker vijftien jaar zijn mama zijn. Ik heb er alle vertrouwen in dat het boek niet tussen ons hoeft te staan omdat wij elkaar kennen en weten wat we aan elkaar hebben. Het was even moeilijk, maar er zijn intussen ook al die andere levensjaren.

“Er zit heel veel kwetsbaarheid in zeggen dat het je niet lukt als mama.”

Lieselot Mariën

Auteur 'Als de dieren'

Welke omkadering kunnen jonge mama's gebruiken in die zoektocht, denkt u?
Mariën: Weet je, er wordt zoveel gesproken over de eerste duizend dagen en hoe belangrijk die zijn in het leven van een kind. En natuurlijk wil iedereen alleen maar goed doen voor zo'n klein mensje. Maar vrouwen die een postnatale depressie doormaken, zijn geen vrouwen die zich niet betrokken voelen. Integendeel, ze voelen zich vaak extreem betrokken bij hun kind. Alleen voelen ze zich op de een of andere manier gegijzeld als moeder – omdat het niet lukt. Of omdat zij denken dat het hen niet lukt, simpelweg omdat hun depressie het beeld van de werkelijkheid vertekent.

Wij hebben bovendien een soort heilig, cultureel beeld van liefhebbende mama's. Wanneer je dan het gevoel hebt dat je daar niet aan tegemoetkomt, brengt dat schaamte en schuld met zich mee. Net daar zit het isolement. Wanneer het echt donker wordt, durf je dat misschien al niet meer toe te geven. Je wil mensen niet bang maken, je trekt je terug.

Het lijkt me goed om zwangere vrouwen en hun partners al op het moment dat alles nog prima gaat, vaker de boodschap te geven dat dit kán gebeuren en dat het niet voor altijd is. Als die verhalen niet verteld worden, kunnen mensen zich heel abnormaal en particulier voelen wanneer ze zoiets doormaken. Het is niet dat de verhalen over de roze wolk niet meer verteld worden, toch? Laat die verhalen maar naast elkaar bestaan, vind ik.

U vond zelf verhalen in kunst en mythologie, van Orpheus tot de Mesopotamische Inanna, die naar de onderwereld afzakten.
Mariën: Voor mij zitten die mythes precies op het raakvlak tussen dat heel persoonlijke enerzijds, en het universele anderzijds. Ze gaven me taal voor een ervaring die me leek te ontglippen, taal die iemand anders al eens had bedacht.

Ik weet dat een postnatale depressie voldoende in klinische termen omschreven is in de handboeken psychologie, maar ik ben daar niets mee. Een oppervlakkige, klinische verklaring doorbreekt voor mij niet de opsluiting die een depressie in je hoofd teweegbrengt. Literatuur, kunst en verhalen zorgen ervoor dat je wél verder kan kijken dan die isolatie. Met juiste scènes en woorden ga je voorbij aan wat je toen niet kon communiceren.

BRZ 20250521 1936 Debuut Lieselot Marien 5

Emiel Viellefont

| "Voor mij is Brussel echt geen onderwereld. Nadrukkelijk niet," zegt Lieselot Mariën.

Uw eigen verhaal bracht een verhuizing, maar ook een jobswitch met zich mee. Keert u ooit terug naar de advocatuur, denkt u?
Mariën: Mogelijk wel, maar ik had tijd en afstand nodig van het beroep. Ik wou al heel lang schrijver worden, ik heb er erg lang over gedaan om het te durven. Dat is akelig, hé, iets proberen wat je heel graag wil. Ik moest me eerst bijscholen en meters maken. Dat was niet te combineren met mijn werk. Bovendien vond ik als advocaat geen ademruimte om die andere, creatieve kant van mijzelf uit te drukken.

Mijn fascinatie voor identiteit zit nu in meerdere dingen die ik maak. In Als de dieren, rond mijn eigen rollenconflict, maar ook in een audiodocumentaire die ik, samen met Wederik De Backer, maak voor de Nederlandse omroep. Daarin interviewen we ex-undercoveragenten over wat het met je doet om langdurig een andere identiteit aan te nemen. Ik wil niet de boodschap brengen dat een depressie – tadaa – een vast eindpunt heeft. Ik denk wel dat de mijne me dapperder gemaakt heeft. Ik heb meer leren proberen. En inmiddels kan ik me weer met meer liefde verhouden ten opzichte van het juridische werk dat ik ooit deed.

'Als de dieren' is uitgegeven bij Das Mag, 308 pagina's, 23,99 euro

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni