Interview

Stéphane Symons, filosoof van de schoonheid: ‘Brussel is mooi in zijn onafheid’

Eva Christiaens
© BRUZZ
01/02/2024

| Stéphane Symons: “Het interessante aan schoonheid is dat ze niet echt definieerbaar is. Net zoals bij liefde, geluk of vriendschap speelt er altijd een soort je-ne-sais-quoi. Dat maakt ze door en door menselijk."

“Brussel moet een achterstand inhalen op vlak van kunst in de openbare ruimte.” Dat vindt professor Stéphane Symons (KU Leuven), die een boek schreef over schoonheid en als enige Brusselaar geselecteerd werd voor de Socratesbeker, een wedstrijd voor het beste Nederlandstalige filosofische boek.

Wie is Stéphane Symons?

  • 42 jaar, woont in Molenbeek
  • Studeert Wijsbegeerte en Internationale Betrekkingen aan KU Leuven en de New School for Social Research in New York
  • Start in 2003 als onderzoeker aan de KU Leuven, specialiseert zich in esthetica en cultuurfilosofie
  • Hoogleraar sinds 2020
  • Schrijft in 2023 het boek Schoonheid

Vergeet de perfecte Venus van Botticelli of die ideale kaaklijn vanop Instagram, schoonheid kan ook in het alledaagse schuilen. “Voor mij ligt de intensiteit van Brussel in wat onaf is,” zegt filosoof Stéphane Symons in het hart van de Molenbeekse Maritiemwijk. Daar woont hij en vindt hij zelf een paar van de mooiste plekken van Brussel terug. “Denk aan deze koffiebar (Replica, red.) of de renovatie van Gare Maritime. Alles rust in de hoop. Dat stond paradoxaal genoeg op de graftombe van Charly De Pauw, een van de bezielers van het Manhattanplan.” Dat plan zorgde in de jaren 1960 voor een kaalslag in de oude Noordwijk. “Alsof de stad een wit blad is dat je naar vrije wil vorm kan geven. Dat klopt natuurlijk niet.”

Symons schreef vorig jaar het boek Schoonheid, meteen een brede inleiding tot de historische filosofie. Daarmee dingt hij in april mee naar de Socratesbeker. Dat is een prijs voor het meest prikkelende, Nederlandstalige filosofieboek van het voorbije jaar. “Mijn nominatie zie ik vooral als een manier om filosofie te introduceren bij een breder publiek. Dat is fijn,” zegt Symons.

Iemand moest de schoonheid dringend weer verdedigen, vond u. Waarom?
Stephane Symons: Ik zag een paradox. Doorheen de geschiedenis hebben filosofen schoonheid altijd als iets heel positiefs gezien, een onverbeterbaar ideaal. Dat lees je van Plato tot de middeleeuwse filosofen en verlichtingsdenkers. Schoonheid stond gelijk aan perfectie, dikwijls religieus, al was ze natuurlijk lang niet voor iedereen haalbaar. Later kwam een visie op schoonheid als harmonie. En toch, vandaag lees je in de media vooral negatieve dingen over schoonheid. Alsof het een vals ideaal is en zelfs een probleem.

‘Ik vind niet klassieke plaatsen zoals de Sint-Hubertusgalerij de mooiste van Brussel, wel het park van Thurn & Taxis’

Stéphane Symons

Cultuurfilosoof (KU Leuven)

Hoe dan?
Symons: Via sociale media worden lichamelijke standaarden in stand gehouden die voor jonge mensen onhaalbaar en problematisch zijn. We weten dat het mentaal welzijn van jongeren daaronder lijdt. De body positivity-beweging probeert daar terecht tegenin te gaan. Ook speelt het schoonheidscomplex. Dat is een vorm van discriminatie waarbij mooie mensen voordelen krijgen die helemaal niets te maken hebben met hoe ze eruitzien. Studies tonen aan dat mooiere sollicitanten vlotter geselecteerd worden voor een job en dat bedrijven met mooie CEO's zelfs hogere aandelen noteren.

