Nog geen dertig is ze, maar ze defileerde al vijf keer in Parijs, verkoopt in luxewinkels wereldwijd, heeft Kim Kardashian onder haar bewonderaars en is een van de jonge Belgen in de Europese '30 under 30' van het Amerikaanse zakenblad Forbes. Als kind van de modeacademie van La Cambre wil ontwerpster Marie Adam-Leenaerdt haar label vanuit haar thuisstad uitbouwen, met een nagelnieuw atelier in de Europese wijk. “Ik ben vaak op pad. Ik wil kleding maken die cool is, maar waarin je kunt bewegen.”
©
Saskia Vanderstichele
| Marie Adam-Leenaerdt met haar nieuwste collectie (herfst-winter 2025-2026), die vorige maand is voorgesteld in Parijs.
Wie is Marie Adam-Leenaerdt?
- 29 jaar, groeide op in de Lindthoutwijk tussen Schaarbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe
- Studeert van 2015 tot 2020 mode aan de Academie van La Cambre
- Loopt stage bij Givenchy en Balenciaga in Parijs
- Start in 2023 haar eigen label en defileert meteen in Parijs
- Wint in 2024 de Belgian Fashion Award voor meest beloftevolle ontwerper en is finalist van de internationale LVMH-prijs voor jong talent
- Heeft zeventien verkooppunten wereldwijd en lanceert dit voorjaar haar eigen webshop
- Is deze week opgenomen in de Europese 30-under-30 lijst van zakenblad Forbes
De Belliardstraat is nu niet meteen de Champs Elysées van Brussel. Tussen eurocraten in grijze pakken valt ontwerpster Marie Adam-Leenaerdt, amper 29, al snel op in luipaardprint. Die siert een vest uit haar nieuwste collectie, net getoond in Parijs en komende herfst te koop voor wie hem kan betalen.
Geïnspireerd op kussenhoezen kun je hem achteraan openritsen en er een extra donslaag in schuiven. “Of je kunt de binnenste laag apart dragen,” zegt Adam-Leenaerdt, die multifunctionele kleding als stokpaardje heeft. Intussen probeert ze de leiband van haar labrador Falco om te binden voor een lunchwandeling. Dat de franjes aan haar mouwen af en toe in zijn mond belanden, kan geen kwaad, sust ze. “Ik ben vaak op pad. Ik wil kleding maken die cool is, maar waarin je kunt bewegen.”
De visie slaat aan: de Amerikaanse beroemdheid Kim Kardashian en de Franse actrice Isabelle Huppert droegen al blazers van de Brusselse twintiger. In eigen land blijft Marie Adam-Leenaerdt daarentegen behoorlijk onbekend. “Dat verbaast mij zelf ook wel,” zegt ze. “Ik had nog geen contact met Belgische kranten. Misschien interesseert mode hen niet zo? Luxe is echt niet dood. Het blijft een milieu waarin de miljardairs van onze wereld circuleren.”

©
Saskia Vanderstichele
| Marie Adam-Leenaerdt: “Een merk oprichten, is volop investeren. Ik boek nog geen winst, maar hoop na vijf jaar wat stabiliteit te bereiken.”
Zelf circuleert de jonge Brusselse ook al in dat milieu: zopas belandde ze op een cocktailfeest naast Vogue-icoon Anna Wintour. De komende maanden focust ze vooral op Brussel, haar basis. Haar ouderlijke huis in Schaarbeek verruilde ze voor samenwonen met haar vriend, beeldend kunstenaar Romain Zacchi, in Elsene. Een van haar blazers staat opgesteld in een expo over veertig jaar Belgische mode in het Mode & Kantmuseum. En ze opende dit eigen atelier, pal in de Europese wijk. Hier wil Adam-Leenaerdt dit voorjaar een nieuwe, zesde collectie uitwerken.
U komt van een klein atelier bij uw ouders in Schaarbeek. Wil u hier ook een showroom van maken?
Marie Adam-Leenaerdt: Nee, dit wordt echt mijn werkplek. Ik zoek momenteel geen nieuwe klanten in Brussel. Daarvoor heb ik al een goede band met Sonja Noël van Stijl in de Dansaertstraat. Zij is mijn uitvalsbasis voor verkoop. Ze selecteert als een van de besten uit elke collectie, kent de kleding goed en kan dat gevoel aan de klant uitleggen. Zij verkoopt zo vaak meer complexe stukken. Onlinewinkels selecteren liever kledingstukken die visueel goed werken.
In maart defileerde u voor de vijfde keer in Parijs. Vorig jaar werd u finalist van de prestigieuze LVMH-prijs voor jong modetalent. Merkt u nu meer aandacht voor uw werk?
Adam-Leenaerdt: Niet per se meer dan tijdens vorige modeweken, maar ik leg mezelf wel elk seizoen een nieuwe uitdaging op. Het eerste jaar was dat een verkoper vinden. Dat lukte bij Sonja Noël en later online. Mijn volgende doel was het officiële programma van de Parijse modeweek halen. Ook dat is gelukt vanaf de herfst van 2023. Ik voel dus dat het goed loopt. De reacties blijven enorm positief. Maar ik ben nog altijd maar twee jaar bezig en verkoop zelfs nog maar anderhalf jaar. Dat blijft pril.
Toch wordt u al geroemd als rijzende ster. Hoe blijft u met beide voeten op de grond?
Adam-Leenaerdt: Ik voel meer druk, maar die leg ik vooral mezelf op. Klanten of verkopers spreken dat niet zo uit. Er staat natuurlijk elke collectie meer op het spel. Ik wil mijn vaste verkopers behouden en nieuwe winkels bereiken. Ik pas mijn stijl daarvoor niet aan, maar ik heb zeker nog geen routine gevonden en nog weinig zicht op wie mijn klanten zijn. Ja, het is snel gegaan, maar omdat ik nooit echt tevreden ben, heb ik nog nooit gevierd waar ik al sta. Ik leef altijd een dag vooruit.
“In Brussel staan zoveel kantoren leeg. Waarom stelt de Stad die niet open voor jonge projecten?”
modeontwerpster

U mikt daarbij hoog. U koos meteen voor een eigen merk én een totaallook met kleding, schoenen en accessoires. Veel leeftijdsgenoten zouden wat langer ervaring opdoen bij grote huizen. Waarom u niet?
Adam-Leenaerdt: Ik heb altijd iets van mezelf willen oprichten. Die zelfstandigheid zit in mij. Ik heb zes maanden bij Balenciaga gewerkt en hield me al die tijd bezig met één design. Terwijl ik het net leuk vind om alles te doen: ontwerpen, leveranciers zoeken en de collecties ontwikkelen. Ik leer nu bij over financiën, management en productie. Natuurlijk is dat een heel ander leven dan veel van mijn studiegenoten, bijna een ander vak zelfs. Maar ik vind dat leuk en blijf verkennen. De merklancering ging zodanig snel dat ik geen drie jaar kon nadenken over een juiste strategie, of zelfs een naam. Ik heb dan maar mijn eigen naam gebruikt. Maar als iemand me nu zou vragen waar ik mezelf zie over een jaar, dan weet ik dat helemaal niet. Ik groei dag per dag.
U moet het niet helemaal zelf weten: modemarketeer Dimitri Jeurissen van het Brussels bureau BaseDesign neemt sinds uw eerste collectie de pr voor zijn rekening. Hij vond het een slimme zet om een jonge, vrouwelijke ontwerpster te promoten, zegt hij daarover, bovendien uit Brussel. In hoeverre bent u afhankelijk van die commerciële strategie?
Adam-Leenaerdt: Ik pas mijn stijl niet aan de verkopers aan, maar ik heb via Dimitri wel veel contacten gelegd. Ik ken hem via een gemeenschappelijke kennis. Hij had mijn afstudeercollectie gezien en stelde me voor om een koffie te gaan drinken. Dat was na mijn stage bij Balenciaga. Stap per stap ben ik een eigen lijn beginnen te tekenen. We gingen samen met Belgische modespelers praten over de lancering en daarna heb ik zelf Etienne Russo van Villa Eugénie gecontacteerd (eventbureau uit Vorst dat internationale modeshows organiseert, red.). Hij sponsorde mij al tijdens mijn studies aan La Cambre. En hij heeft meteen mijn eerste show in Parijs betaald.
Daar hebt u toch ontzettend veel geluk mee? Zonder geld red je het niet in de mode.
Adam-Leenaerdt: Natuurlijk, ik ben goed omringd. Villa Eugénie is een fantastische sponsor. Aan La Cambre moedigen ze alle studenten aan om eigen sponsors te zoeken. Dat kan bij stoffenleveranciers of mensen die jouw schoenen helpen ontwikkelen. Ik heb Etienne gecontacteerd en het geluk gehad dat hij mij twee jaar lang ondersteunde. Hij is dat blijven doen. Mijn eerste show hielden we in een conferentiezaal in het Crown Plaza-hotel in Parijs in februari 2023. Tijdens de modeweek, maar niet in het officiële programma, want ik was een volledig nieuwe naam. Via Etienne kwamen er toch grote spelers op af, zoals Lucien Pagès (Frans pr-bureau voor luxehuizen, red.). En ik leerde een agent kennen die later dat jaar een showroom voor mij opzette. Daar zijn grote verkopers naartoe gekomen, zoals Net-a-Porter.
Een merk oprichten, is volop investeren. Waren die dure shows een goede keuze? Dat weet ik niet, maar het betekende wel dat ik snel kon groeien en naamsbekendheid heb verworven. Ik boek nog geen winst, maar hoop na vijf jaar wat stabiliteit te bereiken.
Waarom wil u dat merk zo graag in Brussel uitbouwen? In Parijs ging het u voor de wind.
Adam-Leenaerdt: Omdat mijn werk verankerd is in het Belgische mode-erfgoed. Als tiener leerde ik dat kennen tijdens een tentoonstelling over Martin Margiela in Antwerpen. Hoe hij kledingstukken uit elkaar haalde en weer omkeerde om er een nieuwe betekenis aan te geven, fascineerde me diep. Zelf maak ik nu kleding waarin je de originele vorm nog kunt herkennen, zoals een rok of trenchcoat, maar die je op verschillende manieren kunt dragen. Dat is op en top Belgisch. Wij laten ons meer inspireren door ideeën en concepten dan door pure esthetiek (Adam-Leenaerdt baseerde al collecties op kussenhoezen, strandcabines en receptietafels, red.).
Dat moeten we koesteren. Brussel leek me dus een logische keuze. Ik vind dat geen rem, integendeel. In Parijs is het milieu al zodanig gesatureerd dat ik er onmogelijk een betaalbaar kantoor kon vinden. In Brussel zit ik comfortabel. Mijn hele leven is hier: ik heb mijn hond, mijn vrienden, kook graag en vind in België alle toeleveranciers die ik zoek. Alleen rekruteren is complex. België heeft goede scholen voor ontwerpers, maar minder modeproducenten, bijvoorbeeld. Ik werk nu met freelancers voor mijn breigoed en handtassen.
De voorbije modeweek werd u samen met Meryll Rogge en Julie Kegels 'de Belgische Drie' genoemd in de buitenlandse pers: de nieuwe Antwerpse Zes. Ziet u een nieuwe wind in de Belgische mode?
Adam-Leenaerdt: Internationaal is de appreciatie voor Belgische ontwerpers nooit weggeweest. Dat ik aan La Cambre heb gestudeerd, is daarbij minder belangrijk dan het feit dat ik Belg ben. Het klopt wel dat veel Belgisch talent de laatste vijftien jaar naar het buitenland is getrokken. Ons land toont te weinig ambitie om jonge ontwerpers te ondersteunen, terwijl wij dat evenveel nodig hebben als atleten of muzikanten. Het zou me verbazen dat Meryll (Rogge, red.) in Vlaanderen meer steun krijgt dan ik in Brussel. Politici beseffen niet hoe belangrijk mode is voor ons Belgische erfgoed.
“Ik overweeg tutorialvideo’s, zoals je die vindt op TikTok, met uitleg over elk stuk en hoe het gefotografeerd is”
modeontwerpster
Wat mist Brussel dan als modestad?
Adam-Leenaerdt: Geld en ruimte. Wanneer ik steun aanvraag, krijg ik steevast te horen dat mode een riskante investering is. Terwijl de sector internationaal goed draait en veel geld genereert. In Brussel staan duizenden vierkante meters aan kantoren leeg. Waarom stelt de Stad die niet open voor jonge projecten? Kijk naar Parijs: daar kreeg Marine Serre zomaar een gratis kantoor van de mairie. Zij heeft ook aan La Cambre gestudeerd. Tijdens de modeweken geeft de Franse modefederatie beurzen aan jonge deelnemende designers. Zoiets bestaat in België niet. Maar je moet ergens beginnen. Dries Van Noten is veertig jaar geleden ook helemaal alleen gestart in Antwerpen.
Hoe wil u dat Brusselaars uw merk leren kennen?
Adam-Leenaerdt: Ik mix heel conceptuele stukken met kleding voor een breder publiek. Het prijzengamma neigt natuurlijk naar de luxe. Ik maak altijd stukken die je op verschillende manieren en bij diverse gelegenheden kan dragen. Een trui die vooraan een ronde kraag heeft en achteraan een col, bijvoorbeeld. Laarzen die je op drie lengtes kan afritsen. Of deze vest, waarje als een hoes een extra laag kan in schuiven.
Multifunctionele stukken zal je minder snel weggooien. En ze spreken een grotere groep mensen en leeftijden aan. Dat vind ik duurzaam, al heb ik ondertussen geleerd dat ik mijn klanten daarin wat moet opvoeden. Niet iedereen snapt mijn kleding als je die zomaar op een kleerhanger ziet. Ik overweeg nu tutorialvideo's, zoals je die vindt op TikTok, met uitleg over elk stuk en hoe het gefotografeerd is. Die wil ik deze lente lanceren met mijn webshop.
Het werk van Marie Adam-Leenaerdt is te zien in de expo van Sonja Noël in het Mode en Kant Museum. Opening op 18 april.
Lees meer over: Brussel-Stad , Schaarbeek , Cultuurnieuws , Marie Adam-Leenaerdt , Mode , La Cambre , Belgian Fashion Awards , sonja noël , Mode & Kant Museum
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.