Dat gaat over mensen. Kan de schoonheid van een stad als Brussel dan mee bepalen hoe ernaar gekeken wordt en welke politieke steun, en zelfs geld, er komt?
Symons: Die parallel kan je trekken. Van steden die een beetje vuiler zijn, wordt gedacht dat er van alles zou gebeuren dat niet koosjer is. We noemen dat het Disney-effect, waarin goede personages vaak mooi zijn en slechteriken lelijk. Hoewel er geen enkel verband is tussen esthetica en moraliteit, dat is alleen in Hollywoodfilms zo aan de man gebracht. Betekent dat dan dat we moeten inzetten op schoonheid? Ik denk in elk geval dat goed bestuur inhoudt dat je stadsvernieuwing au sérieux neemt. Ook kunst in de openbare ruimte is daarin interessant. Op dat vlak heeft Brussel een achterstand in te halen. (Lees verder onder de foto)

1875 GESPREK Stephane Symons 7

| Stéphane Symons: “Het interessante aan schoonheid is dat ze niet echt definieerbaar is. Net zoals bij liefde, geluk of vriendschap speelt er altijd een soort je-ne-sais-quoi. Dat maakt ze door en door menselijk."

In welke vorm? Er is nu een stadsdichter.
Symons: “Die hoort daar zeker bij, maar denk ook aan beelden en architectuur. Ik ben geen fan van starchitecture, want dan haal je een grote architect binnen die zomaar een eyecatcher neerpoot zonder rekening te houden met de omgeving. Ik heb het over schoonheid die wordt gecreëerd door mensen die echt voeling hebben met het unieke karakter van Brussel. Je zou een architect al vanaf de ontwerpfase in dialoog moeten brengen met de gebruikers.

Denkt u dat schoonheidsidealen ook meespelen in stadsvernieuwing?
Symons: Ja, ik zie dat bij de renovatie van het Beursgebouw. Dat is heel mooi gedaan, maar je voelt dat het dient om toeristen te lokken. Je kan er mooie foto's van nemen en die op Instagram zetten en je krijgt zo die aloude notie van schoonheid als perfectie. Maar bij zo'n projecten vergeet je dat de belangrijkste interactie met architectuur niet het kijken is, maar het gebruiken. Ik denk niet dat veel stadsbewoners naar het biermuseum in de Beurs zullen gaan. Ook de Nieuwstraat en Anspachlaan zijn al ten prooi gevallen aan de commercialisering van schoonheid. Grote ketens krijgen er vrij spel. Je weet niet meer of je in Brussel bent of in Antwerpen, Parijs of Amsterdam.

Waar vindt u zelf schoonheid in Brussel?
Symons: Het is lang geen perfecte stad en ze is ook niet harmonieus. Gelukkig zijn er andere eigenschappen die een stad charme geven en relevant maken, die niets met de klassieke visie op schoonheid te maken hebben. Het heel mooie Venetië is niet meteen de meest leefbare of vernieuwende stad. Je loopt het risico dat het een kunstwerk wordt.
Brussel zie ik niet als een schone stad, maar als een stad met mooie plekjes. Die resulteren samen in een heel inclusieve, diverse stad die de hele tijd beweegt. Je hebt het gevoel dat ze permanent onaf is. Dat geeft je het gevoel dat je in de wereld blijft staan. Ik vind dus niet de klassieke plaatsen als de Vijvers van Elsene of de Sint-Hubertusgalerij de mooiste van Brussel, maar wel bijvoorbeeld het park van Thurn & Taxis. Dat is een plek waarvan je voelt dat ze nog tegenstelling toelaat. Die hoop op ontwikkeling brengt een eigen schoonheid. (Lees verder onder de foto)

1875 GESPREK Stephane Symons 9

| Stéphane Symons: "Als we met artificiële intelligentie op zoek gaan naar een universele standaard van schoonheid, op basis van data over wat heel veel mensen mooi vinden, vrees ik dat we het begrip zullen onttoveren."

Ooit had je die verfijndheid hier wel, met art-nouveauhuizen. Is de focus op esthetiek in Brussel verdwenen?
Symons: Daar spelen jammer genoeg politieke en economische kwesties. Denk maar aan het Manhattanplan uit de jaren 1960, toen de rode loper is uitgerold voor ondernemers die de stad als een wit blad beschouwden. Een soort kunstwerk dat je van nul af aan mocht beginnen en helemaal vorm mocht geven hoe je wou. Het is de gedachte van schoonheid als perfectie. Op de tekentafel is dat misschien onverbeterbaar, maar het loopt fout af. Mooie volkswijken met cinema's, parken en huizen zijn toen gewoon vernietigd en het resultaat mist elke vorm van bezieling. Dat is in Brussel heel vaak gebeurd.

Van die littekens kan je nooit helemaal herstellen. Wel is het boeiend om na te denken wat je er nu mee kan doen. In Japan bestaat er een kunstvorm, kintsugi, die barsten in borden en theekopjes herstelt met gouden verf. Je wil de barst dus niet zomaar wegwerken, maar accentueren. Dat zou je ook kunnen doen op stadsniveau, bijvoorbeeld door groene stroken aan te brengen langs de Noord-Zuidverbinding. Het litteken wordt dan opgenomen als deel van de geschiedenis. Vandaag wordt dat al evenwichtiger bekeken. Het mooie aan Brussel is dat de verschillende lagen van de geschiedenis aan bod mogen komen.

“De Beurs is mooi gerenoveerd, maar je voelt dat het dient om toeristen te lokken”

Stéphane Symons

Cultuurfilosoof (KU Leuven)

Sommige van die lagen zijn omstreden door de koloniale geschiedenis, zoals het Jubelpark. Is schoonheid dan wel fair?
Symons: Daar speelde inderdaad dezelfde grootsheid als bij het Manhattanplan, maar dan in het hoofd van een vorst die deed wat hij wou. De architectuur moest autoriteit uitstralen, maar miskende dat die rijkdom alleen mogelijk was door een verschrikkelijk systeem van kolonialisme. Ik zie dat niet zozeer als lelijkheid of een litteken, maar eerder als een problematische schoonheid in Brussel. Je kan er iets naast zetten om dat te contextualiseren. In Tervuren is dat goed gedaan met een nieuw paviljoen naast het oude AfricaMuseum.

Schoonheid moet niet altijd ergens toe dienen, zegt u verder. Waar vindt u die doelloze schoonheid in Brussel?
Symons: Dan denk ik vooral aan wandelen. Flaneren doe je niet omdat je van A naar B wil gaan, je doet het om te verdwalen. Daar is Brussel heel geschikt voor en tijdens één wandeling kan je heel diverse wijken zien en voelen. Het idee dat schoonheid belangeloos is, kennen we al uit de achttiende eeuw van Immanuel Kant. Wat mooi is, zal je honger niet stillen of dorst niet lessen en het zal je ook geen kennis opleveren. Toch is het positief, want net die nutteloosheid kan rust brengen. We zijn al zo vaak op zoek naar al die andere dingen.

1875 GESPREK Stephane Symons 2

| Stephane Symons: "Flaneren doe je niet omdat je van A naar B wil gaan, je doet het om te verdwalen. Daar is Brussel heel geschikt voor en tijdens één wandeling kan je heel diverse wijken zien en voelen."

Nu komt u bij het positieve. Waarom blijft schoonheid ons zo aanspreken?
Symons: Omdat het een soort onderbreking kan zijn van onze dagelijkse routines en gewoontes. Plots kan een schoonheidservaring dat kortstondig opentrekken. Het kan je een wauw-gevoel geven bij iets dat je nooit had bekeken of ontdekt. Een mooi voorbeeld is Here, de laatste film van Bas Devos. Daarin zitten heel mooie scènes uit het moeras van Ganshoren en Jette, verrassende natuur in een stedelijke omgeving. De personages raken gefascineerd door een stuk mos dat ze met een vergrootglas ontdekken als onontgonnen plek van schoonheid. Dat heeft niets groots of ideaals, het is net heel alledaags en tastbaar. Toch doet het een andere wereld voor je opengaan. Soms ligt zo'n ervaring echt voor het rapen, maar loop je er gewoon langs tot iemand je erop wijst. Ik denk dat we in Brussel te weinig zeggen wat er best mooi is. Ook als het een aparte schoonheid is.

Hoe kijkt u dan naar de opkomst van artificiële intelligentie?
Symons: Dat vind ik gevaarlijk als het gaat over schoonheid, want daar schuilt geen gedeelde noemer achter. Er zijn schone dingen, schone mensen, schone fenomenen, maar die hebben niet één gemeenschappelijke oorzaak. Als we met artificiële intelligentie op zoek gaan naar een universele standaard van schoonheid, op basis van data over wat heel veel mensen mooi vinden, vrees ik dat we het begrip zullen onttoveren. Want, wat is nu net het interessante aan schoonheid? Dat ze niet echt definieerbaar is. Net zoals bij liefde, geluk of vriendschap speelt er altijd een soort je-ne-sais-quoi. Dat maakt ze door en door menselijk.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Samenleving, Stedenbouw, Stephane Symons, KU Leuven, Gare Maritime, Thurn & Taxis, schoonheid, filosofie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni